ECLI:NL:RBZUT:2002:AE4142
Rechtbank Zutphen
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over ontruiming van woning door gemeente Harderwijk
In deze zaak heeft de gemeente Harderwijk [gedaagde] gedagvaard in kort geding met het verzoek om ontruiming van een woning aan de Burgemeester [adres] 10 te [woonplaats]. De gemeente vorderde dat [gedaagde] binnen zeven dagen na betekening van het vonnis de woning zou ontruimen en de sleutels zou overhandigen. De gemeente stelde dat [gedaagde] geen recht meer had op de voorzieningen op basis van de Zorgwet VVTV, omdat zijn voorwaardelijke vergunning tot verblijf was ingetrokken. [gedaagde] heeft verweer gevoerd en betoogd dat de gemeente geen spoedeisend belang had bij de ontruiming, omdat er andere woningen beschikbaar waren voor asielzoekers.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] sinds 12 december 2001 geen aanspraak meer had op de voorzieningen en dat de gemeente Harderwijk voldoende spoedeisend belang had bij de ontruiming. De rechter oordeelde dat de gemeente niet alleen de kosten van de woning moest dragen, maar ook het risico liep dat het Ministerie geen vergoeding zou geven voor de zorgkosten zolang [gedaagde] in de woning verbleef. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de gemeente toegewezen en [gedaagde] veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen zeven dagen na betekening van het vonnis, met machtiging voor de gemeente om dit te laten uitvoeren door een deurwaarder indien nodig.
De uitspraak is gedaan op 10 juni 2002 door mr. D. Vergunst, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier. De kosten van de procedure zijn voor rekening van [gedaagde].