2.1 Aan het begin van de jaren 90 bestuurden de tweelingbroers [eiser] en [gedaagde A] Scheffer Beheer BV. Deze vennootschap was op haar beurt bestuurster en enig aandeelhoudster van onder andere Bouwmarkt Scheffer BV, Scheffer Sanitair BV, Scheffer Exploitatie BV en Scheffer Keukens BV. Deze vennootschappen dreven hun respectieve ondernemingen vanuit een bedrijfspand aan de [adres] te [plaats].
2.2 In verband met zakelijke verschillen van inzicht hebben [eiser] en [gedaagde A] in 1994 een overeenkomst gesloten inhoudende dat de holding van [eiser], te weten [eiser] Holding BV, de aandelen van Scheffer Keukens BV en Scheffer Exploitatie BV zou kopen voor een bedrag van in totaal [geld]. De holding van [gedaagde A] kocht de aandelen van Bouwmarkt Scheffer BV en Scheffer Sanitair BV voor een bedrag van [geld]
2.3 In artikel 6 van de overeenkomst zijn non-concurrentiebedingen vastgelegd.
2.4 Daar de verschillen van inzicht bleven bestaan, hebben partijen in de loop van 1997 besloten dat [eiser] zijn aandelen in Scheffer Beheer BV zou verkopen aan [gedaagde A].
2.5 Vervolgens is de onderneming van Scheffer Keukens BV begin 1999 verhuisd naar de [adres] te [plaats]. De bouwmarkt van [gedaagde A] verhuisde naar [plaats]. In het pand aan de [adres] te [plaats] bleef alleen Scheffer Sanitair BV achter.
2.6 Bij overeenkomst van 30 september 1997 zijn partijen wederom een non-concurrentiebeding overeengekomen dat, voor zover thans van belang, luidt als volgt:
"
De ondergetekenden:
1. [eiser] (…);
2. [gedaagde A] (…)
verklaren het navolgende te zijn overeengekomen:
de ondergetekende sub 1 verbindt zich jegens de ondergetekende sub 2 niet te handelen in keukens, noch direct, noch indirect, waaronder tevens begrepen het verhuren of in gebruik geven van het aan partijen bekende bedrijfspand te [plaats] aan een keukenbedrijf, een en ander in de ruimste zin van het woord (…) zulks op verbeurte van een direct opeisbare boete van f [bedrag] voor elke dag dat de betreffende verbintenis wordt overtreden (…)
Alle eerder tussen partijen, zo voor zich in privé als namens de bestaande vennootschappen, aangaande het vorenstaande gesloten overeenkomsten komen hiermee te vervallen (…)"
2.7 Bij brief van 7 maart 2002 heeft [eiser] aan [gedaagde A] en [gedaagde B] verzocht geen keukens te gaan verkopen in de nieuw te openen Fixet Bouwmarkt te [plaats].
2.8 Op 20 juni 2002 is de Fixet Service Bouwmarkt in het pand aan de [adres] te [plaats] geopend. Rechts in de winkel is een afdeling keukens opgezet.
2.9 Op het adres van het pand [adres] te [plaats] staan op dit moment twee vennootschappen ingeschreven: Scheffer Sanitair BV en Bouwcentrum Scheffer BV. Het bouwcentrum is een onderneming waarvan op 26 maart 1999 de aandelen zijn verworven door [gedaagde A] Holding. Per dezelfde datum werd [gedaagde A] Holding BV bestuurder. Deze laatste vennootschap heeft op 11 november 2001 de aandelen doorverkocht aan M. Scheffer Holding BV, met als enig directeur en aandeelhouder [gedaagde A]s zoon [gedaagde B], gedaagde sub 4. De naam Bouwcentrum Scheffer BV is gewijzigd in Bouwcentrum M. Scheffer [plaats] BV.