ECLI:NL:RBZLY:2012:BW3945
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Oosterveld
- D. Hardonk-Prins
- Rechtspraak.nl
Besluit tot invaarbeperking voor schepen langer dan 39 meter in Friese Sluis, Voorstersluis en Ketelsluis
In deze zaak gaat het om een besluit van de Gedeputeerde Staten van Flevoland, dat op 29 september 2009 is genomen, waarbij een invaarbeperking is ingesteld voor schepen langer dan 39 meter in de Friese Sluis, Voorstersluis en Ketelsluis. Dit besluit is genomen naar aanleiding van een risicoanalyse uit 2001 en een onderzoeksrapport uit 2002, waarin de gevolgen van scheepsaanvaringen in schutsluizen zijn onderzocht. De rechtbank heeft eerder een besluit van verweerder vernietigd, waardoor een nieuw besluit op bezwaar moest worden genomen. In het thans bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eisers ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft ter zitting vastgesteld dat verweerder zijn standpunt heeft aangepast en nu stelt dat de basis voor de invaarbeperking niet de Verordening is, maar de Wet op de Waterkering. De rechtbank heeft geoordeeld dat het besluit van 29 september 2009 moet worden aangemerkt als een verkeersbesluit, en dat verweerder bevoegd was om deze invaarbeperking in te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de motivering van het besluit voldoet aan de wettelijke vereisten en dat de belangen van de veiligheid van het scheepvaartverkeer zijn gewaarborgd.
De rechtbank heeft het beroep van eisers gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen van het besluit in stand gelaten. Verweerder is veroordeeld in de proceskosten van het geding en moet het griffiegeld vergoeden. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open voor belanghebbenden en het bestuursorgaan, dat binnen zes weken na verzending van de uitspraak moet worden ingesteld.