vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
zaaknummer / rolnummer: 196565 / KZ ZA 12-55
Vonnis in kort geding van 29 maart 2012
de publiekrechtelijke rechtspersoon
POLITIEREGIO IJSSELLAND,
zetelend te Zwolle,
eiseres,
advocaat mr. A.J.D. Bekius te Zwolle,
1. vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
ALGEMEEN CHRISTELIJKE POLITIEBOND ("ACP"),
gevestigd te Leusden,
2. vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
NEDERLANDSE POLITIEBOND ("NPB"),
gevestigd te Woerden,
3. vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
VERENIGING VAN MIDDELBARE EN HOGERE POLITIE AMBTENAREN ("VMHP"),
gevestigd te 's-Gravenhage,
gedaagden,
advocaat mr. drs. H. Aydemir te Utrecht.
Partijen zullen hierna Politieregio IJsselland en ACP, NPG en VHMP genoemd worden. Gedaagden zullen tezamen (ook) worden aangeduid als ACP c.s.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Politieregio IJsselland
- de pleitnota van ACP c.s..
1.2. Het vonnis is, met een verkorte motivering uitgesproken ter terechtzitting van 29 maart 2012. Dit vonnis vormt een schriftelijke uitwerking daarvan met een meer uitgebreide motivering.
2. De feiten
2.1. De CAO voor de politie is per 1 januari 2012 geëxpireerd. Onderhandelingen over een nieuwe CAO tussen enerzijds de minister van Veiligheid en Justitie en anderzijds (onder meer) ACP c.s. heeft nog niet tot overeenstemming geleid. Een aantal van de door ACP c.s. gestelde arbeidsvoorwaardelijke eisen zien op:
* loonsverhoging voor alle politieambtenaren;
* een regeling omtrent VUT, prepensioen en levensloopafspraken;
* werktijden (met name de mate van invloed op eigen roosters);
* het beheer over persoonlijk scholingsbudget;
* de wijze waarop de verantwoordelijkheid voor fitheid en gezondheid tussen werkgever en werknemer wordt gedeeld.
2.2. Om hun eisen kracht bij te zetten hebben ACP c.s. reeds een aantal acties gevoerd.
2.3. In de Jupiler-league staat vrijdagavond 30 maart 2012 de wedstrijd Go Ahead Eagles - FC Den Bosch op het programma. De wedstrijd is gecategoriseerd als een B-wedstrijd (wedstrijd met een midden risico).
2.4. ACP c.s. hebben ook acties gepland in de politieregio IJsselland. ACP c.s. hebben een aanzegging doen uitgaan. Zij hebben de korpsbeheerder op 28 maart 2012 bericht:
"Wij brengen u bij deze op de hoogte van ons besluit, gesteund door onze achterban, om op vrijdag 30 maart 2012 een collectieve actie tot uitvoering te brengen. [...] Meer specifiek betekent dit dat wij de (politie)eenheden die betrokken zijn bij de handhaving van de openbare orde en veiligheid rond de voetbalwedstrijd Go Ahead Eagles - FC Den Bosch zulle oproepen deel te nemen aan een actievergadering. Deze actievergadering zal plaatsvinden van 17.00 uur tot 22.00 uur. Ook leden van andere vakbonden en ongeorganiseerde politieambtenaren kunnen eigenstandig besluiten aan te sluiten bij de door ons georganiseerde collectieve actie. Concreet betekent dit dat de geplande voetbalwedstrijd niet mag rekenen op een volwaardige ondersteuning door politie-eenheden.
Zij hebben voorts op 28 maart 2012 een persbericht en een oproep aan hun leden van gelijksoortige strekking doen uitgaan.
3.1. De vordering van Politieregio IJsselland, zoals verminderd ter zitting, strekt ertoe dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad en op alle dagen en uren:
primair ACP c.s. zal bevelen:
1. de oproep tot het voeren van de Acties, als gevolg waarvan de normale gang van zaken bij Politieregio IJsselland wordt verstoord dan wel onderbroken, meer in het bijzonder de aangekondigde Acties op vrijdag 30 maart 2012, inhoudende deelname aan een actievergadering / ledenbijeenkomst van 17.00 tot 22.00, in te trekken en hun medewerking aan het voeren daarvan en hun bijdrage daaraan te beëindigen;
2. met onmiddellijke ingang, doch uiterlijk binnen twee uur na de uitspraak van de voorzieningenrechter aan haar leden, dan wel de betrokken politieambtenaren bekend te maken dat de aangekondigde of reeds aangevangen Acties onrechtmatig zijn en/of dat het haar leden, dan wel de betrokken politieambtenaren niet is toegestaan op enigerlei wijze de Acties (geheel dan wel gedeeltelijk) doorgang te laten vinden en/of dat de aangekondigde of reeds aangevangen Acties onmiddellijk dienen te worden beëindigd en ook beëindigd dienen te blijven;
subsidiair:
3. een zodanig voorziening zal bevelen als de voorzieningenrechter in goede justitie rechtvaardig en nodig oordeelt;
primair en subsidiair:
4. ACP c.s. hoofdelijk zal veroordelen in de kosten van dit geding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
5. ACP c.s. hoofdelijk zal veroordelen in de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de datum van dit vonnis.
3.2. ACP c.s. voeren verweer.
4.1.1. Het recht op het voeren van collectieve acties van werknemers of hun vertegenwoordigende vakbonden, waaronder begrepen het stakingsrecht, wordt in beginsel beheerst door de bepalingen van het Europees Sociaal Handvest, dat in Nederland in zijn oorspronkelijke vorm sinds 1980 van kracht is en in de herziene vorm sinds 1 juli 2006 (het ESH). In artikel 6 aanhef en onder lid 4 ESH wordt het recht van werknemers of hun vertegenwoordigende vakbonden op collectief optreden erkend in gevallen van belangengeschillen met werkgevers, behoudens verplichtingen uit hoofde van reeds eerder gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten. Wordt een collectieve actie gedekt door artikel 6 lid 4 ESH, dan brengt dat mee dat deze in beginsel moet worden geduld als een rechtmatige uitoefening van het in deze verdragsbepaling erkende grondrecht, ondanks de met haar beoogde en op de koop toe genomen schadelijke gevolgen voor de bestaakte werkgever en derden.
4.1.2. Bij een onder de dekking van artikel 6 lid 4 ESH vallende staking moet de rechter ervan uitgaan dat voor de vakbond en haar leden de bij de uitoefening van het betreffende grondrecht betrokken belangen zwaarwegend zijn. Behoudens bijzondere omstandigheden heeft de rechter dan ook niet te treden in de beoordeling van de vraag of de ene dan wel de andere partij meer of minder gelijk heeft in het arbeidsconflict dat ten grondslag ligt aan de staking. Voor het oordeel dat de staking niettemin onrechtmatig is, is slechts dan plaats indien zwaarwegende procedureregels ("spelregels") zijn veronachtzaamd dan wel indien - met inachtneming van de door artikel G ESH gestelde beperkingen - moet worden geoordeeld dat de bonden en haar leden in redelijkheid niet tot deze actie hadden kunnen komen. Tot die procedureregels behoort onder meer ook dat een staking slechts rechtmatig kan zijn als zij als "uiterst middel" is toegepast en tijdig is aangezegd en kenbaar gemaakt. Aanzegging heeft een tweeledig doel: het voorkomen van onnodige bedrijfsschade en bescherming van de belangen van degenen die op de dienstverlening van de bestaakte werkgever zijn aangewezen.
4.1.3. De vraag of een staking in een concreet geval als "uiterst middel" is gehanteerd, dient evenzeer door de rechter met terughoudendheid te worden beantwoord. Dit volgt niet alleen hieruit dat het recht om te beslissen of en wanneer er wordt gestaakt, één van de belangrijkste voorrechten vormt die in het kader van artikel 6 lid 4 ESH aan de vakbonden toekomen, maar hangt ook samen met de omstandigheid dat de vraag of in een conflictsituatie nog een ander middel dan een staking kan worden gebruikt, geredelijk kan afhangen van verschillen in waardering van de omstandigheden en van taxaties omtrent de met dat middel te bereiken resultaten, terwijl die situatie veelal meebrengt dat de beslissing, of het middel van staking moet worden toegepast dan wel nog andere mogelijkheden bestaan, in korte tijd moet worden genomen.
4.1.4. Met betrekking tot de in artikel G ESH gestelde beperkingen aan de rechtmatige uitoefening van het in artikel 6 lid 4 ESH erkende grondrecht geldt dat moet kunnen worden vastgesteld dat de staking, gelet op de zorgvuldigheid die krachtens art. 6:162 BW in het maatschappelijk verkeer in acht moet worden genomen ten aanzien van de persoon en de goederen van anderen, in zodanige mate inbreuk maakt op de in het eerste lid van artikel 31 ESH aangewezen rechten van derden of algemene belangen dat beperkingen, maatschappelijk gezien, dringend noodzakelijk zijn. Onbeperkte uitoefening van het grondrecht is dan jegens allen, die daarvan schade ondervinden, onrechtmatig. Of dit het geval is, is een vraag van proportionaliteit die slechts kan worden beslist door, met inachtneming van alle omstandigheden van het geval in onderling verband, de bij de uitoefening van het grondrecht betrokken belangen af te wegen tegen die waarop inbreuk wordt gemaakt.
4.2. Toegespitst op de voorliggende zaak.
4.2.1. Tussen partijen is niet in geschil dat geen schending van de zogeheten "spelregels" heeft plaatsgevonden. Politieregio IJsselland heeft zich op het standpunt gesteld dat ACP c.s. niet in redelijkheid tot deze actie hebben kunnen komen en dat de actie daardoor onrechtmatig is te achten. De kernvraag die aldus voorligt is of de actie in dit concrete geval disproportioneel is te achten.
4.2.2. Door Politieregio IJsselland is een dreigingsanalyse opgemaakt. Uitgaande van de situatie dat de wedstrijd zal worden gespeeld zonder politiebegeleiding vermeldt de dreigingsanalyse -voor zover van belang -:
"Het is zeer waarschijnlijk dat de risicosupporters van Go Ahead Eagles hun frustratie en woede zullen bot vieren op de bezoekende supporters. Tijdens de laatste thuiswedstrijd op 16 maart jl. werden de ruiten van de vertrekkende supportersbus van Willem II ingegooid. Deze veronderstelling wordt verder onderbouwd, doordat er in de ogen van de risicosupporters van de Eagles ook een 'goede' en grote groep harde kern van FC Den Bosch aanwezig zal zijn en [de] slechte onderlinge verstandhouding. Zonder politiebegeleiding kan de procedure van het afvoeren van de combibussen niet plaatsvinden. Hierdoor kunnen in een dergelijke situatie de bezoekende supporters het stadion niet begeleid verlaten, waardoor er ernstige gewelddadigheden te verwachten zijn".
Gelet op deze dreigingsanalyse, waarvan de juistheid door ACP c.s. slechts in zeer algemene bewoordingen is betwist, zijn de bij het doorgaan van de wedstrijd zonder politiebegeleiding verwachte verstoringen van de openbare orde en veiligheid dermate ernstig dat deze een inbreuk op het stakingsrecht kunnen rechtvaardigen.
4.2.3. Deze tussenconclusie leidt (nog) niet tot toewijzing van de vorderingen. Terecht hebben ACP c.s. erop gewezen dat een bepaalde (maatschappelijke) schade 'op de koop moet worden toe genomen'. Die schade zou kunnen bestaan uit de afgelasting van de wedstrijd. In dit geval is de voorzieningenrechter van oordeel dat - afgezien van verwachte ongeregeldheden waarover hierna meer - een afgelasting schade zou veroorzaken die in het algemeen op de koop zou moeten worden toe genomen.
4.2.4. Evenwel is voldoende aannemelijk geworden dat in deze concrete situatie ook bij afgelasting (andersoortige) openbare orde-problemen zijn te verwachten die van een vergelijkbare ernst zijn als bij het doorgaan van de wedstrijd. In dat opzicht wijkt de situatie af van de situatie zoals geschetst in de uitspraak van de voorzieningenrechter te Amsterdam van 14 december 2007 (LJN BC0279, Ajax-Feyenoord).
Politieregio IJsselland hebben zich in dit verband beroepen op voormelde dreigingsanalyse, die - voor zover in dit verband van belang - het volgende vermeld:
"De situatie rond de Go Ahead Eagles is de laatste weken zeer gespannen. Dit wordt veroorzaakt door de slechte sportieve prestatie in relatie tot de verwachtingen die de supporters hebben.
[...]
Doordat de sportieve doelstelling niet wordt gehaald, heerst er onder de supporters veel onvrede in de richting van bestuur en technische leiding van de club. De slogan die al enige tijd werd gevoerd is: 'Financieel gezond, sportief aan de grond'. Deze onvrede kwam al tot uiting in het stadion (spreekkoren en spandoeken) en op de sociale media, supportersfora en websites.
Op 19 maart werd bekend dat clubicoon en manager technische zaken Marc Overmars na dit seizoen gaat stoppen als manager technische zaken. Hoewel hij een clubicoon is, wordt hij door de supporters ook mede verantwoordelijk gehouden voor de slechte prestaties. Toen vrijwel gelijktijdig bekend werd dat het bestuur had besloten dat het contract van assistent trainer en clubicoon Paul Bosvelt niet verlengd zou worden, veroorzaakte dat veel woede bij supporters. Bosvelt stapte per direct op. De supporters vonden dat de trainer Joop Gall verantwoordelijk was voor de sportieve prestaties en dat hij ontslagen had moeten worden en niet Paul Bosvelt.
De uitwedstrijd tegen Helmond Sport, op 23 maart jl. werd vervolgens met 5-1 verloren. De supporters waren teleurgesteld en kwaad. Een grote groep supporters wachtte 's nachts in Deventer de spelersbus op om de spelers en de trainer ter verantwoording te roepen. Uiteindelijk is de trainer na die wedstrijd gestopt bij de club. De supporters hebben door deze actie een machtig gevoel gekregen. 'Wij hebben even de trainer naar huis gestuurd'.
Sinds deze week is bekend geworden dat de supporters zich nu gaan inzetten om de voorzitter te laten aftreden. Hiervoor worden acties voorbereid tijdens de thuiswedstrijd tegen FC Den Bosch van vrijdag a.s.
Wat is de dreiging als de wedstrijd verboden wordt of anderszins niet gespeeld kan worden.
Deze wedstrijd leeft enorm onder de supportersgroepen van Go Ahead Eagles, in relatie tot de gerezen sportieve en bestuurlijke problemen.
[...]
Indien deze wedstrijd niet gespeeld kan worden, dan is het waarschijnlijk dat de supporters elders een podium gaan zoeken om hun frustraties te kunnen uiten. In ieder geval zullen groepen supporters bij elkaar komen op de bekende locaties [...]. Gezien de actuele situatie zal dit een verhoogde dreiging opleveren en zijn problemen met hen te verwachten.
[...]
Overigens wijs ik u erop dat het afgelasten dan wel verplaatsen van de wedstrijd niet betekent dat er geen risico's meer zijn voor de openbare orde en veiligheid. De huidige situatie onder de supporters is onvoorspelbaar en we houden er rekening mee dat zij doorgaan met hun voorbereidingen tegen de voorzitter van GAE. Daarnaast zal de politie als veroorzaker van het verbod op de wedstrijd gezien worden, wat complicerend is in haar rol als handhaver van de openbare orde."
Deze analyse is door ACP c.s. niet gemotiveerd bestreden, zodat de voorzieningenrechter van de juistheid ervan zal uitgaan, temeer nu de regionale afdelingen van de politiebonden in verband met de verwachte ongeregeldheden de actie hebben ontraden, maar de landelijke bonden de actie toch willen doorzetten.
4.2.5. Ter zitting heeft Politieregio IJsselland er nog op gewezen dat om ongeregeldheden te voorkomen, het zaak is door inzet van een surplus aan politiemensen escalatie vóór te zijn. Een dergelijke inzet kan, indien de actie van ACP c.s. doorgaat, niet worden verzekerd. ACP c.s. hebben slechts zeer in het algemeen aangeboden dat, indien mocht blijken dat er ongeregeldheden ontstaan, de stakende politieambtenaren direct hun actie zullen beëindigen. Die toezegging acht de voorzieningenrechter onvoldoende concreet. In dit verband is van belang dat, doordat de oproep is gedaan aan alle politieambtenaren van Politieregio IJsselland, in het geheel niet duidelijk is hoeveel politieambtenaren (verhoudingsgewijs) aan de actie zullen deelnemen. Evenmin is duidelijk of ook de 'ogen en oren' van Politieregio IJsselland aan de actie zullen deelnemen: indien dat het geval is, staat niet vast dat de politiemensen die zouden moeten worden ingezet ter bestrijding van ongeregeldheden op tijd op de hoogte worden gebracht van de noodzaak van hun inzet. Daarnaast is onvoldoende weersproken dat inzet afstemming vereist, door middel van een briefing of anderszins. ACP c.s. hebben niet uiteengezet op welke wijze ingeval van ongeregeldheden de stakende en niet stakende politieambtenaren alsnog zo snel als in dat geval is vereist, hun inzet kunnen afstemmen om vervolgens alsnog tot een effectief en goed gecoördineerd gezamenlijk politieoptreden te geraken.
4.2.6. De conclusie dient te zijn dat, zowel in de situatie waarbij de wedstrijd doorgaat als in de situatie waarin de wedstrijd wordt afgelast, dermate ernstige openbare orde-problemen zijn te verwachten dat - in verhouding tot het met de actie gediende doel - de actie disproportioneel en dus onrechtmatig is. Politieregio IJsselland vordert dan ook op goede gronden een verbod van de actie.
4.3. ACP c.s. zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Politieregio IJsselland worden begroot op:
- dagvaarding € 76,00
- griffierecht 575,00
- salaris advocaat 904,00
Totaal € 1.555,00
4.3.1. De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. beveelt ACP c.s. de aangekondigde actie op vrijdag 30 maart 2012, inhoudende deelname aan een actievergadering / ledenbijeenkomst van 17.00 tot 22.00, in te trekken en hun medewerking aan het voeren daarvan en hun bijdrage daaraan te beëindigen;
5.2. beveelt met onmiddellijke ingang, doch uiterlijk binnen twee uur na betekening van dit vonnis van de voorzieningenrechter aan haar leden, dan wel de betrokken politieambtenaren bekend te maken dat de actie op vrijdag 30 maart 2012, inhoudende deelname aan een actievergadering / ledenbijeenkomst van 17.00 tot 22.00 onrechtmatig is en dat het haar leden, dan wel de betrokken politieambtenaren niet is toegestaan op enigerlei wijze deze actie (geheel dan wel gedeeltelijk) doorgang te laten vinden en dat deze actie onmiddellijk dient te worden beëindigd en ook beëindigd dient te blijven;
5.3. veroordeelt ACP c.s. in de proceskosten, aan de zijde van Politieregio IJsselland tot op heden begroot op € 1.555,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van twee weken na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4. veroordeelt ACP c.s. in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.A.M. Schreuder en in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2012.