ECLI:NL:RBZLY:2012:BV9893
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening
- H.C. Moorman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot voorlopige voorziening in arbeidszaak met betrekking tot gedeeltelijke wedertewerkstelling
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 16 maart 2012 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eisende partij] en Connexxion Taxi Services B.V. (CTS). De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. L.L. Balster, vorderde een voorlopige voorziening tot gedeeltelijke wedertewerkstelling als buschauffeur, na een periode van arbeidsongeschiktheid. De eisende partij had zich op 9 november 2009 ziek gemeld en was sindsdien gedeeltelijk hersteld, maar was slechts in staat om maximaal 4 uur per dag te werken. CTS, vertegenwoordigd door mr. E.J. Nieuwenhuys, voerde aan dat de eisende partij niet in staat was om zijn functie als buschauffeur voor 39,92 uur per week te vervullen en dat de bedrijfsbelangen van CTS een toewijzing van de gevraagde voorziening in de weg stonden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij weliswaar geschikt is voor zijn eigen werk, maar niet voor de functie die hij voorheen vervulde. De rechter oordeelde dat CTS voldoende re-integratie-inspanningen had verricht en dat het niet haalbaar was voor de eisende partij om zijn eigen functie te vervullen. De kantonrechter concludeerde dat er geen reden was om te oordelen dat de eisende partij in een eventuele procedure over de aanpassing van de arbeidsduur vrijwel zeker in het gelijk zou worden gesteld. Daarom werd het verzoek tot voorlopige voorziening afgewezen.
Daarnaast werd vastgesteld dat de loonvordering van de eisende partij niet noodzakelijk was, aangezien hij als chauffeur op een taxibus dezelfde beloning zou ontvangen als bij de functie van buschauffeur. De kantonrechter heeft de eisende partij veroordeeld in de proceskosten, begroot op € 400,- voor het salaris van de gemachtigde. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om re-integratieverplichtingen serieus te nemen, maar ook de grenzen van wat mogelijk is in het kader van arbeidsongeschiktheid en de rechten van werknemers.