ECLI:NL:RBZUT:2002:AF2593
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Oosten
- A. van Hoorn
- J. Versteeg
- Rechtspraak.nl
Poging tot afpersing met geweld in vereniging bij Albert Heijn
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 18 december 2002 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met mededaders op 28 september 2002 een gewapende overval heeft gepleegd op een filiaal van Albert Heijn in Lochem. De verdachte en zijn mededaders hebben zich met een geladen vuurwapen en een mes toegang verschaft tot de winkel en hebben de aanwezige medewerker, genaamd [slachtoffer], onder bedreiging van geweld gedwongen om geld en sleutels af te geven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededaders een goed doordacht plan hadden, waarbij iedere deelnemer een specifieke rol had. De overval is uitgevoerd met gebruik van bivakmutsen en een scanner om de komst van de politie te monitoren. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, gezien de grote impact op de veiligheid van de medewerkers en klanten in de winkel. De verdachte had eerder met justitie te maken gehad voor een soortgelijk feit, wat de rechtbank zwaar heeft meegewogen in de straftoemeting. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar en heeft hem verplicht tot schadevergoeding aan de benadeelde partij, Albert Heijn B.V., voor de geleden schade van €1.889,--. Daarnaast is de verdachte verplicht om een bedrag van €472,25 aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toegewezen, aangezien deze voldoende onderbouwd was.