ECLI:NL:RBZUT:2002:AE1869
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A. Huidekoper
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van arbeidsovereenkomsten bij bedrijfseconomische redenen en toepassing van sociaal plan
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 27 maart 2002 uitspraak gedaan in een serie van 38 verzoeken tot ontbinding van arbeidsovereenkomsten, ingediend door de besloten vennootschap Maxser Harderwijk B.V. De verzoeken zijn gedaan op basis van bedrijfseconomische redenen, waarbij de Wet melding collectief ontslag (WMCO) van toepassing is. Maxser had in december 2001 contact opgenomen met de vakbonden FNV en CNV om te overleggen over het ontslaan van een groot aantal medewerkers, wat resulteerde in een sociaal plan. Dit plan bevatte afspraken over selectiecriteria en herplaatsing van werknemers wiens functies vervielen.
Tijdens de procedure bleek dat er onenigheid was ontstaan over de uitvoering van het sociaal plan, met name over de selectiecriteria die Maxser hanteerde bij het voordragen van werknemers voor ontslag. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Maxser zich niet aan de gemaakte afspraken heeft gehouden, wat leidde tot de conclusie dat de ontslagverzoeken niet konden worden toegewezen. De kantonrechter heeft benadrukt dat het in de geest van de WMCO ondenkbaar is dat een werkgever een met de bonden bereikt akkoord kan negeren.
De kantonrechter heeft de verzoeken tot ontbinding van de arbeidsovereenkomsten afgewezen, omdat de selectiecriteria in strijd met het sociaal plan waren toegepast. De rechter heeft ook opgemerkt dat Maxser niet voldoende had aangetoond dat er bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van het akkoord rechtvaardigden. De uitspraak benadrukt het belang van overleg met de vakbonden bij massa-ontslagen en de noodzaak om gemaakte afspraken na te komen. De kantonrechter heeft Maxser veroordeeld in de proceskosten.