RECHTBANK ZUTPHEN
Politierechter
Parketnummer 06/042131-02
Uitspraak d.d.: 19 november 2003
Tegenspraak / oip
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode + woonplaats], [adres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
6 november 2003.
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 28 november 2002 in de gemeente Apeldoorn, opzettelijk
enige handeling door een ambtenaar belast met en bevoegd verklaard tot het
opsporen en onderzoeken van strafbare feiten, ondernomen ter uitvoering van
enig wettelijk voorschrift, te weten de controle op de naleving van de
bepalingen bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 en als zodanig doende met
de controle op naleving van de maximumsnelheid met behulp van een
snelheidsmeetmiddel (lasergun), heeft belet en/of belemmerd en/of verijdeld,
immers heeft hij (verdachte) daar toen opzettelijk (door gebruik te maken van
een zogenaamde lasershield (merk Target), althans een stoorzender), de meting
van de snelheid van het door hem, verdachte, bestuurde voertuig onmogelijk
gemaakt; art. 184 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Met toelichtingen als vermeld in zijn ter terechtzitting overgelegde pleitnota heeft de raadsman van verdachte geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de onderhavige vervolging dan wel tot vrijspraak, gelet op de nog (immer) heersende onduidelijkheid omtrent de juridische status van de zogenaamde lasergun als snelheids(controle)meter, de aan inzet van dit middel klevende bezwaren en het nadien ontbreken van voldoende rechtswaarborgen voor de van een snelheidsovertreding verdachte verkeersdeelnemer.
Dienaangaande wordt door de politierechter het volgende overwogen:
In de kern berusten de verweren op de opvatting dat het gebruik van een lasersnelheids(controle)meter geen wettelijke basis heeft en op zovele bezwaren stuit, dat het gebruik door de politie ontoelaatbaar moet worden geacht en het om die reden aan verkeersdeelnemers moet vrijstaan zich met een zogenaamd lasershield onvatbaar te maken voor op deze wijze uitgevoerde snelheidscontroles.
Parketnummer 06/042131-02 - 2 -
Sedert 12 juli 1997 is voor een aantal bij de politie in gebruik zijnde meetmiddelen, waaronder snelheidscontrolemeters, van kracht de Regeling meetmiddelen politie d.d. 4 juli 1997, Staatscourant 129.
Bij arrest van 22 augustus 2000, NJ 2001/60 is door de Hoge Raad, zakelijk weergegeven, beslist dat een zogenaamde lasersnelheids(controle)meter weliswaar niet onder het bereik van genoemde regeling valt, maar dat geen rechtsregel medebrengt dat ter constatering van snelheidsovertredingen in het wegverkeer slechts gebruik mag worden gemaakt van bij of krachtens de wet uitdrukkelijk voorziene meetmiddelen.
Nu niet is gebleken van nadere regelgeving of een nieuwe beslissing in cassatie, die tot een ander oordeel zou kunnen leiden, moet voor de beoordeling van de op 28 november 2002 bestaande situatie worden uitgegaan van de bij voormeld arrest gegeven beslissingen en derhalve van de toelaatbaarheid van de lasergun als meetmiddel ter constatering van snelheidsovertredingen.
Aangezien ook overigens uit het onderzoek ter terechtzitting niet is gebleken van enigerlei schending van relevante voorschriften of processuele beginselen bij de opsporing en/of de vervolging van het aan verdachte ten laste gelegde, leidt het vorenoverwogene tot de conclusie, dat het niet-ontvankelijkheidsverweer moet worden verworpen evenals de op onrechtmatige meting/opsporing gebaseerde bewijsverweren als vermeld onder 5 en 6 van de pleitnota.
Tenslotte moet gelden dat verdachte zich niet kan beroepen op het ontbreken van opzet als gevolg van verschoonbare rechtsdwaling, nu op grond van de stukken, het ter terechtzitting verhandelde en het vorenoverwogene kan worden vastgesteld, dat verdachte met opzet heeft gehandeld onder omstandigheden, die een beroep op rechtsdwaling uitsluiten.
In dit verband verdient nog opmerking, dat verdachtes standpunt ook innerlijk tegenstrijdig voorkomt. Verdachte zou immers geen begrijpelijke reden hebben gehad zich van een/zijn lasershield te bedienen indien hij werkelijk in de overtuiging verkeerde, dat een met een lasergun geconstateerde snelheidsovertreding nimmer tot een veroordeling zou kunnen leiden.
Naar het oordeel van de politierechter is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 28 november 2002 in de gemeente Apeldoorn, opzettelijk enige handeling door een ambtenaar belast met en bevoegd verklaard tot het opsporen en onderzoeken van strafbare feiten, ondernomen ter uitvoering van enig wettelijk voorschrift, te weten de controle op de naleving van de bepalingen bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 en als zodanig doende met de controle op naleving van de maximumsnelheid met behulp van een snelheidsmeetmiddel (lasergun), heeft verijdeld, immers heeft hij (verdachte) daar toen opzettelijk door gebruik te maken van een zogenaamde lasershield (merk Target), de meting van de snelheid van het door hem, verdachte, bestuurde voertuig onmogelijk gemaakt.
Wat meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de politierechter niet bewezen. De verdachte be-hoort daarvan te worden vrijgesproken.
Parketnummer 06/042131-02 - 3 -
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
- opzettelijk enige handeling, door een ambtenaar belast met en bevoegd verklaard tot het opsporen en onderzoeken van strafbare feiten ondernomen ter uitvoering van enig wettelijk voorschrift, verijdelen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aanne-melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De politierechter acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen-verklaarde en de omstandigheden waar-onder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de draagkracht van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onder-zoek ter terechtzitting is gebleken.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c en 184 van het Wetboek van Strafrecht.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlas-tegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt ver-dachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
- opzettelijk enige handeling, door een ambtenaar belast met en bevoegd verklaard tot het opsporen en onderzoeken van strafbare feiten ondernomen ter uitvoering van enig wettelijk voorschrift, verijdelen.
Verklaart de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een geldboete van € EUR 175,--, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen mr. Van Harreveld, politierechter, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 november 2003.