ECLI:NL:RBZUT:2003:AK4096
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K. van Duyvendijk
- Rechtspraak.nl
Weigering handhavend optreden tegen gebruik voormalige markthal voor 'huiskamerproject' voor chronisch verslaafden na ommekomst termijn vrijstelling ex art. 17 WRO
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 8 september 2003 uitspraak gedaan over de weigering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen om handhavend op te treden tegen het gebruik van de voormalige veemarkthal aan de Houtwal te Zutphen voor een huiskamerproject voor chronisch verslaafden. De verzoekers, bestaande uit de heren A, B en C, hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van 21 juli 2003, waarin werd geweigerd om een handhavingsprocedure te starten. De verzoeken zijn behandeld tijdens de zitting op 2 september 2003, waarbij de verzoekers aanwezig waren, terwijl de vertegenwoordiger van de gemeente, mevrouw E en heer F, ook aanwezig waren. De derde-partij, stichting Tactus, was vertegenwoordigd door heer G.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de raad van de gemeente op 30 juni 2003 heeft besloten om de dagopvang voor verslaafden definitief in de voormalige veemarkthal te vestigen. Dit besluit volgde op een eerdere vrijstelling die was verleend op basis van artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) voor een periode van drie jaar, die op 30 juni 2003 afliep. De rechtbank oordeelde dat er concreet zicht was op legalisering van de illegale situatie, omdat de gemeente bezig was met het verkrijgen van een nieuwe vrijstelling op basis van artikel 19, derde lid, van de WRO.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen aanleiding was voor handhavend optreden, omdat er geen overlast was aangetoond door de huidige dagopvang en de verzoekers onvoldoende bewijs hadden geleverd voor hun vrees voor overlast. De rechtbank heeft de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de gemeente in redelijkheid had kunnen besluiten om niet handhavend op te treden. De uitspraak benadrukt het belang van het bieden van zorg aan kwetsbare groepen, zoals verslaafden, en de noodzaak om een balans te vinden tussen handhaving en zorgverlening.