ECLI:NL:RBZUT:2003:AF5559

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
11 februari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
rolnummer 162506 CV 02-805
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.A.M. Smulders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeluk en aansprakelijkheid bij bijzondere manoeuvre

In deze zaak, die werd behandeld door de kantonrechter te Zutphen, ging het om een verkeersongeluk dat plaatsvond op 11 juni 2001 op de Rijksstraatweg. De aanrijding vond plaats tussen [de vrouw], die in een auto reed, en de verzekerde van VVAA, [betrokkene], die een U-bocht maakte. De vrouw raakte de auto van [betrokkene] in de rechter zijflank. De schade aan de auto van [de vrouw] bedroeg € 1.866,86, waarvan Sterpolis, de verzekeraar van de vrouw, € 1.731,86 vergoedde. VVAA vergoedde de schade aan de auto van [betrokkene] tot een bedrag van € 1.953,32.

Sterpolis en [de vrouw] vorderden betaling van VVAA op grond van de stelling dat [betrokkene] een bijzondere manoeuvre had uitgevoerd door de U-bocht te maken, waardoor zij niet langer voorrangsgerechtigd was. VVAA voerde verweer en stelde dat [betrokkene] geen bijzondere manoeuvre had uitgevoerd en dat de verkeersregels, zoals vastgelegd in artikel 63 RVV, voorrang gaven aan de verkeersborden ter plaatse.

De kantonrechter oordeelde dat [betrokkene] inderdaad een bijzondere manoeuvre had uitgevoerd en dat zij verplicht was het overige verkeer voor te laten gaan. De rechter oordeelde dat de vordering van Sterpolis en [de vrouw] in conventie toewijsbaar was, terwijl de vordering van VVAA in reconventie werd afgewezen. VVAA werd veroordeeld in de proceskosten van Sterpolis en [de vrouw].

Uitspraak

Rechtbank Zutphen
Sector Kanton, locatie Zutphen
maken van een U-bocht onder omstandigheden een bijzondere manoeuvre in de zin van artikel 54 RVV,
Hierarchie tussen verkeerstekens en verkeersregels.
rolnummer 162506 CV 02-805
vonnis dd 11 februari 2003
grosse aan eisende partij in conventie/gedaagde partij in reconventie en afschrift aan gedaagde partij in conventie/eisende partij in reconventie d.d.:
Vonnis van de kantonrechter te Zutphen in de zaak van:
1. de naamloze vennootschap Sterpolis Schadeverzekeringen NV te Arnhem en
2. [ei[de vrouw] te [plaats]
eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie,
gemachtigde: B.J.P. Kotte, werkzaam bij eiseres sub 1 te 6800 KG Arnhem, postbus 9225,
tegen:
VVAA schadeverzekeringen N.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. M.A. Feeburg, werkzaam bij gedaagde te 3503 RD Utrecht, postbus 8153.
Partijen worden in het hierna volgende Sterpolis, [de vrouw] en VVAA genoemd.
1. HET PROCESVERLOOP
Dit verloop blijkt uit:
- de dagvaarding van 5 juni 2002;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie;
- de conclusie van repliek in conventie en antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie en repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie.
2. DE FEITEN
2.1.Op 11 juni 2001 heeft op de Rijksstraatweg te [plaats] een aanrijding plaatsgevonden tussen [de vrouw], rijdende in een [auto] met kenteken [a], en de verzekerde van VVAA (verder: [be[betrokkene]), rijdende in een [auto] met kenteken [b]
2.2.[be[betrokkene] reed op de Rijksstraatweg, een voorrangsweg, waarbij de rijbanen van de weg vlak voor de kruising worden gescheiden door een middengeleider. Nadat [be[betrokkene] bij het naderen van het kruispunt had voorgesorteerd op de strook voor linksafslaand verkeer, maakte zij een linkse U-bocht om de middengeleider heen. Op het moment dat [be[betrokkene] de U-bocht maakte om haar weg terug te vervolgen reed [de vrouw] vanuit een zijweg ter plaatse rechtsaf de Rijksstraatweg op. [de vrouw] heeft de auto van [be[betrokkene] daarbij in de rechter zijflank ter hoogte van de benzinetank geraakt.
2.3.De schade aan de auto van [de vrouw] bedraagt € 1.866,86 EURO waarvan Sterpolis onder aftrek van een eigen risico van € 135,-- EURO een bedrag van € 1.731,86 EURO aan [de vrouw] heeft vergoed.
2.4.De schade aan de auto van [be[betrokkene] bedraagt € 2.089,45,EURO waarvan VVAA onder aftrek van het eigen risico van [be[betrokkene] ad € 136,13, EURO een bedrag van € 1.953,32 EURO heeft vergoed.
3.DE BEOORDELING
In conventie
3.1. Sterpolis vordert veroordeling bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, van VVAA aan haar te betalen € 1.731,86 EURO zulks met nevenvorderingen en [de vrouw] vordert veroordeling bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, van VVAA aan haar te betalen € 135,--EURO, eveneens met nevenvorderingen. Aan deze vordering leggen Sterpolis en [de vrouw] ten grondslag de vastgestelde feiten en (kort gezegd) de volgende stellingen. [be[betrokkene] heeft, door een U-bocht te maken op de voorrangsweg, een bijzondere manoeuvre gemaakt in de zin van artikel 54 RVV, waardoor zij niet langer voorrangsgerechtigd was, maar het overige verkeer (waaronder [de vrouw]) voor diende te laten gaan. Op het moment van de aanrijding had [be[betrokkene] haar manoeuvre nog niet voltooid en de manoeuvre was voor [de vrouw] niet te voorzien, nu [betrokkene] op een voorsorteerstrook voor linksaf reed en zij ingevolge artikel 78 RVV verplicht was de richting van die strook te volgen.
3.2. VVAA heeft verweer gevoerd tegen de vordering. Zij heeft (kort gezegd) primair aangevoerd dat [betrokkene] door een U-bocht te maken geen bijzondere manoeuvre in de zin van artikel 54 RVV heeft uitgevoerd en subsidiair dat ingevolge artikel 63 RVV verkeerstekens boven verkeersregels gaan zodat, ook al zou [betrokkene] een bijzondere manoeuvre hebben gemaakt, [de vrouw] aan [betrokkene] voorrang zou hebben moeten verlenen op grond van de aanwezige tekens ter plaatse.
in reconventie
3.3.VVVA vordert in reconventie veroordeling bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, van Sterpolis en [de vrouw] om haar te betalen een bedrag van € 1.953,32, zulks met nevenvorderingen. Zij legt hieraan ten grondslag de vastgestelde feiten en de volgende stellingen. De aanrijding is door het niet verlenen van voorrang en onoplettendheid van [de vrouw] veroorzaakt. [de vrouw] heeft op het moment dat zij de weg op reed alleen naar links gekeken, terwijl zij ook verkeer van andere kanten kon en moest verwachten. Sterpolis en [de vrouw] hebben het in conventie gestelde m.m. ten verwere aangevoerd.
voort in conventie en in reconventie
3.4.Vooreerst moet worden beoordeeld of [betrokkene] een bijzondere manoeuvre in de zin van artikel 54 RVV heeft gemaakt, waarbij in het midden kan blijven of die manoeuvre ter plaatse was toegestaan. De kantonrechter overweegt dat [betrokkene], door de beschreven "U-bocht" te maken, niet tweemaal linksaf is geslagen, doch op dezelfde weg (zij het gescheiden door een middengeleider) is gekeerd, welke gedraging in artikel 54 RVV expliciet als bijzondere manoeuvre is aangemerkt. [betrokkene] was dan ook verplicht het overige verkeer voor te laten gaan. Voorts is niet (voldoende) betwist dat [betrokkene] haar keermanoeuvre nog niet had voltooid op het moment direct voorafgaand aan de aanrijding.
3.5.Anders dan VVAA heeft gesteld brengt artikel 63 RVV niet met zich mee dat [de vrouw], een voorrangsweg oprijdende, niettemin [betrokkene] had moeten laten voorgaan. De verplichting ingevolge artikel 54 RVV is naar aard en strekking absoluut in die zin, dat zij geldt ten opzichte van iedere weggebruiker die op normale wijze (dat wil zeggen: anders dan via het verrichten van een bijzondere manoeuvre) aan het verkeer deelneemt, zoals in casu het geval was met [de vrouw] (vgl. ook Hof Leeuwarden 30 maart 2001 kenbaar uit VR 2002/212, alsmede Remmelink-Otte, 5e druk p. 29 en Otte, Het Stelsel van gedragsregels in het wegverkeer, 1993 p. 203).
3.6. Voorzover [de vrouw] voor het overige een verwijt is te maken valt haar verwijtbaarheid in het niet bij die met betrekking tot [betrokkene].
3.7.De vordering in conventie ligt - als voor het overige niet betwist - voor toewijzing gereed, terwijl de vordering in reconventie moet worden afgewezen. In de uitkomst van de procedure wordt aanleiding gezien VVAA zowel in conventie als in reconventie in de kosten te veroordelen.
4.DE BESLISSING
De kantonrechter, recht doende:
in conventie:
veroordeelt VVAA om tegen behoorlijk bewijs aan kwijting aan Sterpolis te voldoen de som van
€ 1.731,86 EURO vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 juni 2001 tot de dag der voldoening;
veroordeelt VVAA om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [de vrouw] te voldoen de som van
€ 135,- EURO vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 juni 2001 tot de dag der voldoening;
veroordeelt VVAA in de proceskosten van Sterpolis en [de vrouw], tot op heden begroot op:
- 270,-- EURO voor salaris gemachtigde;
- 77,56 EURO voor explootkosten en
- 152,-- EURO voor vast recht;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd;
In reconventie
wijst de vordering af;
veroordeelt VVAA in de proceskosten van Sterpolis en [de vrouw], tot op heden begroot op 135,-- EURO voor salaris gemachtigde.
Aldus gewezen door mr. J.A.M. Smulders, kantonrechter te Zutphen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 februari 2003 in tegenwoordigheid van de griffier.