ECLI:NL:RBZLY:2012:BW3668

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
24 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
Awb 11/2602
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing omgevingsvergunning voor verbouw voederschuur en hooiberg in strijd met bestemmingsplan

In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 24 april 2012 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van twee aanvragen voor omgevingsvergunningen door het college van burgemeester en wethouders van Raalte. Eiseres, vof Het Landgoed 1692, had vergunningen aangevraagd voor de verbouw van een voederschuur en een hooiberg op een perceel dat agrarisch gebied met landschapswaarden was. De aanvragen werden afgewezen omdat de verbouwingen in strijd waren met het geldende bestemmingsplan, dat geen afwijkingen toestond.

De rechtbank oordeelde dat verweerder zich terecht op het standpunt had gesteld dat niet van het bestemmingsplan kon worden afgeweken. Verweerder had de Nota van Uitgangspunten bestemmingsplannen Buitengebied gemeenten Deventer, Olst-Wijhe en Raalte gebruikt bij de beoordeling van de aanvragen. Deze Nota, vastgesteld door de gemeenteraad, diende als beleid waar verweerder zich aan had geconformeerd. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de vergunningen voldoende gemotiveerd was en dat de verbouwing van de voederschuur en hooiberg een aanmerkelijke verandering van de bouwwerken met zich meebracht, ook al wijzigde de functie en het gebruik niet.

De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan hoger beroep open, dat binnen zes weken na verzending van de uitspraak moet worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector Bestuursrecht
Registratienummer: Awb 11/2602
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
vof Het Landgoed 1692,
gevestigd te Wijhe, eiseres,
gemachtigde: mr. T.D. Rijs,
en
het college van burgemeester en wethouders van Raalte,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 16 mei 2011 (primair besluit I) heeft verweerder de aanvraag omgevingsvergunning van eiseres voor de verbouw van een voederschuur afgewezen. Ook bij besluit van 16 mei 2011 (primair besluit II) heeft verweerder de aanvraag omgevingsvergunning van eiseres voor de verbouw van een hooiberg afgewezen.
Het tegen die besluiten gemaakte bezwaar is bij het besluit van 9 november 2011 (het bestreden besluit) ongegrond verklaard.
Eiseres heeft op 19 december 2011 tegen dit besluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft op 20 februari 2012 een verweerschrift ontvangen.
Het beroep is ter zitting van 22 maart 2012 behandeld. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door A, vennoot, en haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door P.B.M. Droste.
Overwegingen
1. Eiseres heeft op 23 maart 2011 twee vergunningen aangevraagd, één voor de verbouw van een voederschuur en één voor de verbouw van een hooiberg, beide gelegen op een perceel, kadastraal bekend als gemeente Raalte, sectie M, nr. 2705, nabij de X-weg te Raalte. Het perceel wordt gebruikt als dierenweide. Volgens het geldende bestemmingsplan rust op het perceel de bestemming agrarisch gebied met landschapswaarden. Om de verbouwingen te kunnen realiseren is afwijking van het bestemmingsplan noodzakelijk.
In het bestemmingsplan zelf zijn geen regels opgenomen die afwijking van het bestemmingsplan mogelijk maken. Ook zijn deze bouwplannen bij algemene maatregel van bestuur niet aangewezen als een geval waarbij de omgevingsvergunning ondanks strijd met het bestemmingsplan kan worden verleend.
2. In geschil is of in dit geval afgeweken kan worden van het bestemmingsplan, zodat de omgevingsvergunningen toch kunnen worden verleend.
3. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat de verbouw van de voederschuur en hooiberg een transformatie oplevert van ander-bouwwerk naar gebouw. Dit is, anders dan eiseres stelt, een aanmerkelijke verandering, ook al wijzigt de functie en het gebruik niet. Voor zover eiseres heeft bedoeld dat verweerder de vergunningen had moeten verlenen omdat de functie en het gebruik van de bouwwerken niet aanmerkelijk verandert, is de rechtbank van oordeel dat dit betoog niet opgaat.
4.1. Ingevolge artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, sub 3º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) kunnen in dit geval de omgevingsvergunningen, ondanks dat de bouwplannen in strijd zijn met het bestemmingsplan, toch worden verleend indien de bouwactiviteiten niet in strijd zijn met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Dit artikel kent verweerder een discretionaire bevoegdheid toe. De rechtbank dient het bestreden besluit dan ook terughoudend te toetsen.
4.2. Verweerder gebruikt bij de beoordeling van deze afwijkingsmogelijkheid de Nota van Uitgangspunten bestemmingsplannen Buitengebied gemeenten Deventer, Olst-Wijhe en Raalte (de Nota). Deze Nota is beleid dat is vastgesteld door de gemeenteraad van Raalte en niet door verweerder. Verweerder heeft zich echter wel aan dit beleid geconformeerd. Aannemelijk is geworden dat verweerder dit beleid consequent toepast. De Nota dient dan ook te worden beschouwd als een bestendige gedragslijn van verweerder. Anders dan eiseres meent, heeft verweerder niet volstaan met een ongemotiveerde verwijzing naar de Nota. Het besteden besluit is voldoende gemotiveerd.
Zoals verweerder heeft uitgelegd, is de gemeente Raalte bezig met het maken van een nieuw bestemmingsplan. Om tijdens de voorbereidingsprocedure van dat bestemmingsplan bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen alvast mogelijk te maken is de Nota opgesteld. In het licht van dat doel en nu de Nota niets vermeldt over de door eiseres beoogde bouwactiviteiten, heeft verweerder zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat niet van het bestemmingsplan kan worden afgeweken.
5. Uit het voorgaande volgt dat het beroep van eiseres ongegrond is. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.J.B. Cornelissen, rechter, en door hem en mr. P.A.M. Spreuwenberg als griffier ondertekend. Uitgesproken in het openbaar op
Afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat voor een belanghebbende en het bestuursorgaan hoger beroep open. Dit dient te worden ingesteld binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak door een beroepschrift en een kopie van deze uitspraak te zenden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.
U kunt ook digitaal hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Kijk op www.raadvanstate.nl voor meer informatie over het indienen van digitaal beroep.