ECLI:NL:RBZLY:2012:BY5951
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- W.F. Bijloo
- Y. van der Zaan-van Arnhem
- Rechtspraak.nl
Onvoorwaardelijk strafontslag voor PIW-er niet evenredig met de aard en de ernst van het geconstateerde plichtsverzuim; beroep gegrond
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 11 december 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker, werkzaam als senior penitentiairinrichtingswerker, en de Minister van Veiligheid en Justitie. De verzoeker was op 27 februari 2012 met onmiddellijke ingang ontslagen wegens zeer ernstig plichtsverzuim. Dit ontslag volgde op een reeks van incidenten en gedragingen die door de werkgever als onacceptabel werden beschouwd. De verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening, waarbij hij onder andere vroeg om doorbetaling van zijn salaris en het hervatten van zijn werkzaamheden.
De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 30 november 2012, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde. De rechter heeft vastgesteld dat de werkgever onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor het ontslag en dat de opgelegde straf niet in verhouding staat tot de ernst van de verweten gedragingen. De rechter heeft daarbij gekeken naar de belangen van de verzoeker en de noodzaak van een spoedige voorziening.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het bestreden besluit van 29 oktober 2012 vernietigd moet worden, omdat het niet voldoet aan de vereisten van een deugdelijke motivering. De verzoeker heeft recht op doorbetaling van zijn salaris en de kosten van de procedure zijn toegewezen aan de verweerder. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van belangen en de noodzaak van een goede onderbouwing bij disciplinaire maatregelen.