ECLI:NL:RBZUT:1995:BB6730
Rechtbank Zutphen
- Voorlopige voorziening
- H.R. Borgerhoff Mulder
- J.A. Lok
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake erfafscheiding en voorgevelrooilijn bij hoekwoning
In deze zaak heeft verzoeker op 24 november 1994 een bezwaarschrift ingediend bij verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn, en verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was gericht op het schorsen van een besluit van 17 november 1994, waarbij verzoeker was gelast om het verhogen van een erfafscheiding op zijn perceel te staken. De openbare behandeling van het verzoek vond plaats op 12 januari 1995, waarbij verzoeker in persoon verscheen en verweerder vertegenwoordigd werd door mr. C.C.N.M. van Rijckevorsel.
De rechtbank heeft in haar uitspraak van 17 januari 1995 geoordeeld dat de bevoegdheid van verweerder om bestuursdwang toe te passen niet in twijfel kan worden getrokken. Verzoeker betwistte de bevoegdheid van verweerder op basis van de Woningwet, maar de rechtbank oordeelde dat de erfafscheiding in strijd was met artikel 40 van de Woningwet. De rechtbank benadrukte dat de toetsing van de voorlopige voorziening een voorlopig karakter heeft en niet bindend is voor de bodemprocedure. De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, waarmee het bestreden besluit van verweerder in stand bleef.