ECLI:NL:RBZUT:2002:AF1274

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
19 november 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/080313-02
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Harreveld
  • A. de Bie
  • J. Welbergen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot afpersing gepleegd door twee of meer verenigde personen in Apeldoorn

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 19 november 2002 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot afpersing. De verdachte, geboren in [plaats] en verblijvende in het huis van bewaring Demersluis te Amsterdam, werd ervan beschuldigd op 27 juli 2002 in Apeldoorn samen met anderen een Shell-tankstation te hebben overvallen. De verdachte en zijn mededaders waren vermomd met een scream-masker en gewapend met een voorwerp dat leek op een pistool. Tijdens de overval hebben zij de medewerkers van het tankstation bedreigd en gedwongen om geld af te geven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid, maar dat er wel sprake was van een ernstige poging tot afpersing.

De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de gepleegde feiten benadrukt, vooral gezien de aanwezigheid van klanten en jonge kinderen tijdens de overval. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de eerdere contacten van de verdachte met politie en justitie. Gelet op de aard van de misdrijven en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, heeft de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, aangevuld met een taakstraf van 240 uren. De verdachte moet zich tijdens de proeftijd houden aan de aanwijzingen van de Reclassering Nederland en mag zich niet begeven op een specifiek adres in Apeldoorn.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden om het risico van herhaling te beperken. De tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, wordt in mindering gebracht op de opgelegde straf.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/080313-02
Uitspraak d.d.: 19 november 2002
Tegenspraak / dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
wonende te [plaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring Demersluis te Amsterdam.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
5 november 2002.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 27 juli 2002 in de gemeente Apeldoorn
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of
bedreiging met geweld [slachtoffer] en/of een of meer (andere) medewerker(s) van
het/een Shell-tankstation (gelegen aan de [adres] aldaar) te dwingen tot
de afgifte van een of meer goed(eren) en/of een hoeveelheid geld, in elk geval
van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het/een Shell-tankstation
en/of aan Van Woudenberg, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
tezamen en in vereniging met zijn mededader(s) en/of alleen als volgt heeft
gehandeld:
- zijnde verdachte en/of zijn mededader(s) met een (scream)masker (soort
doodskopmasker) op en/of met (een) zonnebril(len) en/of pet(ten) en/of
muts(en) op en/of met een pistool/vuurwapen, althans een op een
pistool/vuurwapen gelijkend voorwerp, de/een winkel van het/een
Shell-tankstation binnengegaan en/of hebbende verdachte en/of zijn
mededader(s) zich in die winkel en/of in de deuropening daarvan (verspreid)
opgesteld en/of zijnde verdachte en/of zijn mededader(s) naar de kassaruimte
van die winkel gelopen en/of
- hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) dat/een pistool/vuurwapen,
althans dat/een op een pistool/vuurwapen gelijkend(e) voorwerp, op [slachtoffer]
en/of een of meer andere medewerker(s) van dat Shell-station gericht en/of
gericht gehouden en/of
- hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (daarbij) meermalen, althans
eenmaal, tegen die [slachtoffer] en/of een of meer andere medewerker(s) van dat
Shell-station gezegd: "Geef me je geld" en/of "Dit is geen geintje, geef mij
je geld" en/of "Kankerhoer geef geld, want dit is geen geintje", althans
woorden van gelijke aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 27 juli 2002 in de gemeente Apeldoorn
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een of meer goed(eren) en/of een
hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan het/een
Shell-tankstation en/of aan Van Woudenberg, in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen
diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] en/of een of meer (andere)
medewerker(s) van het/een Shell-tankstation (gelegen aan de [adres]
aldaar), te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren,
tezamen en in vereniging met zijn mededader(s) en/of alleen als volgt heeft
gehandeld:
- zijnde verdachte en/of zijn mededader(s) met een (scream)masker (soort
doodskopmasker) op en/of met (een) zonnebril(len) en/of pet(ten) en/of
muts(en) op en/of met een pistool/vuurwapen, althans een op een
pistool/vuurwapen gelijkend voorwerp, de/een winkel van het/een
Shell-tankstation (gelegen aan de [adres] aldaar) binnengegaan en/of
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) zich in die winkel en/of in de
deuropening (verspreid) opgesteld en/of zijnde verdachte en/of zijn
mededader(s) naar de kassaruimte van die winkel gelopen en/of
- hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) dat/een pistool/vuurwapen,
althans dat/een op een pistool/vuurwapen gelijkend(e) voorwerp, op [slachtoffer]
en/of een of meer andere medewerker(s) van dat Shell-station gericht en/of
gericht gehouden en/of
- hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (daarbij) meermalen, althans
eenmaal, tegen die [slachtoffer] en/of een of meer andere medewerker(s) van
dat/een Shell-tankstation gezegd: "Geef me je geld" en/of "Dit is geen
geintje, geef mij je geld" en/of "Kankerhoer geef geld, want dit is geen
geintje", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 27 juli 2002 in de gemeente Apeldoorn
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met anderen, met het oogmerk om zich
en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] van
het Shell-tankstation (gelegen aan de [adres] aldaar) te dwingen tot
de afgifte van een hoeveelheid geld, toebehorende aan het Shell-tankstation
en/of aan Van Woudenberg,
tezamen en in vereniging met zijn mededaders als volgt heeft
gehandeld:
- zijnde verdachte en zijn mededaders met een screammasker (soort
doodskopmasker) op en met zonnebrillen en petten en
op en met een pistool , de winkel van het Shell-tankstation binnengegaan en hebbende verdachte en zijn
mededaders zich in die winkel en in de deuropening daarvan verspreid
opgesteld en zijnde verdachte en zijn mededaders naar de kassaruimte
van die winkel gelopen en
- hebbende verdachte en zijn mededaders dat pistool,
op [slachtoffer] van dat Shell-station gericht en gericht gehouden en
- hebbende verdachte en/of zijn mededaders daarbij tegen die [slachtoffer] van dat
Shell-station gezegd: "Geef me je geld" en/of "Dit is geen geintje, geef mij
je geld" en/of "Kankerhoer geef geld, want dit is geen geintje", althans
woorden van gelijke aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Bewezenverklaring
Wat meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte be-hoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
- poging tot afpersing, gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aanne-melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
Gelet op de aard en de ernst van hetgeen is bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdach-te zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met daarnaast een taakstraf als na te melden - met welke strafmodaliteit verdachte heeft ingestemd - op zijn plaats. Bedoelde taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zich met zijn mededaders heeft schuldig gemaakt aan een van de ernstigste vormen van vermogenscriminaliteit. Daarbij hebben zij zich niet alleen laten leiden door de zucht naar snel en illegaal gewin, maar ook door hun streven naar aanzien bij elkaar en bij een jongerengroep, waarbinnen druk werd gesproken over een recent en soortgelijk afpersingsgeval.
Extra kwalijk en zorgelijk acht de rechtbank in dit verband dat zelfs de aanwezigheid van klanten en van jonge kinderen in het benzinestation verdachte en de zijnen niet heeft kunnen weerhouden van hun daad, nu toch algemeen bekend is welke traumatiserende invloed kan uitgaan van het dreigende gebruik van een pistool of iets dergelijks door vermomde personen.
Delicten als de onderhavige dragen ook daarom in hoge mate bij tot de in de maatschappij levende gevoelens van onveiligheid.
De rechtbank neemt tevens in aanmerking dat verdachte, zij het beperkt, reeds eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen.
Om voldoende recht te doen aan de aard en ernst van het bewezen verklaarde, acht de rechtbank oplegging van een langere gevangenisstraf dan de door de officier van justitie gevorderde passend en geboden.
De rechtbank zal aan de op te leggen voorwaardelijke gevangenisstraf bijzondere voorwaarden verbinden, teneinde het risico van herhaling zoveel mogelijk te beperken.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27, 45, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlas-tegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt ver-dachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
- poging tot afpersing, gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Verklaart de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde straf-baar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden.
Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot zes maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelas-ten, op grond dat veroor-deelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel indien veroordeelde (één van) de navolgende bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat veroordeelde zich geduren-de de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voor-schriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de Reclassering Nederland, arrondissement Zutphen, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt;
2. dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd niet zal begeven op de [adres] te Apeldoorn.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerleg-ging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorge-bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
- een werkstraf gedurende 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar
behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 dagen.
Aldus gewezen door mrs. Van Harreveld, voorzitter, De Bie en Welbergen, rech-ters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitge-sproken op de openbare terechtzitting van
19 november 2002.