ECLI:NL:RBZUT:2001:AB2254

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
19 juni 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
40105 / KG ZA 01-200
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.M.H. van Staveren
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over non-conformiteit van een kampeerauto en aansprakelijkheid van de verkoper

In deze zaak, die op 19 juni 2001 door de Rechtbank Zutphen werd behandeld, vorderde Laurens Trade & Administration B.V. (hierna: Laurens) in kort geding dat Jan Bakker Campers B.V. (hierna: Jan Bakker) zou worden veroordeeld om een beperking aan de camper op te heffen. Laurens had in 1999 een kampeerauto van Jan Bakker gekocht, maar ontdekte dat deze ernstige vochtschade had, die volgens een expert al vóór de koop aanwezig was. Laurens vorderde dat Jan Bakker de beperking aan de camper zou opheffen en stelde een dwangsom voor elke dag dat hij in gebreke bleef. Jan Bakker voerde verweer en stelde dat hij niet op de hoogte was van de gebreken en dat hij geen mededelingsplicht had. De rechtbank oordeelde dat Laurens niet had aangetoond dat Jan Bakker op de hoogte was van de gebreken en dat er geen garantie was gegeven over de afwezigheid van vocht. De vordering van Laurens werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de kosten van de procedure. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor kopers om zelf onderzoek te doen naar de staat van een tweedehands voertuig en de beperkingen van de aansprakelijkheid van verkopers in dergelijke gevallen.

Uitspraak

PRESIDENT VAN DE ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ZUTPHEN
kort gedingnummer : 40105 / KG ZA 01-200
vonnis van: 19 juni 2001
Vonnis in kort geding in de zaak van:
de besloten vennootschap LAURENS TRADE & ADMINISTRATION B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Austerlitz,
eiseres bij dagvaarding van 1 juni 2001,
procureur: mr. F. Leemans,
advocaat: mr. G.M. Bots te Utrecht,
tegen:
de besloten vennootschap JAN BAKKER CAMPERS B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
gedaagde,
procureur: mr. S.P. ter Linden.
Partijen worden hierna mede Laurens en Jan Bakker genoemd.
1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De openbare behandeling van het kort geding heeft plaats gevonden op 8 juni 2001. Laurens heeft onder overlegging van producties geconcludeerd tot toewijzing van het gevorderde. Zij heeft daarbij de dagvaarding gerectificeerd in die zin dat als vestigingsplaats van Jan Bakker, Apeldoorn dient te worden vermeld in plaats van Zevenaar. Jan Bakker heeft zich hiertegen niet verzet en heeft onder overlegging van producties bepleit het gevorderde af te wijzen. Partijen hebben daarna vonnis gevraagd.
2. DE FEITEN
In dit geding wordt onder meer van het volgende uitgegaan:
Op 18 februari 1999 heeft Laurens van Jan Bakker een kampeerauto gekocht van het merk Fiat met als kenteken 84-VG-BP.
De koopprijs bedroeg ¦ 52.500,--.
Het bouwjaar van de kampeerauto was 1992.
In juli 2000 heeft een aanrijding met de auto plaats gevonden.
De auto is vervolgens naar CampTech B.V. te Houten gebracht om te worden gerepareerd.
Tijdens deze reparatie bleek, nadat de aluminium dakplaten waren verwijderd, dat een groot deel van het hecht- en onderhout dat onder deze platen zat, verrot was.
Op dit moment staat de kampeerwagen, niet gerepareerd, op het terrein van CampTech B.V.
3. DE VORDERING, DE GRONDEN EN HET VERWEER
Laurens vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Jan Bakker te veroordelen de beperking aan de camper binnen zeven dagen na de datum van dit vonnis op te heffen met veroordeling van Jan Bakker tot betaling van een dwangsom van ¦ 1.000,-- voor iedere dag dat zij in gebreke blijft aan de gevraagde veroordeling te voldoen, dan wel Laurens te machtigen deze beperking door CampTech B.V. te Houten te doen opheffen op kosten van Jan Bakker met veroordeling van Jan Bakker tot het stellen van een zekerheid van ¦ 15.000,-- binnen zeven dagen na datum van dit vonnis voor de betaling van de door CampTech in rekening te brengen bedragen; met veroordeling van Jan Bakker tot betaling van een dwangsom van ¦ 1.000,-- voor iedere dag dat zij in gebreke blijft de zekerheid in voege als voormeld te stellen; met veroordeling van Jan Bakker in de kosten van deze procedure.
Aan deze vordering legt Laurens tegen de achtergrond van de vaststaande feiten het volgende ten grondslag. Een schade-expert heeft de kampeerauto bekeken. Volgens deze expert is het verrottingsproces ingetreden vóór de datum van de koop van de auto. Laurens heeft aldus niet geleverd gekregen wat zij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Het spoedeisend belang van Laurens bij haar vordering is gelegen in het feit dat de kampeerauto sinds juli 2000 dan wel februari 2001 stil staat en CampTech heeft aangekondigd stallingkosten te zullen gaan berekenen.
Jan Bakker heeft gemotiveerd verweer gevoerd waarop zo nodig in het hierna volgende zal worden ingegaan.
4. DE BEOORDELING
4.1 Gelet op het verweer van Jan Bakker dient allereerst beoordeeld te worden of aan te nemen valt dat het gebrek waaraan de kampeerauto lijdt, reeds bestond op het moment dat de auto aan Laurens geleverd werd. Laurens heeft terzake een rapport overgelegd, opgemaakt door A.J.M. Taken die als expert verbonden is aan ITEB. De conclusie van dit rapport luidt, voor zover hier relevant: “De door ons en reparateur Camptech geconstateerde vochtschade moet reeds voor datum eerste afgifte kenteken in Nederland (18-02-1999) aanwezig zijn geweest. Gezien het schadebeeld van langzaam werkende vochtinslag. (zichtbaar aan de kleur van het onderhout!). Ons inziens is de camper destijds aangeschaft met dit verborgen gebrek en kan derhalve niet bij assuradeuren worden geclaimd.” Ook heeft Laurens foto’s in het geding gebracht. Op deze foto’s valt onder meer waar te nemen dat er sprake is van een zodanige vochtschade dat over het gehele oppervlak van het dak de verschillende houtlagen zijn gaan loslaten. Ook is er zwarte schimmelvorming te zien. Gezien de ernst en de omvang van deze schade is het in het licht van de hiervoor vermelde conclusie van de schade-expert vooralsnog aannemelijk dat dit gebrek reeds in 1999 aan de auto kleefde.
4.2 Aan de hand van de omstandigheden waaronder de koop heeft plaats gevonden dient nu te worden onderzocht of op Jan Bakker terzake een mededelingsplicht heeft gerust, in welk geval het niet is uitgesloten dat zij aansprakelijk gehouden zou kunnen worden voor het nadeel dat Laurens hierdoor lijdt. Jan Bakker heeft hierover het volgende naar voren gebracht. De 2e hands kampeerauto's die door haar worden verkocht hebben doorgaans, om er vanuit te kunnen gaan dat de auto's nog goed zijn, niet meer dan één eigenaar gehad. Dit was ook het geval met de onderhavige, uit Duitsland afkomstige, kampeerauto. Op het moment van verkoop zag deze er bijzonder mooi uit en was er nergens sprake van vochtsporen. Vervolgens is onderzocht of de auto ooit schade had gehad. Ook zijn alle kitnaden nagelopen. De auto is daarna met een vochtmeter en met de hand gecontroleerd; laatstgenoemde werkwijze hield in dat een monteur met zijn duimen tegen de wanden heeft geduwd om na te gaan of deze ten gevolge van nattigheid zacht waren geworden en meegaven. Bij geen van deze onderzoeken zijn vocht en/of gebreken, veroorzaakt door vochtinwerking, aan het licht gekomen. De conditie van het hout onder het dak is niet geïnspecteerd nu dit zou inhouden dat het hele dak er af had moeten worden gesloopt.
4.3 Laurens heeft geen van deze stellingen weersproken. Gelet hierop valt niet uit te sluiten dat de bodemrechter, eventueel na bewijslevering door getuigen, zal oordelen dat, hoewel er sprake was van non-conformiteit ten tijde van de koop, Jan Bakker er geen verwijt van valt te maken Laurens hierover niet te hebben ingelicht nu zij het gebrek niet kende en ook niet hoefde te kennen. Daar komt nog bij dat niet gesteld of gebleken is dat Jan BakkerLaurens de afwezigheid van vocht heeft gegarandeerd en dat Laurens zelf terzake enig onderzoek heeft gepleegd dat wel heeft laten plegen.
4.3 De vordering zal dan ook worden afgewezen waarbij Laurens zal worden veroordeeld in de kosten van deze procedure
5. BESLISSING
De President, rechtdoende in kort geding:
wijst de vordering af;
veroordeelt Laurens in de kosten van het geding welke voor zover gevallen aan de zijde van Jan Bakker tot op deze uitspraak worden begroot op ¦ 400,-- wegens verschotten en ¦ 1550,-wegens salaris procureur.
Aldus gewezen door mr. J.M.H. van Staveren, fungerend president en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 juni 2001 in tegenwoordigheid van de griffier.
HW/JS