ECLI:NL:RBZUT:2003:AF9107
Rechtbank Zutphen
- Voorlopige voorziening
- K. van Duyvendijk
- Rechtspraak.nl
Verbod op demonstratie in Apeldoorn op basis van de Wet openbare manifestaties
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 16 mei 2003 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoekster, DWARS Groenlinkse Jongerenorganisatie uit Apeldoorn, had een demonstratie aangekondigd op 17 mei 2003 in het centrum van Apeldoorn. De burgemeester van de gemeente Apeldoorn, als verweerder, heeft deze demonstratie verboden op grond van artikel 5, eerste lid, van de Wet openbare manifestaties (Wom). De rechtbank moest beoordelen of er sprake was van onverwijlde spoed en of een voorlopige voorziening noodzakelijk was, zoals vereist door artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat een verbod gerechtvaardigd is wanneer er een dreigende bestuurlijke overmachtsituatie is, bijvoorbeeld als de demonstratie naar verwachting ernstige wanordelijkheden met zich mee zou brengen. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen de motivering van de burgemeester gevolgd en geconstateerd dat er voldoende redenen waren om aan te nemen dat de veiligheid van burgers en goederen in gevaar zou komen.
De voorzieningenrechter heeft ook rekening gehouden met eerdere uitspraken en het dossier van een andere procedure met betrekking tot een aangekondigde demonstratie op dezelfde datum. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen aanleiding was om de gevraagde voorlopige voorziening toe te wijzen en heeft het verzoek afgewezen. Er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Awb.