RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/060036-04
Uitspraak d.d.: 7 mei 2004
Tegenspraak / dip
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting, HvB Karelskamp, te Almelo.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 april 2004.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 20 januari 2004 tot en met 21 januari 2004 te Vaassen, althans in de gemeente Epe, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (telkens) opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] en/of een of meer andere perso(o)n(en) van het leven te beroven, (telkens) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, (telkens) een vuurwapen heeft gekocht en/of meegenomen en/of met een vuurwapen in zijn bezit naar de woning van de familie [naam] (gelegen aan de [adres]) is gereden/gegaan en/of met dat vuurwapen (van een korte afstand) een of meermalen heeft geschoten op/door de ruit van de woonkamer van genoemde woning waarin genoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] en/of die andere perso(o)n(en) zich bevond(en), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid; art 287 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 20 januari 2004 tot en met 21 januari 2004 te Vaassen, althans in de gemeente Epe, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (telkens) opzettelijk [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] en/of een of meer andere perso(o)n(en) van het leven te beroven, (telkens) met dat opzet (telkens) een vuurwapen heeft gekocht en/of meegenomen en/of met een vuurwapen in zijn bezit naar de woning van de familie [naam] (gelegen aan de [adres]) is gereden/gegaan en/of met dat vuurwapen (van een korte afstand) een of meermalen heeft geschoten op/door de ruit van de woonkamer van genoemde woning waarin genoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] en/of die andere perso(o)n(en) zich bevond(en), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid; art 289 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 20 januari 2004 tot en met 21 januari 2004 te Vaassen, althans in de gemeente Epe, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] en/of een of meer andere perso(o)n(en), opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg een vuurwapen heeft gekocht en/of meegenomen en/of met een vuurwapen in zijn bezit naar de woning van de familie [naam] (gelegen aan de [adres]) is gereden/gegaan en/of met dat vuurwapen (van een korte afstand) een of meermalen heeft geschoten op/door de ruit van de woonkamer van genoemde woning waarin genoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] en/of die andere perso(o)n(en) zich bevond(en), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 303 Wetboek van Strafrecht
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 20 januari 2004 tot en met 21 januari 2004 te Vaassen, althans in de gemeente Epe, [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] en/of een of meer andere perso(o)n(en) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met een vuurwapen (van een korte afstand) een of meermalen geschoten op/door de ruit van de woonkamer van de woning (gelegen aan de [adres]) waarin genoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] en/of die andere perso(o)n(en) zich bevond(en) en/of (daarbij) deze dreigend de woorden toegeschreeuwd/toegevoegd: "Kom naar buiten, zo lang jullie niet dood zijn heb ik geen rust" en/of "Ik ga jullie allemaal vermoorden", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 20 januari 2004 tot en met 21 januari 2004 te Vaassen, althans in de gemeente Epe, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (telkens) opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer6] en/of [slachtoffer7] en/of [slachtoffer8] en/of een of meer andere perso(o)n(en) van het leven te beroven, (telkens) met dat opzet na kalm beraad en rustig overleg, (telkens) een vuurwapen heeft gekocht en/of meegenomen en/of met een vuurwapen in zijn bezit naar de woning van voornoemde [slachtoffer6] (gelegen aan de [adres1]) is gereden/gegaan en/of met dat vuurwapen (van een korte afstand) een of meermalen heeft geschoten op/door de ruit van de woonkamer van genoemde woning waarin genoemde [slachtoffer6] en/of [slachtoffer7] en/of [slachtoffer8] en/of die andere perso(o)n(en) zich bevond(en), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid;
art 287 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 20 januari 2004 tot en met 21 januari 2004 te Vaassen, althans in de gemeente Epe, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (telkens) opzettelijk [slachtoffer6] en/of [slachtoffer7] en/of [slachtoffer8] en/of een of meer andere perso(o)n(en) van het leven te beroven, (telkens) met dat opzet (telkens) een vuurwapen heeft gekocht en/of meegenomen en/of met een vuurwapen in zijn bezit naar de woning van voornoemde [slachtoffer6] (gelegen aan de [adres1]) is gereden/gegaan en/of met dat vuurwapen (van een korte afstand) een of meermalen heeft geschoten op/door de ruit van de woonkamer van genoemde woning waarin genoemde [slachtoffer6] en/of [slachtoffer7] en/of [slachtoffer8] en/of die andere perso(o)n(en) zich bevond(en), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 289 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 20 januari 2004 tot en met 21 januari 2004 te Vaassen, althans in de gemeente Epe, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer6] en/of [slachtoffer7] en/of [slachtoffer8] en/of een of meer andere perso(o)n(en), opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, een vuurwapen heeft gekocht en/of meegenomen en/of met een vuurwapen in zijn bezit naar de woning van voornoemde [slachtoffer6] (gelegen aan de [adres1]) is gereden/gegaan en/of met dat vuurwapen (van een korte afstand) een of meermalen heeft geschoten op/door de ruit van de woonkamer van genoemde woning waarin genoemde [slachtoffer6] en/of [slachtoffer7] en/of [slachtoffer8] en/of die andere perso(o)n(en) zich bevond(en), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 303 Wetboek van Strafrecht
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 20 januari 2004 tot en met 21 januari 2004 te Vaassen, althans in de gemeente Epe, [slachtoffer6] en/of [slachtoffer7] en/of [slachtoffer8] en/of een of meer andere perso(o)n(en) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met een vuurwapen (van een korte afstand) een of meermalen geschoten op/door de ruit van de woonkamer van de woning (gelegen aan de [adres1]) waarin genoemde [slachtoffer6] en/of [slachtoffer7] en/of [slachtoffer8] en/of die andere perso(o)n(en) zich bevond(en);
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij in de periode van 20 januari 2004 tot en met 21 januari 2004 te Vaassen, telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] en/of een of meer andere perso(o)n(en) van het leven te beroven, telkens met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, een vuurwapen heeft gekocht en meegenomen en met een vuurwapen in zijn bezit naar de woning van de familie [naam] (gelegen aan de [adres]) is gereden en met dat vuurwapen (van een korte afstand) meermalen heeft geschoten op/door de ruit van de woonkamer van genoemde woning waarin genoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] en/of die andere perso(o)n(en) zich bevond(en), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf telkens niet is voltooid;
2.
hij in de periode van 20 januari 2004 tot en met 21 januari 2004 te Vaassen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer6] van het leven te beroven, met dat opzet na kalm beraad en rustig overleg, een vuurwapen heeft gekocht en meegenomen en met een vuurwapen in zijn bezit naar de woning van voornoemde [slachtoffer6] (gelegen aan de [adres1]) is gereden en met dat vuurwapen (van een korte afstand) meermalen heeft geschoten op/door de ruit van de woonkamer van genoemde woning waarin genoemde [slachtoffer6] zich bevond, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Door de raadsman is namens verdachte aangevoerd dat het opzet van verdachte niet was gericht op het doden van zijn zwagers of derden.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe het volgende. Uit de verklaringen van verdachte blijkt het volgende.
Verdachte is na het incident in de pizzeria in de avond voorafgaand aan het schietincident, naar Arnhem gereden met de bedoeling om zichzelf een pistool aan te schaffen. Hij heeft aan de verkoper van het pistool om meer dan de 6 a 7 aanvankelijk bij het pistool geleverde kogels gevraagd en daarna ook nog 6 a 7 kogels gekregen.
Verdachte heeft zich de werking van het pistool laten uitleggen, waarna hij het in de buurt van de snelweg heeft uitgeprobeerd. Vervolgens is verdachte naar huis gegaan en heeft hij zijn kinderen een kus gegeven. Verdachte zegt hierover dat hij wist dat hij hen langere tijd niet zou zien, omdat hij met een pistool zou gaan schieten en hij wist dat hij daarvoor gestraft zou worden.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij voordat hij naar de [adres] is gereden, nog ongeveer 20 minuten heeft rondgereden. Daar is hij uitgestapt en heeft op een afstand van ongeveer 20 meter van de flat staan schreeuwen. Verdachte heeft verklaard dat hij weet dat op de [adres2] zijn zwager [slachtoffer2] met zijn familie woont en dat hij wist dat er in de woning aan de [adres2] mensen aanwezig waren.
Uit de verklaringen van getuigen blijkt dat verdachte, op de [adres] aangekomen, zijn zwagers Ilhan en Ramazan heeft aangeroepen. Ook blijkt uit verschillende getuigenverklaringen dat de zoon van Ilhan, Ilyas, het gordijn van de woonkamer iets opzij heeft gedaan.
Blijkens het daarvan opgemaakte proces-verbaal heeft verdachte ook nog verklaard, dat hij bewust heeft geschoten op de woning [adres2] te Vaassen en niet op de woning [adres3] aldaar, omdat zo de kans het kleinst was dat hij iemand zou raken.
Op grond van het vorengaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte, door op een dergelijk moment onder de gegeven omstandigheden kogels af te vuren in de richting van het woonkamerraam van de [adres2], welbewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij door te schieten de in de woonkamer aanwezige personen daardoor dodelijk hadden kunnen worden getroffen.
Met betrekking tot de [adres1] heeft verdachte verklaard dat hij wist dat daar zijn schoonmoeder woonachtig was, dat zijn zwager en schoonzus daar zeer regelmatig bleven slapen, hij boven in de woning twee personen achter het raam heeft gezien, alsmede dat in de woonkamer licht brandde. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit deze verklaringen in samenhang met de gedragingen van verdachte, door op dat moment onder de gegeven omstandigheden gericht op het raam van de woonkamer te schieten, dat verdachte welbewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de in de woonkamer in de [adres1] aanwezige persoon daardoor dodelijk had kunnen worden getroffen.
Verdachte heeft aldus gehandeld met opzet in de zin van voorwaardelijk opzet.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
feit 1 primair: poging tot moord, meermalen gepleegd;
feit 2 primair: poging tot moord.
Strafbaarheid van de verdachte
De raadsman heeft betoogd dat een aanvullend rapport dient te worden opgemaakt om vast te stellen of verdachte ten tijde van het plegen van de strafbare feiten toerekeningsvatbaar was. De rechtbank acht een aanvullend rapport niet noodzakelijk, gezien de inhoud van het door dr. De Jong opgemaakte psychiatrisch rapport van 13 februari 2004, waarin wordt vastgesteld dat er bij verdachte geen sprake is van psychiatrische stoornissen in engere zin.
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden - dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan zeer ernstige geweldsmisdrijven. Verdachte heeft in de nachtelijke uren in twee woonwijken in Vaassen in totaal vier kogels, gericht op huizen, afgevuurd.
Verdachte geeft als verklaring voor zijn handelen dat hij in de avond voorafgaand aan het schietincident door twee van zijn zwagers is mishandeld ten overstaan van zijn familie, personeel en klanten in de door hem
geëxploiteerde pizzeria. Ter terechtzitting verklaart verdachte dat hij zich ernstig beledigd en zeer boos voelde. Hij is vervolgens naar Arnhem gereden om een pistool aan te schaffen, waarna hij naar Vaassen is gereden en met een geladen pistool op een tweetal woningen, waarvan één woning door zijn zwager wordt bewoond, heeft geschoten. Verdachte zegt dat hij zijn zwagers bang wilde maken. Verdachte heeft in de aanloop van het schietincident meerdere momenten gekend om op zijn schreden terug te keren, hij is zelfs nog door een vriend gewezen op de aangewezen weg van aangifte tegen zijn zwagers. Een en ander heeft verdachte evenwel niet van zijn daad weerhouden. Een dergelijke daad van eigenrichting is maatschappelijk onacceptabel en de rechtbank rekent verdachte zijn handelen zwaar aan.
Ter terechtzitting heeft verdachte aangegeven spijt van zijn handelen te hebben en heeft hij zijn familie excuses aangeboden. Verdachte gaat er daarbij aan voorbij dat hij de rechtsorde ernstig heeft verstoord en heeft bijgedragen aan de in de samenleving levende onveiligheidsgevoelens. De door de verdachte overgelegde verklaringen van familieleden, waaruit blijkt dat verdachte de zaak met zijn familieleden in goede orde heeft uitgesproken, hetgeen de rechtbank op zichzelf positief acht, doet hieraan niets af.
Ten voordele van verdachte neemt de rechtbank nog in aanmerking dat verdachte geen strafblad heeft.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [benadeelde], [adres] te Epe, heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van EUR 706,- en een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van EUR 940,10 (totaalbedrag EUR 1646,10) gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1 primair en onder 2 primair ten laste gelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank dienen de vorderingen van deze benadeelde partij te worden afgewezen, nu verdachte de schade reeds heeft vergoed.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 45, 57 en 289 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
feit 1 primair: poging tot moord, meermalen gepleegd;
feit 2 primair: poging tot moord.
Verklaart de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerleg-ging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Wijst af de vorderingen tot schadevergoeding ingediend door de benadeelde partij [benadeelde] te Epe.
Aldus gewezen door mrs. Elders, voorzitter, Hemrica en Delissen, rechters, in tegenwoordigheid van Van Aalst, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 mei 2004.
mrs. Hemrica en Delissen zijn buiten
staat dit vonnis mede te ondertekenen.