ECLI:NL:RBZUT:2004:AR2943

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
29 september 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/060137-04
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Elders
  • Follender Grossfeld
  • Boks
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Doodslag in Lievelde met terbeschikkingstelling en gevangenisstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 29 september 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 12 maart 2004 in Lievelde zijn vader, [slachtoffer], opzettelijk van het leven heeft beroofd. De verdachte heeft de [slachtoffer] meermalen met een houten kandelaar op het hoofd geslagen, wat leidde tot de dood van de [slachtoffer] in Enschede. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis, wat zijn toerekeningsvatbaarheid in verminderde mate beïnvloedt. Dit werd ondersteund door een multidisciplinair rapport van het Pieter Baan Centrum, waarin werd geadviseerd om de verdachte ter beschikking te stellen met verpleging.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren en heeft daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging opgelegd. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van het delict, de impact op de nabestaanden en het recidiverisico van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte door zijn gewelddadige handelen de rechtsorde ernstig heeft geschokt en dat de veiligheid van anderen een langdurige behandeling vereist.

De rechtbank heeft ook de in beslag genomen kandelaar, het voorwerp waarmee het delict is gepleegd, onttrokken aan het verkeer. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/060137-04
Uitspraak d.d.: 29 september 2004
Tegenspraak / dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum ],
wonende te [plaats],
thans verblijvende in P.I. Arnhem, huis van bewaring Arnhem Zuid, te Arnhem.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
15 september 2004.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 12 maart 2004 te Lievelde, althans in de gemeente Lichtenvoorde en/althans elders in Nederland, opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, met een (houten) kandelaar, althans met een hard voorwerp, met kracht op het hoofd geslagen tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] (in de gemeente Enschede) is overleden;
art 287 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 12 maart 2004 te Lievelde, althans in de gemeente Lichtenvoorde, aan zijn vader, [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (complexe botbreuken aan en/of in het hoofd, althans zware verwondingen aan en/of in het hoofd), heeft toegebracht, door opzettelijk die [slachtoffer] met een (houten) kandelaar, althans met een hard voorwerp, meermalen, althanseenmaal, op het hoofd te slaan, tengevolge waarvan deze [slachtoffer] (in de gemeente Enschede) is overleden;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 302 lid 2 Wetboek van Strafrecht
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 12 maart 2004 te Lievelde opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet die [slachtoffer] meermalen, met een houten kandelaar, met kracht op het hoofd geslagen tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] (in de gemeente Enschede) is overleden.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
primair: doodslag.
Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte is een multidisciplinair rapport, gedateerd 1 september 2004, opgemaakt door S. Went, arts-assistent psychiatrie, in samenwerking met M.D. van Ekeren, psychiater, en F.A.M.M. Koenraadt, psycholoog, allen verbonden aan het Pieter Baan Centrum, Psychiatrische Observatiekliniek te Utrecht.
Met de conclusie van deze rapportage, te weten dat bij verdachte sprake is van een narcistische persoonlijkheidsstoornis met afhankelijke en obsessief compulsieve persoonlijkheidstrekken, waardoor het ten laste gelegde hem in verminderde mate kan worden toegerekend, kan de rechtbank zich verenigen. Zij neemt deze conclusie over.
Verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen-verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onder-zoek ter terechtzitting is gebleken.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank met name gelet op de hiervoor reeds vermelde multidisciplinaire rapportage.
Uit de inhoud van het rapport komt naar voren dat verdachte lijdt aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis met afhankelijk en obsessief-compulsieve trekken. De kern van zijn problematiek ligt in zijn kinderlijk narcistische aandachtsbehoefte. Om deze aandacht te krijgen spant hij zich vanuit egocentrisme, zonder daadwerkelijk empathie te hebben, bovenmatig in voor de ander, waarbij hij zijn eigen grenzen niet herkent en deze overschrijdt. Hij biedt deze hulp ongevraagd aan, om op deze manier zijn aandachtsbehoefte te bevredigen.
Op momenten van stress neigt hij ertoe zijn ongenoegens niet te uiten, met als gevolg het oplopen van innerlijke spanning. Als de zo gewenste waardering door anderen uitblijft wordt hij depressief of angstig. In een toestand van intense angst en radeloosheid vinden vervolgens de impulsdoorbraken plaats in de vorm van ernstig autodestructief gedrag of fysieke agressie jegens anderen.
Het recidiverisico van een soortgelijk delict wordt als zeer groot ingeschat omdat inmiddels is gebleken dat verdachte door zijn persoonlijkheidsproblematiek ertoe neigt in vergelijkbare situaties terecht te komen. Met name bindingsfiguren zijn potentiële slachtoffers daar verdachte zich namelijk het meest zal laten raken door naasten van wie hij afhankelijk is voor het instandhouden van zijn zelfbeeld.
Geadviseerd wordt een terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging op te leggen nu een langdurig steunend structurele behandeling geïndiceerd is.
Met de beschouwingen en het advies kan de rechtbank zich verenigen.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting eveneens het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zijn vader het hoogste goed, namelijk zijn eigen leven, ontnomen door hem op een buitengewoon schokkende en gewelddadige wijze om het leven te brengen. Het overlijden van [slachtoffer] en de wijze waarop aan zijn leven een einde is gekomen heeft onpeilbaar diep leed bij de nabestaanden teweeggebracht. Bovendien is door dit gewelddadig handelen de rechtsorde ernstig geschokt. De rechtbank heeft daarbij tevens gelet op de omstandigheid dat verdachte eerder is veroordeeld voor een ernstig geweldsdelict in zijn naaste omgeving.
Gelet op de bovenvermelde multidisciplinaire rapportage zal de rechtbank terzake van het bewezenverklaarde aan verdachte naast een gevangenisstraf de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opleggen; zij is van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen zodanige verpleging vereist.
Ten aanzien van de duur van de op te leggen gevangenisstraf overweegt de rechtbank nog dat de ernst van het feit oplegging van een langere gevangenisstraf dan door de officier van justitie is gevorderd zou rechtvaardigen. Gelet echter op het belang dat is gediend bij een zo spoedig mogelijk aanvangen van de behandeling van verdachte zal de rechtbank niet overgaan tot een zwaardere strafoplegging dan is gevorderd. Daarbij is nog van belang dat verdachte zelf, voor hij het bewezen verklaarde delict heeft gepleegd, hulp heeft gezocht in zijn directe omgeving op het moment dat hij in een vergelijkbare gemoedstoestand kwam te verkeren als die, welke destijds voorafging aan het hiervoor genoemde eerder gepleegde geweldsdelict.
Het feit waarvoor verdachte wordt veroordeeld is door de wetgever aangemerkt als een feit waarvoor terbeschikkingstelling mogelijk is. Het bewezen verklaarde feit betreft een misdrijf gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
In beslag genomen voorwerpen
Het in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
-een kandelaar;
met behulp waarvan het primair bewezenverklaarde is begaan, dient te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 27, 36b, 36c, 37a, 37b en 287 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
een kandelaar.
Aldus gewezen door mrs. Elders, voorzitter, Follender Grossfeld en Boks, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 september 2004.
Mr. Follender Grossfeld is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.