ECLI:NL:RBZLY:2012:BW9591
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L.E.C. van Rijckevorsel-Besier
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanslag watersysteemheffing voor natuurterreinen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 22 juni 2012 uitspraak gedaan in een geschil over de watersysteemheffing. Eiser, wonende te Dalfsen, had bezwaar gemaakt tegen een aanslag van de heffingsambtenaar van het Gemeenschappelijke Belastingkantoor Oost Nederland, die de percelen van eiser had aangemerkt als 'ongebouwd buitendijks'. De aanslag betrof een bedrag van € 696,31 voor het belastingjaar 2011. Eiser stelde dat de percelen als natuur moesten worden aangemerkt, omdat ze onttrokken waren aan de landbouw en volledig ten dienste stonden van natuurbeheer en weidevogelbeheer. Verweerder daarentegen handhaafde de aanslag en stelde dat de inrichting van de percelen nog niet voldeed aan de voorwaarden van de Waterschapswet.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 12 april 2012, waarbij eiser aanwezig was en verweerder vertegenwoordigd werd door mr. M. Vliegenthart. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser weliswaar verklaarde dat de percelen als natuur worden beheerd, maar dat de inrichting nog niet volledig was afgestemd op het behoud of de ontwikkeling van natuur, zoals vereist in artikel 116 van de Waterschapswet. De rechtbank concludeerde dat de percelen terecht als 'ongebouwd buitendijks' waren aangemerkt door verweerder.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene wet inzake rijksbelastingen, en is openbaar uitgesproken.