ECLI:NL:RBZLY:2012:BY2687

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
8 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
202936 - KZ ZA 12-187
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Analoge toepassing van artikel 568 Rv op een in het buitenland te boek gesteld schip in kort geding

In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 8 november 2012 uitspraak gedaan in een kort geding tussen drie partijen: Universal Leasing GmbH, Naval Marine GmbH en Fiwado B.V. De zaak betreft een geschil over de executie van een recht van hypotheek op het binnenvaartschip 'GMS BALU', dat te boek staat in Duitsland. Universal Leasing heeft een hypotheek op het schip verkregen in verband met een lening aan een derde, [A], die zijn verplichtingen niet is nagekomen. De vordering van Universal Leasing bedraagt ongeveer € 1.100.000, terwijl de handelswaarde van het schip op € 750.000 is getaxeerd.

De procedure is gestart door een verzoek van Universal Leasing om de executie van het schip over te nemen, omdat het schip aanzienlijke vorstschade heeft opgelopen en een spoedige verkoop noodzakelijk is. Naval Marine en Fiwado hebben hiertegen bezwaar gemaakt en stellen dat Universal eerst executoriaal beslag moet leggen voordat tot verkoop kan worden overgegaan. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is bij een beslissing, gezien de schade aan het schip en de noodzaak om de executie snel te regelen.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de analoge toepassing van artikel 568 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mogelijk is, ook al staat het schip geregistreerd in een buitenlands register. De rechter heeft geconcludeerd dat Universal Leasing de executie mag overnemen, omdat er geen rechtens relevant belang is voor Naval Marine of Fiwado om de verkoop te vertragen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
Locatie Zwolle
zaaknummer / rolnummer: 202936 / KZ ZA 12-187
Vonnis in kort geding ex artikel 438 lid 4 Rv van 8 november 2012
in de zaak van
de vennootschap naar Duits recht
UNIVERSAL LEASING GMBH,
gevestigd te Essen,
advocaat mr. D.J. von Rosenstiel te Enschede,
tegen
1. de vennootschap naar Duits recht
NAVAL MARINE GMBH,
gevestigd te Duisburg,
advocaat mr. E.C.H. van Loosbroek te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FIWADO B.V.,
gevestigd te Zwijndrecht,
advocaat mr. Z.H. van Dorth te Cappelle aan de IJssel,
Partijen zullen hierna Universal Leasing, Naval Marine en Fiwado genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het proces-verbaal houdende relaas van bezwaren van deurwaarder met betrekking tot executie of om daartoe te geraken ter fine van beslissing bij wege van kort geding (art. 438 lid 4 Rv (het deurwaardersrenvooi) (verder: het proces-verbaal);
- 2 producties van Universal Leasing;
- 3 producties van Naval Marine;
- een productie van Fiwado;
- de mondelinge behandeling.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Bij akte van 12 oktober 2007 opgemaakt ten overstaan van Dr. Gunter Ringel, notaris te Elsfleth/Weser (Duitsland), heeft Universal Leasing een recht van (scheeps)hypotheek verkregen op het binnenvaartschip "GMS BALU" (verder: het schip) in verband met een lening aan dhr. [A] van € 1.335.000. Het schip is te boek gesteld in Duitsland. Het recht van hypotheek is ingeschreven in het "Binnenschiffsregister" van het Amtsgericht te Minden (Duitsland).
2.2. [A] is zijn verplichtingen uit de leenovereenkomst niet nagekomen. Bij brief van 30 september 2011 heeft Universal Leasing de leenovereenkomst "fristlos"opgezegd. De restschuld van [A] aan Universal Leasing bedraagt ongeveer € 1.100.000. De handelswaarde (gedefinieerd als "der Wert [...] den das Fahrzeug zur Zeit auf dem Markt erzielen kann, wenn es ohne jeden Druck von zweiter Seite angeboten wird") is op 20 oktober 2011 getaxeerd op € 750.000.
2.3. In verband met een vordering op [A] heeft Naval Marine op 28 september 2011 op het schip conservatoir beslag doen leggen. Bij "Teilversäumnis- und Schlussurteil" van 23 maart 2012 van het Landsgericht Duisburg (Duitsland) is de vordering waarvoor beslag is gelegd tot bedragen van in hoofdsom € 30.000 en € 28.000 toegewezen. Op 22 juni 2012 is een EET-verklaring voor het vonnis van 23 maart 2012 afgegeven.
2.4. In verband met een vordering op [A] heeft Fiwado op 29 maart 2012 op het schip conservatoir beslag doen leggen. Bij vonnis van 11 juli 2012 van de rechtbank Dordrecht is [A] bij verstek veroordeeld tot betaling van, in hoofdsom, € 28.441,05.
2.5. Naval Marine noch Fiwado zijn overgegaan tot executoriale verkoop van het schip. Universal Leasing heeft verzocht de tenuitvoerlegging van de verkoop van het schip op de voet van artikel 568 Rv te mogen overnemen. Naval Marine en Fiwado hebben zich hiertegen verzet.
3. Het geschil
3.1. Als omschrijving van het bezwaar ten aanzien waarvan de deurwaarder heeft gevraagd dat de voorzieningenrechter zal beslissen is in het proces-verbaal, voor zover van belang vermeld:
"dat nu het onderhavige Duitse schip [...] weliswaar te boek staat in de Duitse Openbare Registers [...] doch niet in de Nederlandse Openbare Registers, zich de vraag (het bezwaar) aandient of:
- de executie, naar analogie redenerend en mede gelet op het feit dat met de Europese verdragen (EEX, EET, EU Bet-VO) beoogd wordt een Europese ruimte te creëren waarbinnen een vrije circulatie van titels kan plaatsvinden en territoriale belemmeringen zo veel mogelijk worden weggenomen, door Universal [Universal Leasing - voorzieningenrechter] ex artt 568 jo 509 jo 544 Rv overgenomen kan worden en er een notaris kan worden aangewezen die dag, uur en plaats van de executoriale verkoop zal vaststellen
dan wel
- dat Universal eerst executoriaal beslag dient te leggen en dan de weg van art 569 lid 2 Rv dient te bewandelen om tot een executoriale verkoop van het schip te geraken;"
Daarbij heeft de deurwaarder opgemerkt dat het leggen van beslag en het betekenen daarvan aan [A], woonachtig in Duitsland (de tweede optie), de nodige tijd in beslag zullen nemen en dat zulks in het belang van Universal Leasing, Naval Marine noch Fiwado is. Het schip heeft in de vorige winter aanzienlijke vorstschade opgelopen; bij een nieuwe vorstperiode valt te vrezen voor verdere schade. Het is dus in het belang van eenieder die zich wenst te verhalen op het schip dat het schip zo spoedig mogelijk, zo mogelijk voor de eerste vorstperiode van dit jaar zal worden verkocht.
3.2. Universal Leasing heeft zich op het standpunt gesteld dat het wenselijk en mogelijk is dat zij de verkoop van het schip op de voet artikel 568 lid 2 Rv overneemt.
3.3. Naval Marine en Fiwado hebben zich op het standpunt gesteld dat zulks niet wenselijk is of mogelijk is en dat de weg van artikel 569 Rv dient te worden gevolgd. Zij zijn bereid om tegen een nader overeen te komen bedrag af te zien van hun executierechten.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Van een spoedeisend belang van partijen bij een beslissing op het bezwaar is in voldoende mate gebleken.
4.2. Artikel 568 Rv bepaalt, voor zover van belang, dat de artikelen 508 en 509 Rv van overeenkomstige toepassing zijn indien op een in beslag genomen schip dat te boek staat in de openbare registers bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 BW een of meer hypotheken rusten. Artikel 509 geeft de hypotheekhouder de mogelijkheid de executie over te nemen.
4.2.1. In artikel 568 Rv worden aldus de Nederlandse openbare registers aangewezen. Buitenlandse openbare registers zijn niet genoemd in afdeling 2 van titel van Boek 3 BW.
Tussen partijen is niet in geschil dat het schip niet in een Nederlands, maar in een Duits openbaar register staat geregistreerd. De vraag die derhalve aan de orde is, is of Universal Leasing zich kan beroepen op analoge toepassing van artikel 568 Rv.
4.2.2. De voorzieningenrechter beantwoordt deze vraag bevestigend. De regeling tot overname van de executie door een hypotheekhouder strekt er enerzijds toe misverstand uit te sluiten over de vraag wie tot executie mag overgaan en strekt er anderzijds toe te verzekeren dat een hypotheekhouder niet door een talmende executant wordt gefrustreerd in zijn executiebevoegdheid. Niet valt in te zien om welke reden een persoon die in het buitenland een recht van hypotheek heeft doen vestigen op een in het buitenland geregistreerd schip niet ook deze bevoegdheid zou mogen toekomen, indien de executie op dat schip in Nederland plaatsvindt.
4.2.3. Dat geldt eens te meer in een situatie als de onderhavige. Onweersproken is dat vorst (verdere) schade aan het schip kan veroorzaken en dat dit een prijsdrukkend effect heeft. Met name Universal Leasing, van wie de vordering naar moet worden aangenomen, in elk geval ten dele zal worden betaald, heeft derhalve een direct belang bij spoedige verkoop. Van enig rechtens relevant belang van Naval Marine of Fiwado om (te bewerkstelligen) daarmee te wachten is niet gebleken. Als rechtens relevant belang kan niet worden aangemerkt het frustreren van een spoedige verkoop om zo Universal Leasing te bewegen enig bedrag aan de beslaglegger(s) te betalen, hetgeen met name Naval Marine lijkt na te streven met haar opstelling.
4.3. De voorzieningenrechter ziet aanleiding de proceskosten te compenseren in die zin dat iedere partij haar eigen proceskosten draagt.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. staat toe dat Universal Leasing de executie overneemt overeenkomstig het bepaalde in artikel 509 Rv;
5.2. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.3. compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij haar eigen proceskosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.S. Lebens-de Mug en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2012.