ECLI:NL:RBZUT:2002:AE8868

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
23 september 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
158561 / CV EXPL 395-02
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.C. de Visser
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van loon en toeslagen na arbeidsongeschiktheid

In deze zaak vordert eiser, die van 1986 tot 8 februari 2000 in dienst was bij KTV, betaling van loon en toeslagen na zijn arbeidsongeschiktheid. Eiser werd op 8 februari 2000 arbeidsongeschikt en ontving een WAO-uitkering van GAK Nederland B.V. voor 80-100% arbeidsongeschiktheid. Gedurende het eerste jaar van zijn arbeidsongeschiktheid ontving hij zijn volledige loon van KTV, inclusief toeslagen. Echter, KTV heeft eiser per 27 februari 2001 ontheven van zijn regeltaak, waardoor de regeltaaktoeslag van 10% verviel. Eiser stelt dat KTV niet gerechtigd was om hem na een jaar ziekte van zijn regeltaak te ontheffen en vordert een bedrag van € 4.942,19, vermeerderd met wettelijke verhogingen en buitengerechtelijke incassokosten.

KTV voert aan dat zij gerechtigd was om eiser te ontheffen van zijn regeltaak, omdat hij na een jaar ziekte nog steeds arbeidsongeschikt was. Subsidiair stelt KTV dat de berekening van de vordering van eiser onjuist is en dat het bedrag dat eiser toekomt maximaal € 842,54 bedraagt. De kantonrechter oordeelt dat KTV niet gerechtigd was om de regeltaaktoeslag te beëindigen, omdat de regeltaak niet was overgedragen of afgeschaft. Echter, de kantonrechter oordeelt ook dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn vordering en dat KTV het brutoloon correct heeft aangevuld.

De kantonrechter komt tot de conclusie dat eiser slechts gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld. KTV wordt veroordeeld tot betaling van € 1.053,18 aan salaris en wettelijke verhoging, en € 161,84 aan buitengerechtelijke incassokosten, met wettelijke rente vanaf 5 april 2002. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Kanton
Locatie Groenlo
[In CAO-loon vallen ook de ploegendienst- en regeltaaktoeslagen.]
Zaaknummer 158561 / CV EXPL 395-02
Uitspraak d.d. 23 september 2002
Grosse aan mr. Ruijters
Afschrift aan dw. Soer
d.d.
VONNIS INZAKE:
[eiser], wonende te [woonplaats], eiser, gemachtigde mr. C.M.J. Ruijters, jurist bij FNV Ledenservice te Deventer (Postbus 254, 7400 AG),
c o n t r a :
de naamloze vennootschap KONINKLIJKE TEXTIEL VEREDELINGSINDUSTRIE v/h G.J. TEN CATE & ZONEN N.V., gevestigd en kantoorhoudende te [woonplaats], gedaagde, gemachtigde R.J. Soer, deurwaarder te Groenlo.
1. Het verloop van de procedure
Dit verloop blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 5 april 2002, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- de conclusie van repliek, met producties,
- de conclusie van dupliek, met producties.
2. Het geschil tussen partijen en de beoordeling
2.1 [eiser] is van 1986 tot 8 februari 2000, laatstelijk als productiewerker in ploegendienst en met regeltaak, in dienst geweest van KTV.
Op 8 februari 2000 is [eiser] arbeidsongeschikt geworden. Na een jaar arbeidsongeschiktheid is hem per 8 februari 2001 door GAK Nederland B.V. een WAO-uitkering toegekend, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van 80-100%
en gebaseerd op het dagloon, inclusief vakantietoeslag, ploegentoeslag alsmede de regeltakentoeslag.
2.2 Over de periode 8 februari 2000 tot 8 februari 2001 ontving [eiser] van KTV zijn volledige loon, inclusief de toeslag voor ploegendienst en regeltaken.
Bij brief van 27 februari 2001 heeft KTV aan [eiser] kenbaar gemaakt dat hij is ontheven uit zijn regeltaak en dat daarmee de regeltaaktoeslag van 10% is komen te vervallen.
2.3 [eiser] vordert de uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van KTV tot betaling van t 4.942,19 bruto vermeerderd met de wettelijke verhoging van 50% alsmede vermeerderd met t 662,51 wegens buitengerechtelijke incassokosten en alles vermeerderd met wettelijke rente.
Hij baseert zijn vorderingen op de stelling dat het KTV niet vrijstond hem na een jaar ziekte te ontheffen van zijn regeltaak.
Door de handelwijze van KTV is hem de regeltaaktoeslag over het tweede ziektejaar onthouden.
2.4 KTV voert primair ten verwere aan dat het haar vrijstond [eiser] te ontheffen van
zijn regeltaak, nadat haar was gebleken dat [eiser] na een jaar ziekte nog steeds arbeidsongeschikt was en zijn werkzaamheden niet meer kon hervatten.
Subsidiair voert zij aan dat de berekeningsgrondslag van de vordering van [eiser] onjuist is en zijn hoofdvordering slechts tot ten hoogste t 842,54 kan worden toegewezen, met als consequentie afwijzing dan wel matiging van de wettelijke verhoging en de buitengerechtelijke incassokosten; rente is zij niet verschuldigd omdat deze niet is aangezegd.
2.5 Het betoog van KTV dat de regeltaak en daarmee de daaraan gekoppelde toeslag een
variabel karakter heeft, snijdt geen hout.
Ingevolge de toepasselijke CAO wordt onder het laatstgenoten netto inkomen verstaan: het netto inkomen dat werknemer in de oorspronkelijke arbeid bij normaal werken verdiend zou hebben. Daaronder moet in het geval van [eiser] mitsdien verstaan worden zijn werkzaamheden als productiemedewerker in ploegendienst, belast met regeltaak. Daaraan doet niet af dat Primaire Arbeidsvoorwaarden Beloning
-een aanvulling op de toepasselijke CAO- bepaalt dat het recht op regeltakentoeslag bestaat voor de duur dat de regeltaak wordt uitgeoefend en derhalve vervalt bij overgang van de regeltaak op een ander teamlid dan wel het afschaffen van de regeltaak als zodanig. Voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid is de taak niet overgedragen aan een andere medewerker en ook niet afgeschaft.
2.6 Het subsidiaire verweer van KTV is door [eiser] onvoldoende ontzenuwd.
Niet weersproken is dat KTV het brutoloon, inclusief ploegen- en vakantietoeslag, in het tweede jaar tot 100% heeft aangevuld, hetgeen meebrengt dat [eiser] nog slechts recht heeft op het verschil tussen hetgeen hem is uitgekeerd en hetgeen hem van de zijde van KTV rechtens toekwam.
De berekening van de zijde van KTV van het brutoloon inclusief regeltakentoeslag is door [eiser] niet voldoende cijfermatig ontzenuwd:
- de door hem gestelde loonsverhoging van 4,5% beliep slechts 4%, zoals blijkt uit de vergelijking van de bedragen van het uurloon op de loonspecificaties van juni 2001 met dat van augustus 2001
(f 25,01 vermeerderd met 4% levert f 26,01 op)
- van het GAK heeft [eiser] vanaf 8 februari 2001 reeds 70% van het berekende dagloon (inclusief vakantie- , ploegen- en regeltakentoeslag) ontvangen.
Aan [eiser] komt aldus in hoofdsom slechts toe het door KTV berekende en door [eiser] onvoldoende bestreden bedrag van t 842,54.
Wettelijke verhoging is voor toewijzing vatbaar, met dien verstande dat -gegeven het gedeeltelijk valide verweer van KTV- die verhoging wordt beperkt tot 25%.
2.7 De buitengerechtelijke incassokosten zullen worden bepaald op t 161,84 incl. BTW.
Wettelijke rente is eerst aangezegd bij dagvaarding, zodat deze over de hoofdsom en de verhoging verschuldigd is vanaf 5 april 2002.
Het verweer van KTV, dat zij [eiser] heeft aangeboden het bedrag van t 842,54 in der minne te voldoen maar dat [eiser] dat aanbod heeft afgewezen, is eerst bij dupliek naar voren gebracht en kan daarom niet worden gehonoreerd.
2.8 Het vorenstaande brengt mee dat [eiser] slechts ten dele in het gelijk wordt gesteld. De proceskosten zullen daarom worden gecompenseerd.
DE BESLISSING
De kantonrechter, rechtdoende:
Veroordeelt KTV tot betaling van t 1.053,18 ter zake salaris en wettelijke verhoging en van
t 161,84 incl. BTW wegens buitengerechtelijke incassokosten, beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 april 2002 tot de dag der voldoening.
Compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Gewezen door mr. A.C. de Visser, kantonrechter-plaatsvervanger, en in het openbaar uitgesproken op maandag 23 september 2002, in tegenwoordigheid van de griffier.
KN/vs395