ECLI:NL:RBZUT:2003:AN9130

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
14 oktober 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
: 03-1219 GEMWT 29
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.A. Lok
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake huifkarcentrum en partycentrum

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 14 oktober 2003 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker, die een huifkarcentrum en partycentrum exploiteert. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn, waarbij bestuursdwang was aangezegd ter zake van de beëindiging van zijn bedrijfsactiviteiten en het verwijderen van een partytent en een overkapping op zijn perceel aan de Assel 12. De verzoeker, vertegenwoordigd door L.J. Moolhuizen, had op 3 september 2003 verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij vreesde zijn bedrijfsvoering te moeten staken voordat er een beslissing op zijn bezwaarschrift was genomen.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er onvoldoende concreet uitzicht is op legalisering van het huifkarcentrum, zoals de verzoeker had gesteld. Het Reconstructieplan Veluwe, waar de verzoeker op doelde, is nog in een voorontwerpfase en biedt geen garantie voor de aanvaardbaarheid van zijn activiteiten op de huidige locatie. Bovendien is het gemeentebestuur van Apeldoorn niet bereid om mee te werken aan de legalisering van het centrum. De rechter concludeert dat er geen onverwijlde spoed is die een voorlopige voorziening rechtvaardigt, aangezien verweerder nog moet beslissen op het bezwaarschrift van de verzoeker.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de mogelijkheid voor de verzoeker om na de beslissing op het bezwaarschrift beroep in te stellen en eventueel om versnelde behandeling te vragen. Er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat er geen aanleiding voor was. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Bestuursrecht
Reg.nr.: 03-1219 GEMWT 29
UITSPRAAK
op het verzoek om een voorlopige voorziening in het geschil tussen:
[verzoeker] , te [plaats], verzoeker,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn, verweerder.
1. Aanduiding bestreden besluit
Besluit van verweerder, waarbij verzoeker per 1 december 2003 bestuursdwang is
aangezegd ter zake van beëindiging van een huifkarcentrum en een partycentrum annex
horecabedrijf en het verwijderen van een partytent en een overkapping op het perceel Assel
12.
2. Procesverloop
L.J. Moolhuizen heeft bij brief van 14 augustus 2003 namens verzoeker een bezwaarschrift
bij verweerder ingediend. Bij brief van 3 september 2003 is verzocht om een voorlopige
voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Het verzoek is behandeld ter zitting van 13 oktober 2003, alwaar verzoeker en de heer
Moolhuizen en namens verweerder J. Groeneveld zijn verschenen.
3. Motivering
Ingevolge artikel 8:81 van de Awb dient te worden nagegaan, of onverwijlde spoed, gelet op
de betrokken belangen, een voorlopige voorziening vereist.
Voor zover deze toetsing meebrengt dat het geschil in de bodemprocedure wordt
beoordeeld, heeft deze uitspraak daaromtrent een voorlopig karakter en is deze niet bindend
voor de beslissing in die procedure.
Verzoeker wil met zijn verzoek bereiken dat zeker wordt gesteld dat hij - in de woorden van
zijn gemachtigde - in het zicht van de veilige haven (legalisering) niet genoodzaakt wordt
zijn bedrijfsvoering te staken.
Aan het Reconstructieplan Veluwe van de provincie Gelderland kan naar voorlopig oordeel
evenwel niet de betekenis worden toegekend die verzoeker daaraan toekent.
Het gaat om een voorontwerp-plan met alternatieven waaruit nog gekozen moet worden.
In het voorontwerp staan wel enkele uitgangspunten die in algemene zin een activiteit als die
van verzoeker ondersteunen maar het ontwerp geeft geen duidelijk antwoord op de vraag of
die activiteit op deze locatie aanvaardbaar is. Bovendien moeten er nog convenanten met de
gemeentebesturen worden gesloten over de uitvoering van het plan en duidelijk is dat het
gemeentebestuur van Apeldoorn niet wenst mee te werken aan legalisering.
Verweerder dient nog een beslissing te nemen op het bezwaarschrift van verzoeker en in dit
stadium kan dan ook bezwaarlijk - als een voorlopig oordeel - worden gezegd dat
verweerder in redelijkheid niet tot het bestreden besluit heeft kunnen komen omdat
legalisering aanstaande is.
Na ommekomst van de begunstigingstermijn breken maanden aan waarin verzoeker met zijn
bedrijf weinig inkomsten kan genereren, terwijl verzoeker, op de momenten dat hij daartoe
de noodzaak ziet, een inkomen verwerft als chauffeur.
Onder deze omstandigheden moet dan ook worden gezegd dat onverwijlde spoed, gelet op
de betrokken belangen, geen voorlopige voorziening vereist nog voordat verweerder op het
bezwaarschrift van verzoeker heeft beslist.
Nadat op het bezwaarschrift is beslist en verzoeker beroep heeft ingesteld kan hij verzoeken
om versnelde behandeling van het beroep of vragen om een voorlopige voorziening met het
verzoek tevens te beslissen omtrent het beroep.
Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling op grond van artikel 8:75 van
de Awb.
4. Beslissing
De voorzieningenrechter van de rechtbank,
recht doende:
wijst het verzoek af.
Aldus gegeven door mr. J.A. Lok en in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2003 in
tegenwoordigheid van de griffier.