ECLI:NL:RBZUT:2004:AQ0554

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
2 juli 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06-850057-04
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Tas
  • A. van Harreveld
  • J. Donker
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van jongeman voor bezit van kinderporno

Op 2 juli 2004 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een jongeman, die werd beschuldigd van het in bezit hebben van kinderporno. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], woonachtig te [postcode] [woonplaats], werd verweten in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 23 juli 2003 in Zutphen een grote hoeveelheid afbeeldingen (circa 741 stuks) van naakte meisjes in seksueel getinte houdingen te hebben verspreid, vervaardigd, ingevoerd, uitgevoerd en in bezit te hebben gehad. Dit gebeurde in strijd met artikel 240b lid 1 van het Wetboek van Strafrecht.

De rechtbank oordeelde dat wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. Bij de straftoemeting werd rekening gehouden met de ernst van het maatschappelijk kwaad dat kinderporno vertegenwoordigt, de schadelijke gevolgen voor de betrokken kinderen, en het feit dat de verdachte zelf jong volwassen was en een blanco strafblad had. De rechtbank legde de verdachte een taakstraf op van 150 uren, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 75 dagen zou worden opgelegd.

De rechtbank verklaarde het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en sprak de verdachte daarvan vrij. De strafbaarheid van de verdachte werd bevestigd, aangezien er geen omstandigheden waren die deze uitsloten. De rechtbank besloot ook dat de in beslag genomen voorwerpen, waaronder een harde schijf en CD-roms, onttrokken moesten worden aan het verkeer. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter M. Tas, en de rechters A. van Harreveld en J. Donker, in aanwezigheid van griffier Kok.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: [verdachte], 06-850057-04
Uitspraak d.d.: 2 juli 2004
tegenspraak / dnip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode] [woonplaats], [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 juni 2004.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2002 tot en met 23 juli 2003 te
Zutphen, in elk geval in Nederland,
één of meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager, bevattende één of
meer afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten
een grote hoeveelheid afbeeldingen (in totaal circa 741 stuks) van geheel, deels of
grotendeels naakte meisjes, in seksueel getinte houdingen en/of erotische
poses,
bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een persoon die kennelijk de
leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar
was betrokken, (telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd
en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad;
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 23 juli 2003, te Zutphen, afbeeldingen en gegevensdragers bevattende afbeeldingen, van seksuele gedragingen, te weten afbeeldingen (in totaal circa 741 stuks) van geheel, deels of grotendeels naakte meisjes, in seksueel getinte houdingen en/of erotische poses, bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, in bezit heeft gehad;
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf: het in het bezit hebben van afbeeldingen en gegevensdragers bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
Gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank een taakstraf als na te melden - met welke strafmodaliteit verdachte heeft ingestemd - op zijn plaats. Deze taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Stichting Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen
-dat kinderporno een ernstig maatschappelijk kwaad is vanwege de vele schadelijke gevolgen die voor het betrokken kind kunnen ontstaan, zelfs indien van externe druk bij het poseren geen sprake is.
-dat de vervaardiging en verspreiding van kinderporno worden gestimuleerd door de mogelijkheid de afbeeldingen via internet in bezit te krijgen.
-dat verdachte destijds zelf [jong volwassen] was en bezig was zijn eigen seksualiteit te ontdekken.
-dat verdachte een blanco strafblad heeft.
De rechtbank acht een voorwaardelijke taakstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
In beslag genomen voorwerpen
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, nu het strafbare feit is begaan met betrekking tot deze voorwerpen en deze van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 24c, 36b, 36c, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 150 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 75 dagen.
Bepaalt, dat een gedeelte van de taakstraf, groot 75 uren, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 37 hechtenis, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: een harde schijf (harddisk) en een drietal CD-roms, voorzien van de nummers 3, 6A en 6B.
Aldus gewezen door mrs. Tas, voorzitter, Van Harreveld en Donker, rechters, in tegenwoordigheid van Kok, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 juli 2004.
Mr. Tas en mr. Donker zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.