ECLI:NL:RBZUT:2003:AF5541
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. van Hoorn
- J. Welbergen
- M. Maanicus
- Rechtspraak.nl
Poging tot doodslag en toebrengen van zwaar lichamelijk letsel in vereniging
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 5 maart 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een slachtoffer. De verdachte, geboren in 1982 en woonachtig in [plaats], zou in de periode van 12 tot en met 13 september 2002 in de gemeente Aalten samen met medeverdachten [ver[b] en [verd[a] hebben geprobeerd het leven van het slachtoffer te beroven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn medeverdachten telefonisch heeft geïnformeerd over het adres en de woonomgeving van het slachtoffer, en hen heeft aangemoedigd om het slachtoffer aan te pakken. Echter, de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de aanwezigheid van voorbedachte rade, wat essentieel is voor de bewezenverklaring van poging tot doodslag. De verdachte heeft het adres van het slachtoffer in eerste instantie achtergehouden uit vrees dat zijn medeverdachten verder zouden willen gaan dan het uitdelen van klappen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet als medeplichtige kon worden beschouwd, omdat hij het slachtoffer niet had gewaarschuwd en er geen bewijs was dat hij opzettelijk heeft bijgedragen aan de poging tot doodslag. Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.