ECLI:NL:RBZUT:2002:AE4140
Rechtbank Zutphen
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot deelname aan kwalificatiewedstrijden voor de 'Sterkste Man van Nederland'
In deze zaak vordert eiser, een deelnemer aan krachtsportwedstrijden, dat de voorzieningenrechter Sport-O-Med, de organisatie van de 'Sterkste Man' wedstrijden, gebiedt hem alle medewerking te verlenen voor deelname aan de kwalificatiewedstrijden. Eiser heeft een contract met Sport-O-Med dat hem het recht geeft om deel te nemen aan deze wedstrijden, maar hij is niet uitgenodigd voor de kwalificatiewedstrijd van maart 2002. Eiser stelt dat het contract nog steeds van kracht is, ondanks de beëindiging van de samenwerking tussen Sport-O-Med en de Nederlandse Federatie Sterkste Man Atleten (NFSA). Sport-O-Med betwist dit en stelt dat het contract is vervallen door de beëindiging van de samenwerking met NFSA.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het contract tussen eiser en Sport-O-Med niet is vervallen en dat eiser recht heeft op deelname aan de kwalificatiewedstrijden. De rechter wijst erop dat Sport-O-Med een monopoliepositie heeft in de organisatie van deze wedstrijden en dat eiser, als lid van de NFSA, op de hoogte moet worden gesteld van de kwalificatiewedstrijden. De rechter gebiedt Sport-O-Med om eiser alle benodigde medewerking te verlenen voor deelname aan de kwalificatiewedstrijd op 16 juni 2002, met een dwangsom van €1.000 per dag voor elke dag dat Sport-O-Med in gebreke blijft. Daarnaast wordt Sport-O-Med veroordeeld in de proceskosten van eiser.
De uitspraak benadrukt het belang van contractuele verplichtingen en de rechten van atleten binnen de sportorganisatie. De voorzieningenrechter stelt dat eiser recht heeft op een eerlijke kans om deel te nemen aan de wedstrijden, en dat Sport-O-Med zijn verplichtingen jegens eiser moet nakomen.