ECLI:NL:RBZUT:2003:AF5105
Rechtbank Zutphen
- Eerste en enige aanleg
- D.J. Buijs
- Rechtspraak.nl
Discriminatie in de exploitatie van een slijterij door het weigeren van asielzoekers
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 27 februari 2003, stond de verdachte terecht op beschuldiging van discriminatie. De tenlastelegging betrof het plaatsen van een bordje in de etalage van haar slijterij in Wapenveld, waarin stond: 'Wij laten 1 asielzoeker per keer binnen'. De zaak werd behandeld op een openbare zitting op 20 februari 2003, waarbij de verdachte werd bijgestaan door mr. dr. J. Boksem en mr. W. Anker, beiden advocaten uit Leeuwarden.
De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend was bewezen dat de verdachte daadwerkelijk personen op basis van hun ras had geweigerd. De rechter benadrukte dat het essentieel was dat de tenlastelegging het daadwerkelijk niet toelaten van personen omvatte, wat niet was aangetoond. De rechtbank erkende echter dat het ophangen van het bordje op zichzelf al als discriminatie kon worden beschouwd, omdat het een beperking impliceert op basis van ras, zoals gedefinieerd in de relevante wetgeving.
De rechter merkte op dat de maatregel van de verdachte, die was ingegeven door de vrees voor winkeldiefstal door asielzoekers, niet als een objectief gerechtvaardigde reden kon worden aangemerkt voor het treffen van een discriminerende maatregel. De rechtbank concludeerde dat de verdachte vrijgesproken moest worden van de tenlastelegging, maar voegde eraan toe dat het ophangen van een dergelijk bordje mogelijk wel strafbaar zou kunnen zijn onder artikel 429quater van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak benadrukte de noodzaak voor overheidsinstanties om duidelijk te maken dat dergelijke acties mogelijk strafbaar zijn, om zo discriminatie tegen te gaan. De zaak werd afgesloten met de beslissing dat de verdachte niet schuldig was aan de tenlastelegging, maar dat de juridische implicaties van haar handelen niet onbesproken konden blijven.