ECLI:NL:RBZUT:2003:AF7869
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.A.M. Strens-Meulemeester
- H.C.M. Boon
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopig getuigenverhoor in civiele procedure met bindende eindbeslissing
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 24 april 2003 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure. De verzoekster, vertegenwoordigd door mr. J.H. van den Sigtenhorst en mr. S.S. Rijpma, heeft verzocht om een voorlopig getuigenverhoor in een reeds aanhangige civiele procedure. Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van een eerder vonnis van de rechtbank van 10 oktober 2002, waarin was geoordeeld dat de verzoekster niet aannemelijk had gemaakt dat zij, ongeacht het ongeval, een arbeidsinkomen als hypotheek- of financieel adviseur zou hebben gehad. De verzoekster is van mening dat zij dit wel kan aantonen door getuigen te horen.
De verweerster, AXA SCHADE N.V., vertegenwoordigd door mr. E.G.M. Wiggers en mr. M.F. Preusterink, heeft zich verzet tegen het verzoek en stelt dat de rechtbank reeds een bindende eindbeslissing heeft gegeven. AXA concludeert dat de verzoekster niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek, of dat het verzoek moet worden afgewezen met veroordeling in de kosten.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat artikel 186 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de mogelijkheid biedt om een voorlopig getuigenverhoor te bevelen, zelfs wanneer er al een bindende eindbeslissing is gegeven. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek van de verzoekster toewijsbaar is, en heeft een voorlopig getuigenverhoor bevolen, waarbij mr. H.C.M. Boon is benoemd als rechter-commissaris. De rechtbank heeft bepaald dat de verzoekster uiterlijk op 16 mei 2003 een afschrift van de beschikking aan AXA moet doen toekomen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.