ECLI:NL:RBZUT:2003:AF9443
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Hoorn
- E. Elders
- D. Draisma
- Rechtspraak.nl
Poging tot doodslag met een mes in bijzijn van kinderen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 14 mei 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de verdachte op 1 mei 2003 werd gehoord. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 26 december 2002 te Ruurlo, waar de verdachte haar echtgenoot met een mes in de rug of schouder heeft gestoken, met de intentie om hem van het leven te beroven. De rechtbank oordeelde dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, maar sprak haar vrij van andere tenlasteleggingen die niet bewezen konden worden.
De rechtbank baseerde haar oordeel op een psychologisch rapport van P.M.F. Brookhuis, waarin werd vastgesteld dat de verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar was ten tijde van het delict. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder het misdrijf was gepleegd, waaronder de invloed van alcohol en de aanwezigheid van de kinderen. De verdachte had eerder ervaringen met gewelddadigheid en er waren aanwijzingen voor een persoonlijkheidsstoornis.
De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 360 dagen, waarvan 322 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd een taakstraf van 240 uren opgelegd, met de voorwaarde dat bij niet-naleving vervangende hechtenis zou worden toegepast. De rechtbank benadrukte het belang van behandeling en reclassering om herhaling van dergelijk gedrag te voorkomen. De uitspraak werd gedaan door mrs. Van Hoorn, Elders en Draisma, in aanwezigheid van griffier Jansen.