ECLI:NL:RBZUT:2004:AO5360

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
10 februari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/080177-03
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Harreveld
  • A. de Bie
  • J. Feunekes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor dwingen tot prostitutie, veroordeling voor mishandeling

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 10 februari 2004, stond de verdachte terecht voor de tenlastelegging van het dwingen tot prostitutie en mishandeling van een slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij het dwingen tot prostitutie had gepleegd. De verdachte werd vrijgesproken van dit onderdeel van de aanklacht. Echter, de rechtbank vond wel voldoende bewijs voor de mishandeling van het slachtoffer, die gedurende een periode van meer dan een jaar door de verdachte was mishandeld. De mishandeling bestond uit het slaan, stompen en het uitdoofden van een sigaret op de arm van het slachtoffer, wat leidde tot letsel en pijn. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was en legde een gevangenisstraf op van 120 dagen, waarvan 49 dagen voorwaardelijk. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact die deze op het slachtoffer hadden gehad. De verdachte had gedurende een langere periode geweld gebruikt tegen zijn toenmalige vriendin, wat leidde tot gevoelens van angst en pijn bij haar. De rechtbank besloot dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht, in mindering zou worden gebracht op de opgelegde straf. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en werd openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/080177-03
Uitspraak d.d.: 10 februari 2004
Tegenspraak / dip
Na aanhouding: niet verschenen / onip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 januari 2004.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 25 juni 2003 is gewijzigd, is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer verschillende tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2002 tot en met 1 februari 2003 te Ulft, althans in de gemeente Gendringen en/of de gemeente Amsterdam en/of de gemeente Utrecht en/of de gemeente Veenendaal en/of de gemeente Gorinchem en/of de gemeemte Oosterbeek en/of elders in Nederland,
(telkens) een ander, genaamd [sla[slachtoffer] (geboren op [geboortedatum], hierna [slachtoffer]), (telkens) door geweld en/of andere feitelijkheden en/of door bedreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden heeft gedwongen en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, in elk geval onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor tot het verrichten van die (seksuele) handelingen beschikbaar stelde,
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat verdachte toen daar:
- wist dat die [slachtoffer] wederrechtelijk in Nederland verbleef, althans niet gerechtigd was te werken in Nederland en/of de Nederlandse taal niet beheerste en/of
- die [slachtoffer] tegen haar hoofd en/of gezicht en/of (andere) delen van haar lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of getrapt en/of
- een sigaret op de arm van die [slachtoffer] heeft uitgedoofd en/of
- met die [slachtoffer] een (seksuele) relatie is aangegaan en/of en/of die [slachtoffer] heeft beloofd met haar te trouwen
- die [slachtoffer] heeft gedreigd te doden indien zij verdachte zou verlaten en/of
- die [slachtoffer] de beschikking over haar paspoort en/of haar bezittingen heeft ontnomen en/of
- wist dat die [slachtoffer] een kind in hun thuisland/geboorteland had moeten achterlaten en/of heeft gedreigd dat kind en/of de zus van die [slachtoffer] wat aan te doen en/of
- die [slachtoffer] (aldus) onder een zodanige psychische druk en/of in een zodanige bedreigende en/of afhankelijke situatie heeft gebracht dat die [slachtoffer] toefag aan de wens(en)/eis(en) van verdachte
bestaande die (ondernomen) handeling(en) (telkens) hieruit dat verdachte toen daar:
- die [slachtoffer] opdracht heeft gegeven zich beschikbaar te stellen aan één of meerdere klanten tegen betaling en/of
- die [slachtoffer] opdracht te geven seksuele handelingen te verrichten met één of meerdere klanten tegen betaling en/of die [slachtoffer] te laten dulden dat seksuele handelingen worden verricht door één of meerdere klanten tegen betaling;
art 250a lid 1 ahf/ond 1° Wetboek van Strafrecht
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 april 2002 tot en met 01 februari 2003 te Ulft, althans in de gemeente Gendringen en/of de gemeente Amsterdam en/of de gemeente Utrecht en/of de gemeente Veenendaal en/of de gemeente Gorinchem en/of de gemeente Oosterbeek en/of elders in Nederland, opzettelijk mishandelend [sla[slachtoffer]:
- meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd/gezicht en/of (andere) delen van het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt en/of
- meermalen, althans eenmaal, op de arm een sigaret heeft uitgedoofd,
waardoor deze [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, worden deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan.
De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
2.
hij op tijdstippen in de periode van 01 april 2002 tot en met 01 februari 2003 te Ulft en/of de gemeente Amsterdam en/of de gemeente Utrecht en/of de gemeente Veenendaal en/of de gemeente Gorinchem en elders in Nederland, opzettelijk mishandelend [slachtoffer]:
- meermalen tegen het hoofd/gezicht en/of andere delen van het lichaam heeft geslagen en
- eenmaal op de arm een sigaret heeft uitgedoofd,
waardoor deze [slachtoffer] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
2. mishandeling, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aanne-melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen-verklaarde en de omstandigheden waar-onder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onder-zoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden - dat verdachte gedurende een langere periode het gebruik van geweld tegen zijn toenmalige vriendin niet heeft geschuwd. Door die gedragingen heeft verdachte pijn en gevoelens van angst bij haar veroorzaakt. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij bovendien een keer een brandende sigaret op de arm van het slachtoffer heeft gedrukt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op artikelen 14a, 14b, 14c, 27, 57 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
2. mishandeling, meermalen gepleegd.
Verklaart de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 120 dagen.
Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 49 dagen niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroor-deelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorge-bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Heft op het -geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door mrs. Van Harreveld, voorzitter, De Bie en Feunekes, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 februari 2004.