Uitspraak
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
1.[gedaagde sub 1],
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
[gedaagde sub 4],
1.De procedure
- de dagvaarding met 6 producties
- de brief van 17 april 2012 met bijlagen van de zijde van gedaagden
- de brief van 18 april 2012 met bijlage van de zijde van eiseres
- de mondelinge behandeling op 20 april 2012
- de pleitnota van eiseres
- de pleitnota van gedaagden.
2.De feiten
‘Bruikleenovereenkomst’. In de overeenkomst staat onder het kopje
‘Overwegende’het navolgende:
‘Kosten’is opgenomen:
“Bruikleenovereenkomst bewoner Camelot VVB (Voorzieningen voor bewoners)”, bij de overeenkomsten met gedaagden sub 3 en 4 staat onder het kopje kostensoort met pen bijgeschreven:
3.Het geschil
4.De beoordeling
‘Kosten’:
“dat het niet aanvragen van bedoelde vergunning onverlet laat dat sprake kan zijn van huur welke een gebruik van woonruimte betreft dat naar zijn aard slechts van korte duur is als bedoeld in artikel 7:232 lid 2 BW nu de Leegstandwet op dit punt niet een exclusieve regeling bevat”.
904,00