ECLI:NL:RBZLY:2012:BX3130

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
31 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
600017 CV 12-1856
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid gemeente voor schade aan voertuig door bermomstandigheden

In deze zaak vorderde DaimlerChrysler Financial Services B.V., h.o.d.n. Mercedes-Benz Insurance Services, een schadevergoeding van de gemeente Staphorst wegens schade aan de velgen van een voertuig, veroorzaakt door een kuil in de berm van de Spoordijk. De schade, ter hoogte van € 1.535,17, was ontstaan toen de bestuurder, de heer [B], met een snelheid van 60 km/u de berm inreed om een tegenligger te ontwijken. De gemeente Staphorst betwistte de aansprakelijkheid en stelde dat de schade het gevolg was van het rijgedrag van [B]. De kantonrechter diende te beoordelen of de berm als gebrekkig kon worden gekwalificeerd volgens artikel 6:174 BW.

De rechter oordeelde dat de berm niet voldeed aan de eisen van gebrekkigheid. De foto's toonden aan dat de hoogteverschillen in de berm acceptabel waren volgens de richtlijnen van het CROW, die een hoogteverschil tot 4,5 cm als aanvaardbaar beschouwen. De kantonrechter concludeerde dat de gemeente haar zorgplicht niet had geschonden en dat de schade aan de velgen voornamelijk te wijten was aan de snelheid en het rijgedrag van [B].

De vordering van DaimlerChrysler werd afgewezen, en de gemeente Staphorst werd niet aansprakelijk gesteld voor de schade. De kantonrechter veroordeelde DaimlerChrysler in de proceskosten, aangezien zij als de in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd. Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van bestuurders om hun rijgedrag aan te passen aan de omstandigheden van de weg, inclusief de staat van de berm.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
sector kanton – locatie Zwolle
zaaknummer : 600017 CV EXPL 12-1856
datum : 31 juli 2012
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap DAIMLERCHRYSLER FINANCIAL SERVICES B.V., h.o.d.n. Mercedes-Benz Insurance Services,
gevestigd te Utrecht,
eisende partij, verder te noemen: ‘DaimlerChrysler’,
gemachtigde Vesting Finance Incasso B.V.,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE STAPHORST,
zetelende te Staphorst,
gedaagde partij, verder te noemen: ‘de gemeente Staphorst’,
procederend bij haar burgemeester J.D. Alssema.
De procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- de dagvaarding d.d. 5 maart 2012
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Het geschil
DaimlerChrysler vordert veroordeling van de gemeente Staphorst tot betaling van € 2.055,47, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.535,17 vanaf 5 maart 2012 tot de dag der voldoening, met veroordeling van de gemeente Staphorst in de proceskosten.
De gemeente Staphorst heeft de vordering bestreden en de afwijzing daarvan bepleit.
De vaststaande feiten
Tussen partijen staat als gesteld en erkend dan wel niet (voldoende) betwist, mede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden bescheiden, het volgende vast.
a. Op 1 mei 2010 omstreeks 15:00 uur reed de heer [B] (hierna: [B]) met zijn auto van het merk Mercedes, met het kenteken [kenteken] (hierna: de auto), te Staphorst op de Spoordijk komende uit de richting van Nieuwleusen. Op deze weg in het buitengebied van de gemeente Staphorst is de maximale snelheid 60 km/u.
b. Om een tegenligger te ontwijken is [B] ter hoogte van de crossbaan ‘’t Wiede Gat’ in de berm gaan rijden. De weg is daar bochtig. De berm bestaat uit bermmix en in de bocht was destijds tevens een rij grasbetonstenen aangebracht. Daarbij is schade ontstaan aan zijn auto aan de velgen rechtsvoor en rechtsachter.
c. De auto van [B] was voorzien van sportieve velgen. Ter vervanging van de beschadigde velgen heeft [B] twee nieuwe velgen aangeschaft voor in totaal € 1.535,17.
d. Op 7 mei 2010 heeft [B] de gemeente Staphorst aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden schade van € 1.535,17 middels het formulier ‘Aansprakelijkstelling’, welk door hem als volgt is ingevuld, voor zover relevant:
‘(...) kwam mij (...) een tegenligger tegemoet, waarvoor ik de berm in moest, wat geheel normaal is.
Er zit echter een behoorlijke kuil vóór de graskeien, die er gedeeltelijk zijn gelegd. Deze kuil is zodanig diep (zie foto’s), dat er aan twee velgen schade is ontstaan.
(...)
Snelheid toen het voorval gebeurde Km/h ca. 60 km/h’
e. DaimlerChrysler is als verzekeraar gesubrogeerd in de rechten van haar verzekeringnemer [B]. Op 19 juli 2010 heeft DaimlerChrysler de gemeente Staphorst aansprakelijk gesteld voor de door [B] geleden schade.
f. De gemeente Staphorst heeft deze aansprakelijkheid afgewezen.
g. De richtlijnen van het CROW, het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte, bevelen onder meer het volgende aan:
‘Tabel 5. Richtlijnen voor de geaccepteerde schade voor de verschillende kwaliteitsaspecten (elementen)
(...)
Dwarsonvlakhei Hoogteverschillen van maximaal 25-45 mm over maximaal de helft van de lengte van het wegvak. Dit geldt voor wegtype 3, 4, 5.’
h. De gemeente Staphorst voert conform het ‘Wegenbeheersplan 2009-2012’ jaarlijks een visuele inspectie uit om de kwaliteit van de bermverhardingen te toetsen aan de richtlijnen van het CROW alsmede om gevaarlijke situaties te signaleren.
De standpunten van partijen
Op wat DaimlerChrysler aan haar vordering dan wel de gemeente Staphorst aan haar verweer ten grondslag heeft gelegd, zal, voor zover relevant, in het navolgende worden ingegaan.
De beoordeling
1.
DaimlerChrysler grondt haar vordering tot vergoeding van de door haar verzekeringnemer [B] geleden schade op artikel 6:174 lid 2 jo. 6:162 BW. DaimlerChrysler stelt dat de schade aan de velgen van de auto van [B] is ontstaan door een diepe kuil in de berm van de Spoordijk te Staphorst. De gemeente Staphorst stelt zich op het standpunt dat de schade van [B] niet te wijten is aan de onderhoudstoestand van de weg, maar aan zijn rijgedrag.
2.
De vraag die eerst voorligt is of de Spoordijk ter plaatse van het schadeveroorzakende voorval kan worden gekwalificeerd als gebrekkig in de zin van artikel 6:174 lid 2 BW. Hoewel de berm van een weg niet uitdrukkelijk wordt genoemd in artikel 6:174 lid 6 BW brengt een redelijke uitleg van die bepaling mee dat voor de toepassing van artikel 6:174 BW onder weg mede de bij die weg behorende berm dient te worden begrepen wanneer ligging en de toestand van de berm relevant zijn voor de beoordeling van de vraag of die weg een gevaar oplevert voor gebruikers (vgl. HR 17 november 2000, NJ 2001, 10). Van aansprakelijkheid in de zin van artikel 6:174 BW is eerst sprake als een weg niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, waardoor gevaar voor personen of zaken ontstaat.
3.
Uit de door DaimlerChrysler overgelegde foto's van de situatie ter plaatse en ten tijde van het voorval blijkt dat het gaat om een asfaltweg in het buitengebied, waarbij het gebruik van de berm niet zelden noodzakelijk is om een tegenligger te passeren. Gelet op de rijrichting van [B] bestond de berm rechts van de weg uit een verharde bermmix. In de bocht liep deze bermverharding over in een rij grasbetonstenen. DaimlerChrysler stelt dat de schade aan de velgen van de auto van [B] is ontstaan door een ‘kuil’ van circa 10 cm vóór de overgang van de bermmix naar de grasbetonstenen. Op de foto’s is te zien dat de overgang van de bermmix naar de grasbetonstenen en de overgang van de bermmix en/of grasbetonstenen naar het naastgelegen asfalt niet perfect op elkaar aansluiten. Van het door DaimlerChrysler gestelde hoogteverschil van 10 cm is echter geen sprake. De op de foto’s zichtbare niveauverschillen bedragen slechts enkele centimeters, naar schatting variërend van ongeveer 3 tot 5 cm. De zorgplicht van een wegbeheerder strekt niet zover dat elke oneffenheid dient te worden verwijderd. Bovendien merken de door de gemeente Staphorst gehanteerde richtlijnen van het CROW een hoogteverschil tot 4,5 cm in ieder geval aan als acceptabel. Deze richtlijnen hebben weliswaar geen wettelijke basis, maar kunnen wel worden gezien als een richtsnoer voor de eisen die aan een weg gesteld mogen worden. De onderhavige niveauverschillen vallen onder deze norm, dan wel wijken daarvan hooguit nauwelijks af.
4.
Uit het overgelegde ‘Wegenbeheersplan 2009-2012’ is op te maken dat de gemeente jaarlijks inspecties uitvoert ter controle van de toestand van de bermen. Bij dupliek heeft de gemeente afdoende toegelicht dat de door DaimlerChrysler uit bijlage 2 bij dit plan getrokken conclusie dat er aan de Spoordijk geen onderhoud wordt verricht, onjuist is. Uit het wegenbeheersplan kan worden geconcludeerd dat er in deze periode geen groot onderhoud aan deze weg zal plaatsvinden. Dat betekent nog niet dat er sprake is van een gebrekkige weg.
5.
Daarbij gaat het hier om een oneffenheid in de berm in een buitengebied. Het is een feit van algemene bekendheid dat het rijden in de berm risico’s met zich brengt. Een weggebruiker moet er rekening mee houden dat de ondergrond van een berm niet altijd perfect egaal is en dient zijn rijgedrag daarop aan te passen. [B] heeft op het overgelegde formulier ‘aansprakelijkstelling’ ingevuld dat hij ten tijde van het voorval met een snelheid van 60 km/u reed. De maximale snelheid ter plaatse is 60 km/u. Door met deze maximale snelheid de berm in te rijden, heeft [B] niet de nodige voorzichtigheid in acht genomen. De gemeente hoefde er geen rekening mee te houden dat een weggebruiker met die hoge snelheid in de berm zou gaan rijden op een bochtige weg. Daarbij komt dat de auto van [B] was voorzien van sportieve velgen met banden met een lage wang (zijkant), waardoor van hem een nog grotere mate van voorzichtigheid kon worden gevergd om de daaraan ontstane schade te voorkomen. Gesteld noch gebleken is dat de schade ook zou zijn ontstaan indien [B] zijn snelheid aanmerkelijk had verminderd.
6.
Gelet op het voorgaande kan niet worden gezegd dat de berm in een staat van onderhoud verkeerde dat beneden het niveau ligt dat voor dit soort weg van de gemeente kan worden geëist. Naar het oordeel van de kantonrechter voldoet de onderhavige berm dan ook aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen. DaimlerChrysler heeft geen feiten of omstandigheden gesteld die indien bewezen tot een ander oordeel kunnen leiden, zodat aan nadere bewijslevering niet wordt toegekomen. De conclusie is daarom dat er geen sprake is van een gebrekkige weg in de zin van artikel 6:174 lid 1 BW.
7.
DaimlerChrysler heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat, ondanks het feit dat zich geen gebrek als bedoeld in artikel 6:174 lid 1 BW voordoet, niettemin sprake is van onrechtmatig handelen in de zin van artikel 6:162 BW.
8.
Het moet er dan ook voor worden gehouden dat de door DaimlerChrysler gestelde schade is veroorzaakt door een fout van [B], te weten dat hij zijn snelheid niet voldoende heeft aangepast aan de situatie ter plaatse.
9.
De slotsom is dat de vordering van DaimlerChrysler op grond van het bovenstaande niet voor toewijzing in aanmerking komt.
10.
DaimlerChrysler zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt DaimlerChrysler in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van de gemeente Staphorst begroot op nihil.
Aldus gewezen door mr. W.F. Boele, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 31 juli 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.