RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/060330-04
Vord. na voorw. veroord.: 06/060368-03
Uitspraak d.d.: 9 november 2004
Tegenspraak / dip
[verdachte],
geboren te [geboo[woonplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring te Zutphen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 oktober 2004.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 juli 2004 tot en met 15 juli 2004 te Halle, althans in de gemeente Zelhem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bedrijfs)pand weg te nemen geld en/of goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [naam bedrijf] en/of [benadeelde1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot voornoemd (bedrijfs)pand te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, althans met voormeld oogmerk een ruit (bij de achterdeur) heeft ingeslagen en/of een raamkozijn naar binnen heeft gedrukt/geduwd (nadat de valbeugels uiteen waren geduwd/verbogen), althans een ruit en/of kozijn heeft geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2. hij op of omstreeks 15 juli 2004 te Halle, althans in de gemeente Zelhem met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid benzine (ter waarde van EURO 51,25), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Auto Venderbosch Totaal Service BV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
3. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 juli 2004 tot en met 19 juli 2004 te Terborg, althans in de gemeente Wisch met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een auto heeft weggenomen een autoradiocdspeler en/of een bril en/of vijfentwintig, althans een (CD-hoes/mapje/doos met een) aantal compactdiscs (o.a. van Frans Bauer) en/of een hoeveelheid geld (te weten ongeveer Euro 225,--) en/of een (Rabo)Bankpas en/of een Mobiele telefoon (merk Nokia, type 3310, kleur zwart), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 20 juli 2004 te Halle, althans in de gemeente Zelhem, in elk geval in Nederland, een autoradio (merk Kenwood, type KDC3021A, kleur zwart) en/of een cd-hoes/mapje/doos (inhoudende een aantal compactdiscs) en/of een mobiele telefoon (merk Nokia) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van genoemde autoradio wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
4. hij in of omstreeks de periode van 13 juli 2004 tot en met 14 juli 2004 in de gemeente Doetinchem met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (paarse Gazelle damesfiets), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 13 juli 2004 tot en met 14 juli 2004 in de gemeente Doetinchem, in elk geval in Nederland, een fiets (paarse Gazelle damesfiets) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
5. hij in of omstreeks de periode van 19 juli 2004 tot en met 20 juli 2004 te Beek, althans in de gemeente Bergh, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto heeft weggenomen een autoradiocdspeler en/of een cd-hoes/mapje/doos (inhoudende een aantal compactdiscs), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 19 juli 2004 tot en met 20 juli 2004 te Beek, althans in de gemeente Bergh, in elk geval in Nederland, een autoradiocdspeler en/of een cd-hoes/mapje/doos (inhoudende een aantal compactdiscs) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van genoemd(e) goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 5 primair tenlastegelegde heeft begaan.
De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 primair, 4 primair en 5 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1. hij in de periode van 14 juli 2004 tot en met 15 juli 2004 te Halle, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand weg te nemen geld en/of goederen, toebehorende aan [naam bedrijf] en/of [benadeelde1], zich daarbij de toegang tot voornoemd bedrijfspand te verschaffen door middel van braak en inklimming, met voormeld oogmerk een ruit bij de achterdeur heeft ingeslagen en een raamkozijn naar binnen heeft gedrukt nadat de valbeugels uiteen waren geduwd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2. hij op 15 juli 2004 te Halle, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid benzine ter waarde van EURO 51,25, toebehorende aan Auto Venderbosch Totaal Service BV.
3. hij in de periode van 18 juli 2004 tot en met 19 juli 2004 te Terborg, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto heeft weggenomen een autoradiocdspeler en een bril en vijfentwintig compactdiscs (o.a. van Frans Bauer) en een hoeveelheid geld, te weten ongeveer Euro 225,--, en een Rabo Bankpas en een mobiele telefoon, merk Nokia, type 3310, kleur zwart, toebehorende aan [benadeelde2], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
4. hij in de periode van 13 juli 2004 tot en met 14 juli 2004 in de gemeente Doetinchem met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (paarse Gazelle damesfiets), toebehorende aan [benadeelde3];
5. hij in de periode van 19 juli 2004 tot en met 20 juli 2004 te Beek, een autoradiocdspeler en een cd-hoes inhoudende een aantal compactdiscs heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven van genoemde goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
1. poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
2. diefstal;
3 primair: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
4 primair: diefstal;
5 subsidiair: opzetheling.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden – dat verdachte zich louter uit eigen gewin in een korte tijd schuldig heeft gemaakt aan een reeks van gekwalificeerde diefstallen. Verdachte heeft daardoor veel schade en overlast voor de benadeelden veroorzaakt.
Voorts houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte eerder met politie en justitie in aanraking is geweest en is veroordeeld terzake (gekwalificeerde) diefstallen en in de proeftijd liep van een dergelijke veroordeling.
Ad informandum gevoegde zaken
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming gevoegde zaken, bekend onder de parketnummers 060330-04, 850580-04, 850632-04, 850612-04, nu aannemelijk is geworden dat verdachte deze feiten heeft gepleegd - verdachte heeft deze feiten immers ter terechtzitting bekend - en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor die feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
In beslag genomen voorwerpen
Het in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een personenauto, Opel Kadett, kleur blauw, kenteken [kenteken];
volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan en voorbereid.
De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een bijl;
- een vleesmes;
dienen te worden onttrokken aan het verkeer, nu deze bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane misdrijven werden aangetroffen en deze aan verdachte toebehorende voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven, terwijl deze van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast aan verdachte van de onder hem in beslag genomen agenda.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [benadeelde1] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 333,09 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde.
Nu niet is weersproken dat de benadeelde partij, zoals deze heeft gesteld, als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden en de vordering, met uitzondering van de BTW, de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, zal de vordering tot een bedrag van € 279,91 worden toegewezen.
De verdachte is voor de schade -naar burgerlijk recht- aansprakelijk.
Voor wat betreft de BTW ad € 53,18 moet de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat de benadeelde partij deze bedragen kan terugvorderen van de belastingdienst.
De benadeelde partij Auto Venderbosch Totaal Service B.V. heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 51,25 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks tot het gevorderde bedrag schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering is voor toewijzing vatbaar.
De benadeelde partij [benadeelde2] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.051,90 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde.
De benadeelde partij heeft de vordering ter terechtzitting toegelicht en meegedeeld dat het schadeformulier is ingevuld door een medewerkster van het Slachtofferhulp Nederland. De betreffende medewerkster heeft onder punt 5a ten onrechte een door de verzekering vergoed gekregen schadebedrag vermeld.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 3 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden, namelijk: bril € 149,--, mobiele telefoon € 46,90, 25 CD’s € 500,--, leren portemonnee € 35,--, inhoud portemonnee € 45,--, hoesje telefoon € 5,-- en eigen risico € 75,--. Op het totaal bedrag van deze schade ad € 852,90 dient de door de benadeelde van de verzekering ontvangen vergoeding van € 250,-- in mindering te worden gebracht zodat resteert een bedrag van € 602,90.
De vordering met betrekking tot de post radio/cd-speler ad € 199,-- zal worden afgewezen, nu de benadeelde partij de radio/cd-speler terug heeft ontvangen en de verzekering de reparatieschade volledig heeft vergoed.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte telkens op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van genoemde slachtoffers.
Vordering tenuitvoerlegging
Nu is bewezen dat verdachte zich opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbare feiten, dient de bij vonnis van deze rechtbank van 30 december 2003 (parketnummer 06/060368-03) voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden ten uitvoer gelegd te worden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 24c, 27, 33, 33a, 36b, 36d, 36f, 45, 57, 63, 310, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 5 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 primair, 4 primair en 5 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Verklaart verbeurd het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een personenauto, Opel Kadett, kleur blauw, kenteken [kenteken].
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een bijl;
- een vleesmes.
Gelast de teruggave van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp aan veroordeelde, te weten:
- een agenda.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van deze rechtbank van 30 december 2003, te weten van:
6 maanden gevangenisstraf.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde1], bankrek.nr. [bankrekeningnummer], van een bedrag van € 279,91, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde1], een bedrag te betalen van € 279,91, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 5 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij Auto Venderbosch Totaal Service B.V., bankrek.nr. [bankrekeningnummer], van een bedrag van € 51,25, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer Auto Venderbosch Totaal Service B.V., een bedrag te betalen van € 51,25, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 1 dag hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde2], bankrek.nr. [bankrekeningnummer], van een bedrag van € 602,90, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde2], een bedrag te betalen van € 602,90, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 12 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Wijst af de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde2] met betrekking tot de post radio/cd-speler ten bedrage van € 199,--.
Aldus gewezen door mrs. De Bie, voorzitter, Hemrica en Boks, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 9 november 2004.