ECLI:NL:RBZUT:2004:AO2687
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Hommel
- J.A. Lok
- Rechtspraak.nl
Klacht over hoogte declaratie notaris en ontvankelijkheid bezwaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 23 januari 2004 uitspraak gedaan in een geschil over de hoogte van een declaratie van een notaris. Eiser, die als coördinator van de vakgroep ondernemingsrecht notarieel werkzaam is, heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van de voorzitter van het bestuur van de Ring Zutphen van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Dit besluit, genomen op 25 april 2003, hield in dat de declaratie van € 3.500,-- niet in stand kon blijven, terwijl een lagere declaratie van € 2.000,-- wel geaccepteerd werd. Eiser heeft in zijn bezwaar aangevoerd dat de declaratie correct was en heeft een dossierstaat met werkuren en uurtarieven overgelegd.
De rechtbank oordeelde dat eiser niet uitdrukkelijk namens zijn collega bezwaar had gemaakt, wat van een notaris verwacht mag worden wanneer hij een rechtsmiddel namens een ander aanwendt. De rechtbank concludeerde dat het bezwaarschrift van eiser niet-ontvankelijk verklaard had moeten worden door verweerder. De rechtbank heeft vervolgens het bestreden besluit vernietigd en het beroep gegrond verklaard. Tevens is bepaald dat de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie het door eiser betaalde griffierecht van € 116,-- dient te vergoeden.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van notarissen bij het indienen van bezwaarschriften en de noodzaak om duidelijk te maken namens wie zij optreden. De rechtbank heeft met toepassing van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geoordeeld dat de beschikking van verweerder niet in administratief beroep gegeven kon worden, omdat er geen sprake was van een wettelijk voorschrift dat een voorziening vroeg. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in de context van de verantwoordelijkheden van notarissen en de procedures rondom declaraties.