ECLI:NL:RBZUT:2002:AE4680
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Oosten
- Rechtspraak.nl
Oordeel over de strafbaarheid van een rechtspersoon die gelegenheid biedt tot kansspelen zonder vergunning
In deze zaak heeft de economische politierechter van de Rechtbank Zutphen op 17 mei 2002 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vennootschap onder firma (V.o.f.) die betrokken was bij het aanbieden van kansspelen zonder de vereiste vergunning. De verdachte had in een horecalokaliteit een systeem opgezet waarbij klanten een chipkaart konden kopen om toegang te krijgen tot een virtuele fruitautomaat. Deze automaat bood de mogelijkheid om te gokken, waarbij de tijdseenheden op de chipkaart konden worden omgezet in credits. De rechter overwoog dat de verdachte niet kon worden aangemerkt als een neutrale internetprovider, omdat de opzet van de internetzuil en de fruitautomaat zodanig was dat gebruikers gemakkelijk toegang kregen tot de kansspelen. De rechter concludeerde dat de verdachte opzettelijk gelegenheid had gegeven tot het spelen van kansspelen, wat in strijd was met artikel 1 van de Wet op de kansspelen.
De economische politierechter oordeelde dat de verdachte strafbaar was, omdat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid uitsloten. De rechter legde een geldboete op van € 1.100,--, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit was begaan. De uitspraak benadrukte de noodzaak van vergunningen voor het aanbieden van kansspelen en de verantwoordelijkheden van aanbieders in de sector. De rechter verwierp ook het verweer van de verdediging dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk was, en stelde dat het openbaar ministerie ruime discretionaire bevoegdheid heeft bij vervolging.