ECLI:NL:RBZLY:2012:BW8068
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Gerechtelijke rangregeling en zorgplicht van de bank in executieprocedure
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, ging het om een gerechtelijke rangregeling van de restant-executieopbrengst van een onroerende zaak. De eiseres, ING Bank N.V., had een derde hypotheekrecht op de woonboerderij van de gedaagde(n). De bank vorderde een rangschikking van haar vordering tot een bedrag van EUR 77.037,55, na de voldoening van de eerste hypotheekhouder, Fortis Hypotheekbank. De rechtbank oordeelde dat de bank niet in algemene zin een bijzondere zorgplicht had ten opzichte van de gedaagde, die slechts AOW-inkomsten had. De gedaagde had de bank gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam, waarbij hij stelde dat de bank tekortgeschoten was in haar zorgplicht en aansprakelijk was voor de schade die hij had geleden. De rechtbank concludeerde dat de bank voldoende rekening had gehouden met de financiële situatie van de gedaagde en dat er geen bijzondere zorgplicht bestond die de bank verplichtte om de gedaagde te beschermen tegen de risico's van de hypothecaire lening. De rechtbank wees de vordering van de gedaagde af en veroordeelde hem in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 16 mei 2012.