ECLI:NL:RBZUT:2002:AF2610

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
17 december 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/060295-02
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Harreveld
  • A. Elders
  • J. Welbergen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geweldsdelicten en diefstal met geweld in de gemeente [plaats]

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 17 december 2002 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van meerdere geweldsdelicten en diefstal. De verdachte werd ervan beschuldigd op 7 augustus 2002 in de gemeente [plaats] met opzet [slachtoffer] van het leven te beroven door deze meermalen te slaan en bij de keel vast te grijpen. De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het opzet had om te doden, en sprak hem vrij van deze beschuldiging. Echter, de verdachte werd wel schuldig bevonden aan poging tot zware mishandeling, diefstal, belediging van een ambtenaar en vernieling van eigendommen van De Goede Woning. De rechtbank baseerde haar oordeel op de feiten en omstandigheden die tijdens de zitting naar voren kwamen, waaronder een psychiatrisch rapport dat de toerekenbaarheid van de verdachte bevestigde. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 180 dagen, waarvan 143 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, vooral gezien het huiselijk geweld dat de verdachte had gepleegd tegen zijn echtgenote, en de impact daarvan op het slachtoffer. De rechtbank besloot om de verdachte de kans te geven om zijn gedrag te verbeteren door middel van een reclasseringsplan, waarbij hij onder andere ambulante behandeling zou ondergaan en begeleiding zou krijgen bij het zoeken naar werk. De rechtbank gaf aan dat bij herhaling van gewelddadigheden de voorwaardelijke straf ten uitvoer zou worden gelegd.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/060295-02
Uitspraak d.d.: 17 december 2002
tegenspraak / dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
wonende te [plaats], [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 december 2002.
De tenlastelegging
Aan verdachte is het volgende tenlastegelegd:
1.
hij op of omstreeks 07 augustus 2002 in de gemeente [plaats] ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het
leven te beroven, met dat opzet:
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) die [slachtoffer] in/op/tegen het
gezicht/hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of
- (met kracht) tegen de kaak van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of gedrukt en/of
- (met kracht) genoemde [slachtoffer] bij de keel heeft vastgegrepen en/of de keel
van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 07 augustus 2002 in de gemeente [plaats] ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet:
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) (met gebalde vuist) tegen de arm
van voornoemde [slachtoffer] heeft geslagen en/of gestompt en/of
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) die [slachtoffer] in/op/tegen het
gezicht/hoofd heeft gestompt/geslagen en/of
- (met kracht) tegen de kaak van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of gedrukt en/of
- (met kracht) genoemde [slachtoffer] bij de keel heeft vastgegrepen en/of de keel
van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 juli 2002
tot en met 1 augustus 2002 in de gemeente [plaats] (telkens) met het oogmerk
van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen (telkens) een (aantal)
foto('s) en/of fotoset(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan het Kruidvat, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 juli 2002
tot en met 1 augustus 2002 in de gemeente [plaats] opzettelijk (telkens) een
(aantal) foto('s) en/of fotosets, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan het Kruidvat, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en welk(e) goed(eren) verdachte (telkens) uit de winkelvoorraad van
voornoemde rechthebbende(n) had genomen onder gehoudenheid om, alvorens die
winkel te verlaten voornoemd(e) goed(eren) te betalen, in elk geval ter
betaling aan te bieden, en aldus dat/die goed(eren) anders dan door misdrijf
onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 07 augustus 2002 in de gemeente [plaats] opzettelijk
beledigend (een) ambtenaar, te weten [man] (hoofdagent team [plaats],
zuid west), gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn
bediening, die [man] in diens tegenwoordigheid een of meer malen heeft
beledigd, door die [man] een of meermalen in het gelaat te spugen;
art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 267 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 07 augustus 2002 in de gemeente [plaats] opzettelijk en
wederrechtelijk (een deel van) een (voor)deur en/of (voordeur)slot, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan De Goede Woning, in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of
beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan, nu de feitelijke omschrijving van het gebeurde door aangeefster - waaruit met name blijkt dat het dichtknijpen van de keel geen actie was die verdachte beoogde door te zetten - de conclusie dat verdachte kennelijk het opzet had om te doden niet kan dragen, ook niet in de zin van voorwaardelijk opzet.
De verdachte behoort om die reden hiervan te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair, 2 primair, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1 subsidiair.
hij op 07 augustus 2002 in de gemeente [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer]], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet:
- meermalen met kracht met gebalde vuist tegen de arm van voornoemde [slachtoffer] heeft geslagen en/of gestompt en
- meermalen met kracht die [slachtoffer] in het gezicht heeft geslagen en
- met kracht tegen de kaak van die [slachtoffer] heeft gedrukt en
- met kracht genoemde [slachtoffer] bij de keel heeft vastgegrepen en de keel
van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2 primair.
hij op tijdstippen in de periode van 4 juli 2002 tot en met 1 augustus 2002 in de gemeente [plaats] (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een aantal foto's toebehorende aan het Kruidvat;
3.
hij op 07 augustus 2002 in de gemeente [plaats] opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [man] (hoofdagent team [plaats], zuid west), gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, die [man] heeft beledigd, door die [man] in het gelaat te spugen;
4.
hij op 07 augustus 2002 in de gemeente [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een voordeurslot, toebehorende aan De Goede Woning, heeft vernield.
Wat meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte be-hoort daarvan te worden vrijgesproken.
De rechtbank is ten aanzien van het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde van oordeel dat de aard en het samenstel van de bewezenverklaarde handelingen geen andere conclusie toelaten dan dat die handelwijze zwaar lichamelijk letsel zou opleveren.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
1 subsidiair:
poging tot zware mishandeling;
2 primair:
diefstal, meermalen gepleegd;
3.
eenvoudige belediging, aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
4.
opzettelijk en wederrechterlijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aanne-melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Over verdachte is een psychiatrisch advies d.d. 16 augustus 2002 opgemaakt door de psychiater [deskundige].
Met de conclusie van dit rapport, te weten dat het tenlastegelegde de verdachte volledig kan worden toegerekend danwel - gelet op zijn persoonlijkheidsstructuur - hooguit sprake is van een licht verminderde mate van toerekenbaarheid, kan de rechtbank zich verenigen. Zij neemt deze conclusie over.
Oplegging van straf en/of maatregel
Gelet op de aard en de ernst van hetgeen is bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdach-te zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank een gevangenisstraf met daarnaast taakstraf als na te melden - met welke strafmodaliteit verdachte heeft ingestemd - op zijn plaats. Bedoelde taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Stichting Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zijn uiterst jonge echtgenote onder invloed van drank en drugs heeft gedwongen tot een ongemeende bekentenis en vervolgens na deze bekentenis grof geweld jegens haar heer toegepast. Dergelijk huiselijk geweld grijpt - naar algemeen bekend is - diep in op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer, zowel omdat het gaat om personen die een uiterst nauwe band met elkaar plegen te onderhouden als omdat de plaats van het misdrijf juist een plaats is waar het slachtoffer zich veilig en geborgen meent te kunnen wanen. Het gevolg is dat zulk gedrag gevoelens van angst en onzekerheid met zich meebrengt.
Verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan andere strafbare feiten waarin eveneens een geweldscomponent een rol speelt.
Blijkens de justitiële documentatie is verdachte herhaaldelijk wegens gewelddadigheden in aanraking geweest met politie en justitie. Een proeftijd, verbonden aan een veroordeling wegens - onder meer - bedreigingen tegen het leven gericht was nog gaande toen verdachte de in de onderhavige zaak bewezenverklaarde feiten beging. Voorts is het de rechtbank opgevallen dat verdachte snel geneigd is geweld toe te passen zodra de situatie hem niet zint en dat hij zijn daden achteraf bagatelliseert en/of de verantwoordelijkheid voor het gebeurde bij anderen pleegt te leggen.
In samenwerking met de reclassering is inmiddels een plan van aanpak opgesteld om de kans op recidive zoveel mogelijk te beperken.
Dat plan van aanpak behelst:
1. Betrokkene heeft tenminste eenmaal per twee weken contact met de Reclassering met als doel toezicht houden op het verloop van het plan van aanpak en betrokkene zonodig te ondersteunen.
2. Betrokkene werkt mee aan een intake bij de Psychiatrische Polikliniek "de Transfer" te Arnhem met als doel samen met zijn echtgenote een ambulante behandeling te gaan volgen, voornamelijk gericht op het verwerken van het verlies van zijn vader en het normaal communiceren binnen zijn relatie ten aanzien van zijn emotionele problemen.
3. Betrokkene gaat werk zoeken en zal zich hierbij zo nodig laten begeleiden door de Reclassering.
4. Betrokkene zal een afbetalingsregeling overeen komen met zijn schuldeisers en hierbij, indien wenselijk en zo mogelijk, gebruik maken van het Budget Advies Centrum.
In hetgeen haar is gebleken omtrent de huidige relatie tussen verdachte en zijn echtgenote ziet de rechtbank aanleiding om het in deze door de reclassering gegeven advies te volgen en af te zien van oplegging van een veroordeling die hernieuwde vrijheidsbeneming met zich zou brengen. Verdachte dient zich daarbij wel te realiseren dat hij niet nogmaals in een herhaling van gewelddadigheden moet vervallen, aangezien dan een tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk op te leggen straf als reactie voor de hand ligt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 45, 57, 266, 267, 302, 310, 350 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 primair tenlastegeleg-de heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair, 2 primair, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlas-tegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt ver-dachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
1 subsidiair:
poging tot zware mishandeling;
2 primair:
diefstal, meermalen gepleegd;
3.
eenvoudige belediging, aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
4.
opzettelijk en wederrechterlijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
Verklaart de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde straf-baar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van honderdtachtig (180) dagen.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerleg-ging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorge-bracht (37 dagen) bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot honderddrieënveertig (143) dagen niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelas-ten, op grond dat veroor-deelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzon-dere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde - zulks ter ondersteuning van het door de reclassering opgestelde plan van aanpak - dat veroordeelde zich geduren-de de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voor-schriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, arrondissement Zutphen, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt,
ook als dit inhoudt dat veroordeelde zich ambulant zal laten behandelen bij de Psychiatrische Polikliniek "De Transfer" te Arnhem of enige soortgelijke instelling. De veroordeelde zal zich dan houden aan regels die hem door of namens de leiding van die instelling zullen worden gegeven.
Geeft vorenbedoelde instelling de opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen.
Heft op het - geschorste - bevel tot voorlo-pige hechtenis.
Aldus gewezen door mrs. Van Harreveld, voorzitter, Elders en Welbergen, rech-ters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier en uitge-sproken op de openbare terechtzitting van 17 december 2002.