2.1 Belmondo voert een onderneming in campers.
2.2 Wegener heeft op 19 oktober 2002 een stuk gepubliceerd over Belmondo.
2.3 Op 6 november 2002 werd Belmondo door Wegener op de hoogte gesteld van het feit dat er een tweede artikel geplaatst zou worden.
2.4 Belmondo heeft vervolgens een dagvaarding in kort geding doen uitbrengen teneinde publicatie van het voorgenomen artikel te verbieden. De zitting heeft geen doorgang gevonden, omdat Wegener kort voor die tijd heeft laten weten niet tot publicatie over te zullen gaan.
2.5 Begin december 2002 h[naam]] journalist bij Wegener, telefonisch contact opgenomen met Belmondo teneinde een reactie te krijgen op een aantal bij Wegener binnengekomen klachten van klanten van Belmondo.
2.6 Op 6 januari 2003 is [naam] bij de raadsman op kantoor geweest, waarbij hoofdzakelijk gesproken is over het artikel van 19 oktober 2002. Bij brief van 6 januari 2003 heeft de raadsman van Belmondo Wegener gesommeerd de door haar, als gevolg van het gepubliceerde artikel, geleden schade van 50.000,-- EURO te betalen.
2.7 Bij brief van 8 januari 2003 heeft Wegener gereageerd en meegedeeld niet over te zullen gaan tot betaling van de gevorderde schade, nu het artikel haars inziens feitelijk van aard is, geen insinuaties bevat, Belmondo niet als onbetrouwbaar wordt gekwalificeerd en hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden.
2.8 De raadsman van Belmondo heeft hierop op 15 januari 2003 schriftelijk gereageerd, inhoudende: "(…...) Ten aanzien van het reeds gepubliceerde artikel.
Cliënte heeft naar aanleiding van het artikel een groot aantal negatieve reacties gekregen en de omzet is gedaald. Los van het feit of het de bedoeling van WUGO is geweest om insinuaties te uiten, daarover valt te discussiëren, hebben lezers van de dagbladen de strekking van het artikel wel negatief uitgelegd en heeft cliënte schade geleden. Daarvoor is WUGO aansprakelijk. Cliënte handhaaft dan ook haar vordering.
Ten aanzien van het te publiceren artikel.
Door de journalist is een aantal malen contact gezocht met cliënte, maar ook met ondergetekende met het verzoek om een reactie op een te publiceren artikel. Daarop heb ik aangegeven deze slechts te kunnen geven nadat wij het artikel hebben gelezen. Om die reden heeft de journalist, de [naam]] mij meerdere malen toegezegd het artikel ter inzage te verstrekken. De heer [naam] heeft aangegeven daarmee te willen voldoen aan zijn plicht om hoor en wederhoor toe te passen. Met hetzelfde doel vond de bespreking op 6 januari 2003 plaats. Ter gelegenheid van dat gesprek heeft cliënte de heer [naam] onder meer verzocht hem te informeren omtrent de klachten, zodat hij zijn reactie kon geven.
Tot op heden is de heer [naam] evenwel de toezegging om het stuk te doen toekomen niet nagekomen. Evenmin kwam hij op 6 januari 2003 met concrete voorbeelden of bewijsstukken, zodat cliënte die dag geen reactie heeft kunnen geven. Er is dan ook geen sprake van een wens om censuur toe te passen, zoals u kennelijk meent. Cliënte wenst slechts zijn visie te kunnen geven op verwijten aan zijn adres. Ik verzoek u om die reden mij te bevestigen dat het artikel vóór publicatie via mij ter inzage aan cliënte zal worden voorgelegd. Indien ik niet binnen zeven dagen een toezegging heb ontvangen zal ik alsnog in kort geding één en ander moeten afdwingen (…...)".
2.9 Op 18 februari 2003 heeft [naam] wederom contact opgenomen met Belmondo teneinde een gesprek aan te gaan over de door derden geuite klachten.
2.10 Op 12 maart 2003 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen enerzijds de journalisten [naam] en Lindenburg en anderzijds de directeur van Belmondo (P.W.F. Veldhuis) en zijn raadsman.
2.11 Wegener is voornemens opnieuw over Belmondo te publiceren.