ECLI:NL:RBZUT:2003:AF7610

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
16 april 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/060006-03
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Semeijn
  • A. van Hoorn
  • J. Collenteur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Noodweer in familieruzie leidt tot vrijspraak van verdachte

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 16 april 2003, stond de verdachte terecht voor het ten laste gelegde feit van poging tot moord en poging tot zware mishandeling. De verdachte had op 5 januari 2003 in Apeldoorn zijn broer, genaamd [slachtoffer], met een mes verwond. De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte opzet had op het beroven van het leven van zijn broer. De rechtbank baseerde deze beslissing op de relatief lichte verwondingen van het slachtoffer in verhouding tot het gebruikte mes en het feit dat de verdachte niet meermaals had gestoken, ondanks de mogelijkheid daartoe.

De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich in een noodweersituatie bevond. Er was sprake van een onmiddellijke wederrechtelijke aanranding, aangezien de verdachte meermalen door zijn broer was geslagen en zijn vriendin gewond onderaan de trap lag. De rechtbank oordeelde dat de verdachte handelde uit zelfverdediging en dat het bewezen verklaarde feit geen strafbaar feit opleverde. Daarom werd de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging.

De rechtbank gelastte tevens de teruggave van in beslag genomen voorwerpen aan de rechthebbende, waaronder het keukenmes dat bij het incident was gebruikt. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit de rechters M. Semeijn, A. van Hoorn en J. Collenteur, in aanwezigheid van griffier mr. De Bruijn-van der Sluijs.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
beroep op noodweer in Apeldoornse familieruzie wordt gehonoreerd
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/060006-03
Uitspraak d.d.: 16 april 2003
tegenspraak / dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [maand] 1978,
wonende te [plaats,adres], doch ingeschreven te [plaats], [adres]
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 april 2003.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 05 januari 2003 in de gemeente Apeldoorn ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het
leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal,
in/op/tegen (beide) zijden van de hals en/of in/op/tegen de borst (ter hoogte
van het borstbeen) te steken/prikken/snijden met een mes, althans een scherp
voorwerp, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 05 januari 2003 in de gemeente Apeldoorn ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer],
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer]
meermalen, althans eenmaal, in/op/tegen de beide zijden van de hals en/of
in/op/tegen de borst (het borstbeen) heeft gestoken/geprikt/gesneden met een
mes, althans een scherp voorwerp, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken.
De rechtbank acht het opzet van verdachte op het beroven van het leven van zijn broer [slachtoffer] niet bewezen. De rechtbank heeft daarbij met name gelet op de relatief lichte verwondingen van [slachtoffer] in verhouding tot de grootte van het door verdachte gehanteerde keukenmes, alsmede op het feit dat verdachte ondanks de mogelijkheid daartoe niet nog meer keren heeft gestoken.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 05 januari 2003 in de gemeente Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer] meermalen, in de beide zijden van de hals en in de borst (het borstbeen) heeft gestoken met een mes, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte be-hoort daarvan te worden vrijgesproken.
Noodweer
Naar het oordeel van de rechtbank bevond verdachte - toen hij het bewezen verklaarde feit pleegde - zich in een situatie welke noopte tot verdediging van eigen en eens anders lijf en goed tegen een onmiddellijke wederrechtelijke aanranding.
Aannemelijk is geworden dat [slachtoffer] na de vechtpartij tussen hem en verdachte en het uitgroeiende geweld tegen verdachtes vriendin [A], op een gewelddadige wijze is teruggekeerd in de woning van genoemde [A]. Aldaar heeft [slachtoffer] geweld gepleegd tegen [B], die even later tevergeefs heeft geprobeerd een nieuwe confrontatie tussen de broers te voorkomen. Ze wist wel verdachte tot bedaren te brengen doch niet [slachtoffer]. Vervolgens is verdachte meermalen tegen zijn hoofd geslagen door zijn broer. De rechtbank heeft daarbij tevens rekening gehouden met het feit dat verdachtes vriendin gewond onderaan de trap lag.
Geen strafbaar feit
Het bewezenverklaarde levert geen strafbaar feit op.
De verdachte moet wat dat betreft dan ook worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het primair tenlastegeleg-de heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten las-te gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt ver-dachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenver-kl-aarde niet strafbaar en ont-slaat ver-dachte voor dit feit van alle rec-hts-vervolging.
Gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet terugge-geven voorwerpen aan de rechthebbende [A], te weten: het keukenmes, de kaarsenstandaard en de whiskyfles.
Aldus gewezen door mr. Semeijn, voorzitter, mrs. Van Hoorn en Collenteur, rech-ters, in tegenwoordigheid van mr. De Bruijn-van der Sluijs, griffier en uitge-sproken op de openbare terechtzitting van 16 april 2003.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.