ECLI:NL:RBZUT:2004:AO3600
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Harreveld
- A. de Bie
- J. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Ontucht gepleegd met minderjarigen in zorg en waakzaamheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 20 januari 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als groepsleider werkzaam was in een orthopedisch behandelcentrum voor kwetsbare minderjarigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 juni 2002 tot en met 11 januari 2003 meermalen ontuchtige handelingen heeft gepleegd met twee minderjarigen die aan zijn zorg waren toevertrouwd. De feiten vonden plaats in Voorst, waar de verdachte de grenzen van toelaatbaar gedrag heeft overschreden, wat bijzonder ernstig is gezien zijn voorbeeldfunctie. De rechtbank heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met de kwetsbaarheid van de slachtoffers en de impact van de daden op hun lichamelijke en geestelijke integriteit.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 90 uren, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 45 dagen zal worden opgelegd. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden, die niet ten uitvoer zal worden gelegd tenzij hij zich binnen een proeftijd van 2 jaar opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit. De rechtbank heeft ook overwogen dat de verdachte geen eerdere strafbare feiten heeft gepleegd en dat hij zijn baan heeft verloren als gevolg van zijn daden. Dit alles heeft geleid tot de beslissing om een deels voorwaardelijke straf op te leggen, met als doel de verdachte te weerhouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten.