ECLI:NL:RBZLY:2012:BW2944
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering afgifte verklaring omtrent het gedrag (VOG) op basis van justitiële gegevens
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 17 april 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, wonende te Lelystad, en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser had een aanvraag ingediend voor de afgifte van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) in het kader van zijn beëdiging tot advocaat. De aanvraag werd op 12 juli 2011 afgewezen, waarna eiser bezwaar maakte. Dit bezwaar werd op 14 oktober 2011 ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door eiser.
De rechtbank heeft de afwijzing van de VOG beoordeeld aan de hand van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg). De rechtbank oordeelde dat de belangen van de samenleving zwaarder wegen dan de belangen van eiser bij de afgifte van de VOG. Eiser had in zijn justitiële documentatie een veroordeling voor moord, wat volgens de rechtbank een risico voor de samenleving met zich meebrengt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de criteria die door de Staatssecretaris zijn gehanteerd bij de beoordeling van de aanvraag, niet onredelijk zijn en dat de terugkijktermijn van vier jaar correct is toegepast.
Eiser betoogde dat hij voldeed aan het objectieve criterium voor afgifte van de VOG, maar de rechtbank oordeelde dat de justitiële gegevens van eiser, indien herhaald, een belemmering vormen voor een behoorlijke uitoefening van de functie waarvoor de VOG is aangevraagd. De rechtbank heeft de belangenafweging van de Staatssecretaris onderschreven en geoordeeld dat de afwijzing van de VOG terecht was. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en de rechtbank kon niet tegemoetkomen aan het verzoek om de afgifte van de VOG uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.