ECLI:NL:RBZUT:2002:AE4429
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake pensioenverdeling tussen ex-echtgenoten
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zutphen werd behandeld, ging het om een geschil tussen twee ex-echtgenoten over de verdeling van het pensioen na hun scheiding. De rechtbank heeft op 20 juni 2002 uitspraak gedaan in deze kwestie, waarbij de vorderingen van de eiser zijn afgewezen. De eiser had gevorderd dat het pensioen dat aan hem werd toegekend, op een bepaalde manier zou worden aangepast en dat de gedaagde recht had op een percentage van de jaarlijkse verhogingen van zijn pensioen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bepalingen in de overeenkomst tussen partijen niet duidelijk genoeg waren en dat de uitleg van de 'gebruikelijke index' niet leidde tot een eerlijke verdeling van de pensioenuitkeringen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de gedaagde recht heeft op 28,689% van het bruto jaarpensioen dat aan de eiser wordt toegekend, maar dat de vorderingen van de eiser niet konden worden toegewezen omdat deze niet de nabetalingen omvatten. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten moesten dragen. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken in pensioenovereenkomsten en de noodzaak om bij de verdeling van pensioen rekening te houden met de werkelijke uitkeringen en aanpassingen die plaatsvinden na de scheiding.