RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/080199-03
Uitspraak d.d.: 9 september 2003
tegenspraak / dip
[verdachte],
geboren te [plaats] op [datum],
wonende te [plaats],
thans gedetineerd in gevangenis [plaats]
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
26 augustus 2003.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 15 maart 2003 en/of 16 maart 2003 te gemeente Warnsveld
en/of gemeente Lochem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen
om opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk [slachtoffer A]
en/of [slachtoffer B] van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en
rustig overleg, althans met dat opzet met een vuurwapen een (9 mm-)kogel heeft
afgevuurd op, althans in de richting van, die [slachtoffer A] en/of die [slachtofer B],
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 289 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 15 maart 2003 en/of 16 maart 2003 te gemeente Warnsveld
en/of gemeente Lochem tezamen en in verening met anderen of een ander, althans
alleen aan [slachtoffer A] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (oogletsel, te
weten glassplinters in de optische as met centraal oedeem en/of (hierdoor)
littekenweefsel in het oog), heeft toegebracht, door opzettelijk met een
vuurwapen een (9 mm-)kogel op, althans in de richting van, die [slachtoffer A] af te
vuren (tengevolge waarvan een autoruit en/of spiegel(gedeeltelijk) is
verbroken, althans versplinterd);
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 15 maart 2003 en/of 16 maart 2003 te gemeente Warnsveld
en/of gemeente Lochem, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] heeft bedreigd met enig
misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers
heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk
dreigend meermalen, althans eenmaal met zijn, verdachte's, auto vlak voor
en/of vlak achter de (rijdende) auto van die [slachtoffer A] en/of [slachtofer B] gereden
en/of (vervolgens) vol op de rem gestaan en/of met een vuurwapen een kogel in
de richting van die [slachtoffer A] en/of [slachtofer B] afgevuurd;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Naar het oordeel van de rechtbank is de voorbedachten rade niet wettig en overtuigend bewezen.
De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten las-te gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 16 maart 2003 te gemeente Warnsveld ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer A] en/of
[slachtoffer B] van het leven te beroven, met dat opzet met een
vuurwapen een (9 mm-)kogel heeft afgevuurd in de richting van
die [slachtoffer A] en/of die [slachtofer B],
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Aangaande het bewezenverklaarde overweegt de rechtbank, dat de aard van het gepleegde geweld en de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, redelijkerwijs geen andere conclusie toelaten dan dat verdachte zich tenminste willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat de slachtoffers ten gevolge van zijn handelen zouden overlijden.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf: poging tot doodslag, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aanne-melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen-verklaarde en de omstandigheden waar-onder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij haar straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een on-voorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden - dat verdachte zich onder invloed van alcohol en verdovende middelen zeer agressief heeft gedragen tegenover medeweggebruiker [slachtoffer A], dat hij zijn bevriende inzittenden gevraagd heeft zijn vuurwapen aan te reiken en toen zij dit weigerden, hij de auto van die [slachtoffer A] tot stoppen heeft gedwongen, zelf het wapen uit de achterbak heeft gehaald en een schot heeft gelost in de richting van de auto van [slachtoffer A], waarin tevens [slachtofer B] was gezeten. Het was niet aan verdachte te danken dat niemand door de kogel werd geraakt. Daarentegen hebben glassplinters van de door de kogel versplinterde voorruit van de auto van [slachtoffer A] bij [slachtoffer A] blijvend oogletsel veroorzaakt. De rechtbank acht bovendien het onverschillige, ja van bravoure getuigende gedrag van verdachte, dat hij ook langere tijd na het incident vertoonde, zeer kwalijk.
Anderzijds heeft de rechtbank rekening gehouden met de jeugdige leeftijd van verdachte en de omstandigheid dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
In beslag genomen voorwerpen
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven personenauto Volkswagen Golf en de daarbij behorende kentekenbewijzen delen 1 en 2, volgens opgave van verdachte aan hem (verdachte) toebehorend, zijn vat-baar voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen zijn met behulp waarvan het bewezenverklaarde is voorbereid. De rechtbank overweegt daarbij dat verdachte met behulp van zijn auto de auto van het slachtoffer [slachtoffer A] tot stoppen heeft gedwongen, waarna het bewezen verklaarde feit zich heeft voltrokken.
De rechtbank heeft rekening gehouden met de draagkracht van ver-dachte.
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven patronen (20 stuks) dienen te worden onttrokken aan het verkeer, nu deze bij gelegen-heid van het onderzoek naar het door verdachte begane misdrijf werden aangetroffen en deze aan verdachte toebehorende voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbe-reiding van soortgelijke misdrijven, terwijl deze van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer A], wonende te [plaats], bankrekeningnummer onbekend, heeft zich met een vordering tot schade-vergoeding ten bedrage van €euro 7.083,90 gevoegd in het onderhavige strafgeding ten aanzien van het tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijs-middelen en hetgeen verder ter terecht-zitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 6.490,86, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering is deels voor toewijzing vatbaar.
Deze benadeelde partij zal voor wat betreft de post "slijtage/afvlakking banden" niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu de rechtbank van oordeel is dat de vordering niet van zo eenvoudi-ge aard is dat deze zich leent voor afdoening in het strafge-ding. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering voor dat deel slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij M.[slachtoffer B], wonende te [plaats], bankrekeningnummer [nummer], heeft zich met een vordering tot schade-vergoeding ten bedrage van euro 3.603,60 gevoegd in het onderhavige strafgeding ten aanzien van het tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijs-middelen en hetgeen verder ter terecht-zitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen rechtstreeks immateriële schade heeft geleden, die naar redelijkheid en billijkheid te begroten is op een bedrag van € 2.000,- euro, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vorde-ring is deels voor toewijzing vatbaar.
Deze benadeelde partij zal voor wat betreft de materiële schade en de overig gevorderde immateriële schade niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu de rechtbank van oordeel is dat de vordering niet van zo eenvoudi-ge aard is dat deze zich leent voor afdoening in het strafge-ding. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering voor dat deel slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht telkens de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som geld ten behoeve van genoemde slachtoffers.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 33, 33a, 36d, 36f, 45, 57 en 287 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart de tenlastegeleg-de voorbedachten rade niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het overigens primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten las-te gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt ver-dachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf: poging tot doodslag, meermalen gepleegd.
Verklaart de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde straf-baar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerleg-ging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorge-bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag- ge-no-men, nog niet teruggegeven, patronen.
Verklaart verbeurd de in beslag genomen, nog niet terugge-ge-ven, personenauto Volkswagen Golf en de daarbij behorende kentekenbewijzen delen 1 en 2.
Gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven, mixer, weegschaal en snuifpijpje aan veroordeelde.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de navolgende benadeelde partijen van de hierna genoemde bedragen, telkens vermeerderd met de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden steeds begroot op nihil.
Benadeelde partij Bedrag
1. [slachtoffer A] euro 6.490,86.
2. [slachtoffer B] euro 2.000,-.
Verklaart de benadeelde partijen voor het overige niet-ontvankelijk .
Legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het /de navolgende slachtoffer(s) te betalen, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Benadeelde partij Bedrag vervangende hechtenis
1. [slachtoffer A] euro 6.490,86
vervangende hechtenis 129 dagen.
2. M.[slachtoffer B] euro 2.000,- vervangende hechtenis 40 dagen.
Bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mr. De Bie, voorzitter, mrs. Vermeulen en Van Apeldoorn, rechters, in tegenwoordigheid van mr. De Bruijn-van der Sluijs, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 9 september 2003.
Mr. Vermeulen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.