ECLI:NL:RBZUT:2004:AO3600

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
20 januari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06-020100-03
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Harreveld
  • A. de Bie
  • J. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontucht gepleegd met minderjarigen in zorg en waakzaamheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 20 januari 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als groepsleider werkzaam was in een orthopedisch behandelcentrum voor kwetsbare minderjarigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 juni 2002 tot en met 11 januari 2003 meermalen ontuchtige handelingen heeft gepleegd met twee minderjarigen die aan zijn zorg waren toevertrouwd. De feiten vonden plaats in Voorst, waar de verdachte de grenzen van toelaatbaar gedrag heeft overschreden, wat bijzonder ernstig is gezien zijn voorbeeldfunctie. De rechtbank heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met de kwetsbaarheid van de slachtoffers en de impact van de daden op hun lichamelijke en geestelijke integriteit.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 90 uren, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 45 dagen zal worden opgelegd. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden, die niet ten uitvoer zal worden gelegd tenzij hij zich binnen een proeftijd van 2 jaar opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit. De rechtbank heeft ook overwogen dat de verdachte geen eerdere strafbare feiten heeft gepleegd en dat hij zijn baan heeft verloren als gevolg van zijn daden. Dit alles heeft geleid tot de beslissing om een deels voorwaardelijke straf op te leggen, met als doel de verdachte te weerhouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Uitspraak d.d.: 20 januari 2004.
Tegenspraak/dnip
VERKORT VONNIS
In de zaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Nederlands Nieuwguinea),
wonende te [adres]
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting
van 6 januari 2004.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2002 tot en met 11 januari 2003
te Voorst
(telkens) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige(n), te weten [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]) en/of [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum]),
immers heeft hij (telkens) opzettelijk ontuchtig
- op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2002 tot en met 11 januari 2003 te Voorst in de kont van voornoemde [slachtoffer 1] geknepen en/of de kont van voornoemde [slachtoffer 1] betast en/of in de piemel van voornoemde
[slachtoffer 1] geknepen en/of in het kruis van voornoemde [slachtoffer 1] gegrepen en/of de piemel van voornoemde [slachtoffer 1] betast en/of in de borst van voornoemde [slachtoffer 1]geknepen en/of de borst van voornoemde [slachtoffer 1] betast en/of
- op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 augustus 2002 tot en met 11 januari 2003 te Voorst in de piemel van voornoemde [slachtoffer 2] geknepen en/of in het kruis van voornoemde [slachtoffer 2] gegrepen en/of de piemel
van voornoemde [slachtoffer 2] betast;
althans dat
hij
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2002 tot en met 11 januari 2003
te Voorst
(telkens) [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]) en/of[slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, immers heeft hij, verdachte, (telkens) opzettelijk ontuchtig
- op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2002 tot en met 11 januari 2003 te Voorst in de kont van voornoemde [slachtoffer 1] geknepen en/of de kont van voornoemde [slachtoffer 1] betast en/of in de piemel van voornoemde [slachtoffer 1] geknepen en/of in het kruis van voornoemde [slachtoffer 1] gegrepen en/of de piemel van voornoemde [slachtoffer 1] betast en/of in de borst van voornoemde [slachtoffer 1] geknepen en/of de borst van voornoemde [slachtoffer 1] betast
en/of
- op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 augustus 2002 tot en met 11 januari 2003 te Voorst in de piemel van voornoemde [slachtoffer 2] geknepen en/of in het kruis van voornoemde [slachtoffer 2] gegrepen en/of de piemel van voornoemde [slachtoffer 2] betast;
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij
op meer tijdstippen in de periode van 1 juni 2002 tot en met 11 januari 2003 te Voorst
telkens ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarigen, te we[slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]) en[slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum]), immers heeft hij telkens opzettelijk ontuchtig
- op meer tijdstippen in de periode van 1 juni 2002 tot en met 11 januari 2003 te Voorst in de kont van voornoemde [slachtoffer 1] geknepen en in de piemel van voornoemde [slachtoffer 1] geknepen en in het kruis van voornoemde
[slachtoffer 1] gegrepen en
- op meer tijdstippen in de periode van 19 augustus 2002 tot en met 11 januari 2003 te Voorst in de piemel van voornoemde [slachtoffer 2] geknepen en in het kruis van voornoemde [slachtoffer 2] gegrepen;
Wat meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
§ Ontucht plegen met een aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aanne-melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
Gelet op de aard en de ernst van hetgeen is bewezen verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf als na te melden op zijn plaats. Deze taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Stichting Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat voornoemde delicten zijn gepleegd ten nadele van kwetsbare minderjarigen, die waren geplaatst in het Orthopedisch behandelcentrum de Beele en dat door verdachte's handelen meermalen inbreuk is gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van die minderjarigen. Verdachte heeft, als groepsleider van die minderjarigen, een voorbeeldfunctie en heeft meerdere malen de grenzen van
hetgeen in het algemeen toelaatbaar is, overschreden.
Anderzijds houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen, dat hij zijn baan bij de Beele reeds heeft verloren en -in verband met het aantal uren werkstraf- dat verdachte inmiddels een nieuwe werkkring op aanzienlijke afstand van zijn woonplaats heeft gevonden.
De rechtbank acht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Overige toepasselijke wetsartikelen
De strafoplegging is gegrond op de artikelen:
-10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27, 57 en 249 van het Wetboek van Strafrecht;
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte voor het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden.
Bepaalt, dat de gevangenisstraf, groot 6 maanden, niet zal worden tenuitvoerge-legd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de navolgende taakstraf, te weten:
Een werkstraf gedurende 90 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 45 dagen.
Beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf dat voor een dag in verzekering doorgebracht 2 uur per dag in mindering wordt gebracht.
Aldus gewezen door mr. Van Harreveld, voorzitter, mrs. De Bie en Vermeulen, rechters,
in tegenwoordigheid van Kok, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting
van 20 januari 2004.
Mr. Vermeulen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.