ECLI:NL:RBZUT:2003:AO0438

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
16 december 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/060004-03
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. van Harreveld
  • M. de Bie
  • J. van den Dungen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting van 69-jarige vrouw met geweld en bedreiging, met tbs en gevangenisstraf als gevolg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 16 december 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 4 januari 2003 in Ugchelen, gemeente Apeldoorn, een 69-jarige vrouw heeft verkracht. De verdachte, geboren in Duitsland en thans gedetineerd, heeft de vrouw door geweld en bedreiging gedwongen tot seksuele handelingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de vrouw heeft getongzoend, gedwongen hem te pijpen, en zijn penis in haar vagina heeft gestoken. Dit alles vond plaats in een bedreigende situatie, waarbij de verdachte de vrouw in een dicht begroeid bospad heeft getrokken en haar heeft bedreigd met de dood.

De rechtbank heeft op basis van een multidisciplinair rapport geconcludeerd dat de verdachte lijdt aan een ernstige psychiatrische stoornis, namelijk paranoïde schizofrenie, en dat hij in sterk verminderde mate toerekeningsvatbaar is. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar en heeft daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege opgelegd. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de impact van het delict op het slachtoffer en de samenleving, en heeft de vordering tot schadevergoeding van het slachtoffer toegewezen, die een bedrag van € 6.149,66 vorderde. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om dit bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer, met de mogelijkheid van hechtenis bij niet-betaling.

De uitspraak benadrukt de ernst van het delict en de gevolgen voor het slachtoffer, evenals de noodzaak van behandeling voor de verdachte, gezien het risico op recidive. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlasteleggingen die niet bewezen zijn verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/060004-03
Uitspraak d.d.: 16 december 2003
verstek / oip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] (Bondsrepubliek Duitsland) op [geboortedatum],
wonende te [plaats],
thans gedetineerd in de PI Nieuw Vosseveld 2 IBA/BZA te Vught.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
2 december 2003.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 04 januari 2003 te Ugchelen, gemeente Apeldoorn, althans in de gemeente Apeldoorn, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte:
- die [slachtoffer] getongzoend en/of
- die [slachtoffer] gedwongen hem te pijpen en/of
- die [slachtoffer] aan haar vagina gelikt en/of
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gestoken/gebracht/geduwd
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
-die [slachtoffer] in/naar een dicht begroeid bospad heeft getrokken/meegesleurd en/of
-aan die [slachtoffer] mededeelde dat " hij haar ging neuken" en/of " ik ga je dood
maken" en/of
-zijn arm (stevig) om de hals van die [slachtoffer] heeft geslagen/gehouden en haar (vervolgens) heeft meegetrokken en/of de keel van die [slachtoffer] (met zijn hand(en)
heeft dichtgeknepen/gehouden/omvat en/of
-die [slachtoffer] op de grond heeft gegooid/gebracht en/of
-(vervolgens) de kleding van die [slachtoffer] heeft verwijderd en/of
(aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten las-te gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 04 januari 2003 te Ugchelen, gemeente Apeldoorn, door geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte:
- die [slachtoffer] getongzoend en
- die [slachtoffer] gedwongen hem te pijpen en
- die [slachtoffer] aan haar vagina gelikt en
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gestoken/gebracht/geduwd
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheid hierin dat verdachte
-die [slachtoffer] in/naar een dicht begroeid bospad heeft getrokken/meegesleurd en
-aan die [slachtoffer] mededeelde dat "hij haar ging neuken" en " ik ga je dood
maken" en
-zijn arm (stevig) om de hals van die [slachtoffer] heeft geslagen/gehouden en haar (vervolgens) heeft meegetrokken en de keel van die [slachtoffer] (met zijn hand(en)
heeft dichtgeknepen/gehouden/omvat en
-die [slachtoffer] op de grond heeft gegooid/gebracht en
-(vervolgens) de kleding van die [slachtoffer] heeft verwijderd en
aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte be-hoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf: verkrachting.
Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte is op 11 september 2003 een multidisciplinair rapport opgemaakt door de psychiater F.R. Kruisdijk en de psycholoog J.M. Oudejans, werkzaam bij het Pieter Baan Centrum.
Met de conclusie van dit rapport, te weten dat onderzochte ten tijde van het plegen van het hem ten laste gelegde lijdende was aan een zodanige ziekelijke stoornis zijner geestesvermogens, dat dit feit - indien bewezen - hem slechts in sterk verminderde mate kan worden toegerekend, kan de rechtbank zich verenigen. Zij neemt deze conclusie over.
Door de niet-gemachtigde raadsman, die door de rechtbank desondanks in de gelegenheid is gesteld het woord te voeren, is naar voren gebracht dat het multidisciplinaire rapport ruimte laat te overwegen dat het feit - indien bewezen - in het geheel niet aan verdachte toe te rekenen valt.
De rechtbank is niet gebleken van feiten of omstandigheden die tot een andere conclusie leiden dan die in voornoemd rapport verwoord is en derhalve ziet de rechtbank geen aanleiding om af te wijken van de conclusie van de deskundigen.
Verdachte is strafbaar, nu overigens geen omstandigheid is gebleken of aanne-melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen-verklaarde en de omstandigheden waar-onder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank met name gelet op de hiervoor reeds vermelde multidisciplinaire rapportage van 11 september 2003.
Het rapport houdt als beschouwingen en advies onder meer in - zakelijk weergegeven -:
"Betrokkene is een gemiddeld intelligente man bij wie sprake is van een ernstige psychiatrische stoornis van het type paranoïde schizofrenie. Betrokkene is chronisch psychotisch, waarbij vooral grootheidswanen, betrekkingswanen en benadelingswanen op de voorgrond staan; daarnaast is sprake van akoestische hallucinaties.
Uit het onderzoek komen geen aanwijzingen naar voren voor het bestaan van seksuele persversies, waarbij echter dient te worden opgemerkt dat het thema seksualiteit, vermoedelijk mede vanuit zijn ontkenning van het tenlastegelegde, door betrokkene grotendeels werd vermeden tijdens de gesprekken.
In onbehandelde vorm zal het ziektebeeld bij betrokkene blijven voortbestaan en tot agressieve reacties, al dan niet in seksuele vorm, kunnen leiden. Het gevaar voor recidive moet dan ook naar het oordeel van de onderzoekers groot worden geacht. Wat betreft een eventuele behandeling moet worden geconstateerd dat betrokkene op dit moment afwijzend staat tegenover het gebruik van medicatie en geen enkel ziektebesef of -inzicht vertoont. Gelet hierop en gegeven het getaxeerde recidivegevaar adviseren wij om de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege op te leggen."
Met de beschouwingen en het advies kan de rechtbank zich verenigen.
Gelet op de bovenvermelde multidisciplinaire rapportage zal de rechtbank terzake van het bewezenverklaarde, zijnde een misdrijf gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, aan verdachte opleggen de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege. Aan de voorwaarden vermeld in het eerste lid van de artikelen 37a en 37b van het Wetboek van Strafrecht is voldaan.
De rechtbank heeft bij haar straftoemeting eveneens in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur hebben geleid - dat verdachte op gewelddadige, angstaanjagende en vernederende wijze inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van een 69-jarige vrouw. Algemeen bekend is dat de gevolgen van afgedwongen seksuele contacten voor een slachtoffer veelal ernstig en langdurig kunnen zijn. Van zodanige gevolgen voor het slachtoffer is de rechtbank ter terechtzitting gebleken. De beroering die delicten als de onderhavige teweegbrengen binnen de samenleving is groot, zeker in de directe leefomgeving van het slachtoffer.
Bovendien is verdachte vaker voor geweldsdelicten veroordeeld.
Anderzijds heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte in sterk verminderde mate toerekeningsvatbaar is te achten, zoals hierboven overwogen.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [voornamen] [slachtoffer], domicilie kiezende te [adres], [postcode en plaats], heeft zich ter zake van het bewezen verklaarde feit met een vordering tot schade-vergoeding ten bedrage van €EUR 6.149,66 gevoegd in het strafproces.
De rechtbank zal de vordering toewijzen, nu deze ter terechtzitting niet is betwist en verdachte voor de onderhavige schade naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som geld ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 36f, 37a, 37b en 242 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten las-te gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt ver-dachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf: verkrachting.
Verklaart de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) jaren.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorge-bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [voornamen] [slachtoffer], domicilie kiezende te [adres], [postcode en plaats], van een bedrag van EUR€ 6.149,66, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], voornoemd, een bedrag te betalen van EUR € 6.149,66, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 123 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. Van Harreveld, voorzitter, mrs. De Bie en Van den Dungen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. De Bruijn-van der Sluijs, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 december 2003.