ECLI:NL:RBZUT:2003:AM1470

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
2 oktober 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
03/702 WW U083
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.A.M. Spreuwenberg
  • J.A.M. Smulders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van seizoensgebonden arbeid in de paprikateelt

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 2 oktober 2003, staat de vraag centraal of de werkzaamheden van eiseres als paprikaplukster kunnen worden gekwalificeerd als seizoensgebonden arbeid volgens artikel 4b lid 6 van de Regeling gelijkstelling niet-gewerkte uren met gewerkte uren. Eiseres, die een WW-uitkering heeft aangevraagd, voert aan dat de aard van de paprikateelt en de bijbehorende plukwerkzaamheden seizoensgebonden zijn, ondanks dat de teelt in een verwarmde kas plaatsvindt. De rechtbank overweegt dat de paprikateelt afhankelijk is van de hoeveelheid licht, wat betekent dat de werkzaamheden in principe seizoensgebonden zijn, ook al vindt de teelt in een kunstmatig klimaat plaats.

De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, waarin werd geoordeeld dat de werkzaamheden van eiseres geen seizoensgebonden arbeid vormen. De rechtbank oordeelt dat de plukwerkzaamheden van eiseres, die zich beperken tot de maanden april tot en met oktober, wel degelijk seizoensgebonden zijn. De rechtbank herroept het besluit van 11 februari 2003 en verklaart het bezwaar van eiseres gegrond. Tevens wordt het betaalde griffierecht aan eiseres vergoed en worden de proceskosten van eiseres, ter hoogte van € 483,00, toegewezen aan haar.

Deze uitspraak benadrukt het belang van de klimatologische omstandigheden in de beoordeling van seizoensgebonden arbeid en bevestigt dat de paprikateelt, ondanks de kunstmatige omstandigheden in de kas, nog steeds afhankelijk is van natuurlijke factoren zoals licht. De rechtbank stelt dat de huidige stand van de techniek niet toelaat dat de paprikateelt het gehele jaar door kan plaatsvinden, wat de seizoensgebondenheid van de werkzaamheden van eiseres bevestigt. De uitspraak biedt een belangrijke precedent voor vergelijkbare zaken in de toekomst.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Enkelvoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken
Reg.nr.: 03/702 WW U083
PROCES-VERBAAL VAN MONDELINGE UITSPRAAK
in het geding tussen:
[eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder..
1. Aanduiding bestreden besluit
Besluit van verweerder van 14 april 2003.
2. Motivering
3.1 Punt van geschil in dit geding is de vraag of verweerder bij het bestreden besluit terecht heeft geoordeeld dat de werkzaamheden van eiseres als paprikaplukster geen seizoenmatige arbeid vormen in de zin van artikel 4b lid 6 van de Regeling gelijkstelling niet-gewerkte uren met gewerkte uren.
3.2 Ingevolge lid 6 van deze Regeling wordt onder seizoenmatige arbeid verstaan arbeid die naar zijn aard op klimatologische gronden seizoensgebonden is of hieraan direct is gerelateerd en daardoor slechts gedurende één of meer bepaalde jaarlijks terugkerende periodes beschikbaar is of wordt verricht.
3.3 Aan verweerders buitendienstrapport van 3 januari 2003 wordt het volgende ontleend:
“Het betreft hier een bedrijf dat zich uitsluitend bezig houdt met het kweken van paprika’s De planten worden in een verwamde kas gekweekt. De paprika is een éénjarige plant, die alleen tot bloei komt bij voldoende licht. Er kan dus geen teeltplan voor het hele jaar worden opgezet. Ook het bijlichten met lampen is nog geen optie. Momenteel vindt daar wel onderzoek naar plaats, maar dit wordt nog nergens toegepast. Het hele teeltproces vindt in de verwarmde kas plaats. In december worden de jonge plantjes uitgezet en vervolgens worden er steeds de zijscheuten uitgehaald, totdat zich een sterke plant heeft ontwikkeld met 2 stevige stengels. Afhankelijk van de soort, rood of groen, begint de bloei eind februari en maart. De eerste vruchten worden in april geplukt. De pluk gaat door tot in oktober. De dames, die een WW-uitkering hebben aangevraagd, worden alleen ingezet voor de pluk. Ander werk is wel eens geprobeerd, maar dat konden ze niet. Er is echter buiten het plukseizoen geen ander werk voor hen aanwezig. Werkgever heeft naast deze dames nog 5 vaste werknemers in dienst, die de overige werkzaamheden doen.”
“Echter maakt de aard van de plant een kweekplan over het hele jaar niet mogelijk. De kas zelf is weliswaar vrijwel het hele jaar bezet met planten, alleen van november tot 20 december staat er niets, maar de oogstwerkzaamheden blijven beperkt tot de maanden april tot en met oktober.
De teeltwerkzaamheden worden in ieder geval niet om bedrijfseconomische redenen tot een bepaald gedeelte van het jaar beperkt.”
3.4 Verweerder heeft aan zijn oordeel dat in casu geen sprake is van seizoenmatige arbeid met name ten grondslag gelegd dat de paprikateelt en paprikapluk niet geschiedt in de volle grond (doch louter in kassen) en daarom niet op klimatologische gronden seizoensgebonden werk vormen. Aan verweerder kan worden toegegeven dat in kassen in die zin een “kunstmatig klimaat” heerst, dat daarin warmte en vochtigheidsgraad gereguleerd (kunnen) worden en dat in zoverre geen sprake is klimatologische afhankelijkheid. Dat neemt niet weg dat eiseres onweersproken en ook conform verweerders buitendienstrapport heeft gesteld dat de paprikateelt afhankelijk blijft van de hoeveelheid licht en dat bijverlichting met lampen (nog) nergens wordt gepraktiseerd, doch nog slechts in onderzoek is.
3.5 De rechtbank houdt het er dan ook voor dat niet vaststaat dat bij de huidige stand van de techniek bijverlichting met lampen – afgezien van bedrijfseconomische motieven – (al) zodanig toepasbaar is dat paprikateelt in kassen gedurende het gehele jaar mogelijk is. Dat betekent dat de paprikateelt in het algemeen en het plukkerswerk in het bijzonder, door haar afhankelijkheid van de hoeveelheid buitenlicht, werkzaamheden betreffen die op klimatologische gronden in beginsel seizoensgebonden zijn. Nu voorts niet in geschil is dat eiseres louter plukwerkzaamheden en wel gedurende het gehele plukseizoen pleegt te verrichten kan het aangevochten deel van het bestreden besluit niet in stand kan blijven.
3.6 De rechtbank ziet in het vorenoverwogene aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eiseres in verband met de behandeling van het beroep heeft moeten maken.
Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht kent de rechtbank ter zake van verleende rechtsbijstand 1½ punt (aanvullend bezwaarschrift en beroepschrift) toe, waarbij een wegingsfactor 1 wordt gehanteerd
3. Beslissing
De rechtbank,
recht doende:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover (aangevochten in die zin dat) daarbij is bepaald dat de werkzaamheden van eiseres als paprikaplukster geen seizoenmatige vormen in de zin van artikel 4b lid 6 van de Regeling gelijkstelling niet-gewerkte uren met gewerkte uren;
- verklaart het bezwaar gegrond;
- herroept verweerders besluit van 11 februari 2003 eveneens voor zover aangevochten in vorenbedoelde zin;
- gelast dat verweerders uitvoeringsinstituut het betaalde griffierecht ad € 31,00 aan eiseres vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 483,00 ter zake van rechtsbijstand, te betalen door verweerders uitvoeringsinstituut.
Deze uitspraak is gedaan op 2 oktober 2003.
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Waarvan proces-verbaal,
mr. P.A.M. Spreuwenberg, mr. J.A.M. Smulders,
griffier. rechter.
Afschrift verzonden op: