ECLI:NL:RBZUT:2002:AE5604
Rechtbank Zutphen
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming van asielzoeker uit AZC Wapenveld
In deze zaak heeft het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) een kort geding aangespannen tegen een asielzoeker, hierna aangeduid als [gedaagde], die verblijft in het AZC Wapenveld. De vordering van het COA, ingediend op 6 mei 2002, betreft de ontruiming van de opvanglocatie, waarbij het COA stelt dat er een spoedeisend belang is bij de ontruiming. De voorzieningenrechter heeft op 10 juni 2002 uitspraak gedaan in deze zaak. De gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat er sprake is van een spoedeisend belang, onder verwijzing naar de beschikbare opvangcapaciteit in andere centra en het feit dat er geen concrete wachtenden zijn voor zijn opvangplaats.
De voorzieningenrechter heeft de argumenten van het COA en de gedaagde zorgvuldig afgewogen. Het COA heeft aangevoerd dat de gedaagde zonder recht of titel gebruik maakt van de woonruimte, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat dit niet voldoende is om een spoedeisend belang aan te nemen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de regeling voor asielzoekers, die stelt dat Dublinclaimanten geen recht meer hebben op opvang, een tijdelijke maatregel was die zou worden ingetrokken zodra er voldoende opvangcapaciteit beschikbaar was. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat er nog geen beslissing was genomen op het beroep van de gedaagde tegen de beëindiging van zijn opvang door het COA.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vordering van het COA afgewezen en het COA veroordeeld in de proceskosten, aangezien het COA als de in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd. De kosten voor de gedaagde werden begroot op een totaal van 896,36 euro, inclusief griffierecht en salaris van de procureur. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, waarbij de voorzieningenrechter mr. D. Vergunst de beslissing heeft genomen.