ECLI:NL:RBZUT:2003:AF9447

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
14 mei 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/010153-02
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. van Hoorn
  • Elders
  • J. Draisma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen met minderjarige na dronken rijden

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 14 mei 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De verdachte, geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum], heeft op of omstreeks 1 januari 2002 in Apeldoorn ontucht gepleegd met een slachtoffer, geboren in [maand] 1987, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt. De tenlastelegging omvatte verschillende seksuele handelingen, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige, wat in strijd is met artikel 245 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht.

De rechtbank heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van een vertrouwensrelatie en dat de gevolgen van zijn daden voor het slachtoffer ernstig en langdurig kunnen zijn. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, met de voorwaarde dat bij niet-naleving vervangende hechtenis zal worden opgelegd voor 120 dagen. De rechtbank heeft ook een proeftijd van twee jaar vastgesteld, waarin de verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen van de Reclassering Nederland.

De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en dat er geen omstandigheden zijn die zijn strafbaarheid uitsluiten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Betreft: na het dronken voeren heeft verdachte ontucht gepleegd ( inclusief verkrachting) met de oppas van zijn kinderen.
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/010153-02
Uitspraak d.d.: 14 mei 2003
Tegenspraak / onip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres]
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 mei 2003.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 01 januari 2002 in de gemeente Apeldoorn, met [slachtoffer] (geboren op [maand] 1987), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte
- zijn penis en/of vinger(s) in de vagina van voornoemde [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en/of
- (aan) de vagina van die [slachtoffer] gelikt en/of
- (over) de vagina en/of de borst(en) van die [slachtoffer] gewreven en/of gestreeld en/of betast en/of
- met die [slachtoffer] getongzoend en/of
- de hand(en) van die [slachtoffer] naar zijn, verdachtes, penis gebracht en/of
- zijn, verdachtes, penis laten betasten door die [slachtoffer];
art 245 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 01 januari 2002 in de gemeente Apeldoorn, met [slachtoffer] (geboren op [maand] 1987), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte
- zijn penis en vingers in de vagina van voornoemde [slachtoffer] geduwd en gebracht en
- aan de vagina van die [slachtoffer] gelikt en
- over de vagina en de borsten van die [slachtoffer] gewreven en gestreeld en betast en
- met die [slachtoffer] getongzoend en
- de hand van die [slachtoffer] naar zijn, verdachtes, penis gebracht en
- zijn, verdachtes, penis laten betasten door die [slachtoffer].
Bewezenverklaring
Wat meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte be-hoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aanne-melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
Gelet op de aard en de ernst van hetgeen is bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdach-te zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank een gevangenisstraf met daarnaast taakstraf als na te melden - met welke strafmodaliteit verdachte heeft ingestemd - op zijn plaats. Bedoelde taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte uitsluitend ter bevrediging van zijn eigen seksuele behoefte inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer. Verdachte heeft daarbij misbruik gemaakt van de bestaande vertrouwensrelatie. Het is algemeen bekend dat de gevolgen van seksuele contacten tussen een volwassene en een jeugdige met name bij jeugdigen veelal ernstig en langdurig kunnen zijn.
Gelet op de conclusie in het rapport van 7 april 2003 van de Forensische Psychiatrische Dienst te Zutphen dat het tenlastegelegde sterk situatief is bepaald en de kans op herhaling niet groot wordt geacht, zal de rechtbank wel een bijzondere voorwaarde opleggen, maar ziet zij geen aanleiding om aan verdachte een verplichte behandeling bij een forensische psychiatrische kliniek op te leggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 245 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlas-tegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt ver-dachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Verklaart de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde straf-baar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van een jaar.
Bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden tenuitvoerge-legd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroor-deelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzon-dere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich geduren-de de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voor-schriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de Reclassering Nederland, unit Zutphen, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt.
Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
- een werkstraf gedurende 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen.
Beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf dat voor de eerste zestig dagen in voorarrest doorgebracht 2 uur per dag in mindering wordt gebracht.
Aldus gewezen door mrs. Van Hoorn, voorzitter, Elders en Draisma, rech-ters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier en uitge-sproken op de openbare terechtzitting van
14 mei 2003.
Mr. Draisma is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.