ECLI:NL:RBZUT:2002:AE4148
Rechtbank Zutphen
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over beëindiging bruikleenovereenkomst en ontruiming van woning door asielzoeker
In deze zaak heeft de gemeente Voorst een kort geding aangespannen tegen [gedaagde], een asielzoeker van Noord-[A] afkomst, met als doel de ontruiming van een woning die aan hem in bruikleen was gegeven. De gemeente vorderde dat [gedaagde] binnen zeven dagen na betekening van het vonnis de woning aan [adres] 3 te [woonplaats] zou ontruimen. De bruikleenovereenkomst was op basis van de Zorgwet VVTV tot stand gekomen, maar de gemeente stelde dat deze was geëindigd omdat [gedaagde] niet meer beschikte over een geldige voorwaardelijke vergunning tot verblijf (vvtv). De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente voldoende spoedeisend belang had bij de ontruiming, ondanks het verweer van [gedaagde] dat er geen spoedeisend belang was omdat er leegstaande woningen waren. De rechter concludeerde dat de gemeente terecht had besloten de verstrekking van woonruimte aan [gedaagde] te beëindigen, en dat de bruikleenovereenkomst niet stilzwijgend was voortgezet. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de gemeente toegewezen en [gedaagde] veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen zeven dagen, met machtiging voor de gemeente om dit vonnis zelf ten uitvoer te leggen indien nodig met hulp van de politie.