ECLI:NL:RBZUT:2003:AF6189

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
11 maart 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
175879 HA VERZ 03-22
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.A.M. Smulders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst en wijziging werkgeverschap zonder instemming werknemer

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 11 maart 2003 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van de heer [verweerder] door Cryo-Cell Nederland B.V. De zaak betreft de vraag of Cryo-Cell Nederland als werkgever van [verweerder] kan worden aangemerkt, nu hij stelt dat hij nooit heeft ingestemd met een wijziging van zijn werkgeverschap. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerder] op 1 juli 2000 in dienst is getreden van Cryo-Cell Europe B.V. en dat er geen sprake is geweest van een overgang van onderneming naar Cryo-Cell Nederland. De kantonrechter heeft verder overwogen dat het werkgeverschap in beginsel niet zonder instemming van de werknemer kan worden overgedragen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is dat [verweerder] stilzwijgend heeft ingestemd met de wijziging van werkgever. Daarom is het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet-ontvankelijk verklaard, met veroordeling van Cryo-Cell Nederland in de proceskosten van [verweerder].

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Kanton, locatie Zutphen
Wijziging werkgeverschap zonder instemming werknemer?
Zaaknummer : 175879 HA VERZ 03-22
Beschikking d.d. : 11 maart 2003
Afschrift aan : mr. Voorink
Grosse aan : mr. Prillevitz
Verzonden d.d. :
BESCHIKKING
in de zaak van verzoekster:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Cryo-Cell Nederland B.V.,
gevestigd te Zutphen,
gemachtigde: mr. R.J. Voorink, advocaat te 7200 AA Zutphen, postbus 8,
tegen verweerder:
de heer [verweerder],
wonende te [plaats],
gemachtigde: mr. H.W. Prillevitz, advocaat te 1320 AE Almere, postbus 60194.
1. HET PROCESVERLOOP
Dit blijkt uit:
- een verzoekschrift, binnengekomen ter griffie op 23 januari 2003;
- een verweerschrift;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 4 maart 2003.
2. PARTIJEN
Het verzoekschrift is gesteld ten name van de naamloze vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Cryo-Cell Nederland B.V., hetgeen een contradictio in terminis is.
Uit de inhoud van het verzoekschrift en het verhandelde ter zitting is het de kantonrechter duidelijk geworden dat het verzoek wordt gedaan door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Cryo-Cell Nederland BV, hierna mede aan te duiden als Cryo-Cell Nederland. Verweerder zal in het navolgende worden aangeduid als [verweerder].
3. DE FEITEN
3.1 Cryo-Cell Nederland is een dochtermaatschappij van Cryo-Cell Europe NV, een onderneming die zich heeft gespecialiseerd in het isoleren en opslaan van adulte stamcellen en het ontwikkelen van nieuwe medische behandelingsmethoden op basis daarvan.
3.2 [verweerder] is per 1 juli 2000 in dienst getreden van Cryo-Cell Europe BV als marketingmanager Nederland voor 20 uur per week.
3.3 Op 25 september 2002 heeft de directeur van Cryo-Cell Europe NV tegenover werknemer aangekondigd dat om bedrijfseconomische redenen voor hem een ontslagvergunning zou worden aangevraagd, hetgeen vervolgens is geschied. Werknemer had zich inmiddels ziek gemeld, reden waarom het verzoek niet is doorgezet.
3.4 Daarop heeft Cryo-Cell Europe NV bij verzoekschrift, binnengekomen ter griffie op 19 november 2002, aan de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van een bedrijfseconomische noodzaak. Het verzoek is afgewezen bij beschikking van 17 december 2002, zulks in hoofdzaak op grond van de bij [verweerder] bestaande arbeidsongeschiktheid en de onduidelijkheid of [verweerder] niet elders binnen Cryo-Cell Europe NV plaatsbaar was.
3.5 Thans vraagt Cryo-Cell Nederland ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werknemer stelt zich gemotiveerd op het standpunt dat het verzoek niet-ontvankelijk is, althans dat het verzoek moet worden afgewezen.
4. DE BEOORDELING
4.1 Vooreerst dient te worden beoordeeld of Cryo-Cell Nederland werkgeefster is van [verweerder], zoals door haar gesteld doch door hem betwist.
4.2 Cryo-Cell Nederland heeft in dit verband uiteengezet dat Cryo-Cell Europe BV is opgericht op 8 maart 2000, doch op 18 mei 2001 is omgezet in Cryo-Cell Europe NV, terwijl inmiddels op 20 september 2000 Cryo-Cell Nederland BV was opgericht. De indiensttreding van [verweerder] bij Cryo-Cell Europe BV op 1 juli 2000 geschiedde louter vanwege het feit dat de dochter Cryo-Cell Nederland toen nog niet bestond.
Meer concreet heeft Cryo-Cell Nederland zich op het standpunt gesteld dat [verweerder] sinds 20 september 2000 in dienst is van het (de op die datum opgerichte) Cryo-Cell Nederland. Zulks is - aldus Cryo-Cell Nederland - niet het gevolg van overgang van onderneming (reeds omdat van verkoop- en marketingactiviteiten voor de oprichting van Cryo-Cell Nederland geen sprake is geweest), maar volgt uit het feit dat [verweerder] sindsdien feitelijk en administratief daarbij in dienst is getreden, daarvoor ook feitelijk werkzaam is geweest en van haar sinds 1 februari 2001 salariëring heeft aanvaard, terwijl Cryo-Cell Nederland zowel feitelijk als formeel de instructies aan [verweerder] gaf. Bovendien is aan [verweerder] een schriftelijk arbeidscontract met gewijzigde tenaamstelling toegezonden, dat hij niet heeft geretourneerd.
4.3 [verweerder] heeft zich op het standpunt gesteld dat hij niet in dienst is van Cryo-Cell Nederland, nu hij nimmer met een wijziging van het werkgeverschap heeft ingestemd, die wijziging ook nimmer aan de orde is gesteld en hem nimmer een gewijzigde arbeidsovereenkomst is toegezonden, laat staan dat hij die heeft ondertekend. Hij betwist dat hij door niet te protesteren tegen salarisbetaling door Cryo-Cell Nederland het vertrouwen heeft gewekt in te stemmen met wisseling van werkgever en hij wijst er op (onder overlegging van daarop betrekking hebbende producties) dat het Cryo-Cell Europe NV is geweest die in september 2002 bij het CWI te zijnen aanzien om een ontslagvergunning heeft verzocht, dat het Cryo-Cell Europe NV was die in november 2002 een verzoek tot ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst heeft ingediend en dat ook zijn pensioenverzekering is gesteld ten name van Cryo-Cell Europe NV.
4.4 Het volgende wordt overwogen. De kantonrechter stelt vast dat partijen het er over eens zijn dat [verweerder] op 1 juli 2000 in dienst is getreden van Cryo-Cell Europe BV en dat tussen Cryo-Cell Europe BV en Cryo-Cell Nederland geen sprake is geweest van overgang van onderneming. Voorop moet worden gesteld dat het werkgeverschap in beginsel niet zonder instemming van de werknemer kan worden overgedragen, hetgeen te meer klemt nu de vraag bij welke vennootschap een werknemer in dienst is, voor hem - ook in concernverhoudingen en zelfs ongeacht de arbeidsvoorwaarden - van groot belang kan zijn.
4.5 Dat [verweerder] expliciet met een wisseling van werkgever heeft ingestemd is gesteld noch gebleken. Bijgevolg komt het aan op de vraag of voldoende is gebleken van feiten en omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat [verweerder] er stilzwijgend mee heeft ingestemd dat hij in dienst kwam van Cryo-Cell Nederland.
4.6 Niet doorslaggevend is dat werknemer zijn werkzaamheden (grotendeels) verrichtte voor Cryo-Cell Nederland en van daaruit werd aangestuurd, aangezien het binnen concern-verhoudingen niet ongebruikelijk is dat werknemers (en met name midden-kader-leden), verbonden aan de moedervennootschap, voor kortere of langere duur aldus werkzaam zijn voor een dochtermaatschappij. Het bovendien (zonder protest) langdurig accepteren van salarisbetaling annex jaaropgave door de dochter kan onder omstandigheden leiden tot het oordeel dat de werknemer stilzwijgend met wisseling van werkgever heeft ingestemd, met name indien een en ander met werknemer is besproken en er geen contra-indicaties zijn.
In het onderhavige geval is echter aan geen van beide voorwaarden voldaan, zelfs daargelaten dat Cryo-Cell Europe BV ook na de door Cryo-Cell Nederland geclaimde datum van 20 september 2000 nog enige maanden het salaris aan [verweerder] heeft voldaan. De betwisting door [verweerder] dat de wisseling van werk-geverschap met hem is besproken en dat een (in zoverre) gewijzigde arbeids-overeen-komst aan hem is toegezonden, heeft Cryo-Cell Nederland namelijk op geen enkele wijze ontkracht, noch bewijs bijgebracht of aangeboden van haar stellingen. Voorts heeft Cryo-Cell Nederland niet weersproken dat Cryo-Cell Europe BV respectievelijk Cryo-Cell Europe NV zich ook na 20 september 2000, en zelfs nog tot voor kort, herhaaldelijk tegenover [verweerder] als zijn werkgeefster heeft gepresenteerd, terwijl gesteld noch gebleken is dat [verweerder] daartegen heeft geprotesteerd. Onder deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat [verweerder] het vertrouwen heeft gewekt dat hij met een wisseling van werkgever heeft ingestemd.
4.7 Bijgevolg kan Cryo-Cell Nederland niet als werkgeefster van [verweerder] worden aangemerkt, zodat het verzoek niet-ontvankelijk moet worden verklaard, met veroordeling van Cryo-Cell Nederland in de proceskosten.
5. DE BESLISSING
De kantonrechter, beschikkende,
verklaart het verzoek niet-ontvankelijk;
verwijst verzoekster in de proceskosten van verweerder, tot op deze uitspraak begroot op een bedrag van EUR 400,-- voor salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.M. Smulders, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 maart 2003, in tegenwoordigheid van de griffier.