2.1 De ouders hebben medio 2001 hun beide kinde[Kind 1]Kind 1] en [Kind 2] (hierna mede te noemen: [Kind 1] en [kind 2]) aangemeld bij de VSO/ZMOK school voor speciaal onderwijs Klein Borculo (hierna mede te noemen: Klein Borculo) vanwege ernstige problemen op de reguliere basisschool.
2.2 [Kind 1] en [kind 2] zijn leerlingen met een cluster 4 problematiek (psychische problemen, gedrags- of ontwikkelingsstoornissen, in samenhang met cognitieve en/of fysieke/somatische problemen) in de zin van artikel 2 lid 4 van de Wet op de expertisecentra.
2.3 Het verslag van het Eindonderzoek van Klein Borculo d.d. 12 maart 2002 ten aanzien van [Kind 1], opgemaakt door drs. L.M.T.Dronkert, GZ-psycholoog, houdt - voor zover hier van belang - het volgende in:
"(…)
ADVIES:
(…)
Op grond van het bovenstaande wille we [Kind 1] adviseren zijn opleiding voort te zetten op de VSO "Klein Borculo" en wel in de VMBO-richting.
(…)".
2.4 Het Psychologisch Diagnostisch Eindonderzoek van Klein Borculo d.d. 10 april 2003 ten aanzien van [kind 2], opgemaakt door drs. L.M.Th. Dronkert, GZ-psycholoog, houdt - voor zover hier van belang - het volgende in:
"(…)
CONCLUSIE/ADVIES
(…)
Wij adviseren gezien de bevindingen [kind 2] te plaatsen in de 1e klas van het VMBO kader/theoretisch gerichte leerweg binnen de VSO "Klein Borculo".
(…)".
2.5 In maart 2002 hebben de ouders [Kind 1] en [kind 2] bij de school aangemeld, respectievelijk voor klas 2 vmbo/havo en voor een sportklas 1, eveneens niveau vmbo/havo. De school heeft deze aanmeldingen niet in behandeling genomen.
2.6 Bij brief van 4 september 2003 heeft de school - voor zover hier van belang - het volgende bericht aan de ouders:
"(…)
In het door u gevoerde gesprek met mw [mevrouw A] en de heren [Heren B. en C. ] is u nogmaals uitgelegd dat uw zonen [Kind 1] en [kind 2] niet voldoen aan onze toelatingscriteria (waaronder een positief plaatsingsadvies van de afleverende school) en dus niet aangemeld kunnen worden aan onze school.
(…)".
2.7 [Kind 1] en [kind 2] volgen sedert de aanvang van het schooljaar 2003/2004 geen onderwijs aan een reguliere onderwijsinstelling doch volgen beperkt onderwijs aan het instituut Berkel-B. Zij staan nog wel ingeschreven als leerling bij Klein Borculo.
2.8 Bij afzonderlijke beschikkingen van 9 oktober 2003 heeft de Commissie voor Indicatiestelling, Regionaal Expertisecentrum Oost Nederland te Zwolle besloten dat [Kind 1] en [kind 2] in aanmerking komen voor een leerlinggebonden budget of vanaf 30 september 2003 voor toelating tot het speciaal onderwijs voor cluster 4 scholen.
2.9 Op 22 oktober 2003 heeft de toelatingscommissie van de school gesproken met de ouders, bijgestaan door hun advocaat. Tijdens dit gesprek zijn de cluster 4 indicaties overgelegd en is gesproken over de onderwijskundige rapporten en de CBCL-vragenlijsten aangaande [Kind 1] en [kind 2]. Tevens was bij dat gesprek als toehoorder aanwezig G. Uneken, onderwijsconsulent.
Met instemming van de ouders heeft de toelatingscommissie vorenbedoelde rapporten en vragenlijsten voorgelegd aan twee externe deskundigen.
2.10 De afzonderlijke en ongedateerde rapportage van drs. D.J. Bartels, GZ-psycholoog bij AOB Compaz te Deventer, houdt - voor zover hier van belang - het volgende in:
met betrekking tot [Kind 1]
"(…)
Conclusie
Afgaande op de dossiergegevens, lijkt de aard van de problematiek bij [Kind 1] voornamelijk internaliserend (naar binnen gericht). Hij lijkt tamelijk veel psychische problemen te hebben waarmee hij geneigd is zich af te sluiten. Hij lijkt door zijn problemen wat onvoorspelbaar te kunnen reageren, zeker als de druk opgevoerd wordt doordat hij op een nieuwe school komt met grote groepen en veel drukte. Het tempo van de lessen kan problemen geven in verband met (schrijf)motoriek. Hij heeft een kleine groep nodig, zodat hij veel persoonlijke aandacht kan krijgen en docenten de vinger aan de pols kunnen houden. Te denken valt aan twee maal per dag een gesprekje. Dit moet ook weer niet te nadrukkelijk of mechanistisch gebeuren zodat een flink improvisatievermogen van de docenten wordt vereist.
De op het Baudartius College te bieden zorg lijkt niet verder te kunnen gaan dan één keer per week een persoonlijk gesprek.