ECLI:NL:RBZUT:2005:AT3280

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
5 april 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/460147-05
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. De Bie
  • mrs. Borgerhoff Mulder
  • mrs. Follender Grossfeld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplegging van ISD-maatregel aan veelpleger wegens diefstal met braak

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 5 april 2005 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 1 maart 2005 in Apeldoorn een woning is binnengekomen en daaruit diverse goederen, waaronder DVD-spelers, een CD-speler, sieraden en medicijnen, heeft weggenomen. De verdachte, die langdurig verslaafd is en bekend staat als veelpleger, heeft zich toegang verschaft tot de woning door middel van braak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal, waarbij hij zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, zoals vastgelegd in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.

De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten en de recidivekans van de verdachte meegewogen. Er zijn meerdere pogingen ondernomen om de verdachte in klinische verslavingszorg op te nemen, maar deze zijn zonder justitiële dwang niet succesvol gebleken. De rechtbank heeft geadviseerd om de ISD-maatregel op te leggen, met als doel de kans op terugval in gebruik en criminaliteit te verkleinen. De verdachte heeft ingestemd met de rapportage en wil meewerken aan de behandeling, mits hij na detentie niet opnieuw op straat komt.

De rechtbank heeft besloten de ISD-maatregel voor de maximale termijn van twee jaren op te leggen, zonder aftrek van voorarrest. Dit is gedaan om de verdachte de kans te geven zijn verslavingsproblematiek aan te pakken en om de maatschappij te beschermen. De rechtbank heeft ook aangegeven dat een tussentijdse beoordeling van de voortzetting van de maatregel mogelijk is, zoals vermeld in artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38m, 38n, 38o, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/460147-05
Uitspraak d.d.: 5 april 2005
verstek / dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
wonende te [plaats],
thans gedetineerd in het huis van bewaring te Zutphen.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
22 maart 2005.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 01 maart 2005 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning heeft weggenomen een (aantal)
DVD-Spelers en/of een CD-speler en/of een (aantal) siera(a)d(en) en/of
medicijnen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij
verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel
van braak, verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 01 maart 2005 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening uit een woning heeft weggenomen
DVD-spelers en een CD-speler en sieraden en medicijnen, toebehorende aan
[slachtoffer], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft verschaft door middel van braak.
Motivering bewezenverklaring
Deze bewezenverklaring is gebaseerd op de bekennende verklaring van verdachte (pagina 20, alinea 3, 4, 5 en 6 en pagina 21 bovenaan) en de aangifte van [slachtoffer] (pagina 15, alinea 2).
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) zal worden opgelegd voor de duur van twee jaren, zonder aftrek van voorarrest.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het voorlichtingsrapport van Tactus, Instelling voor verslavingszorg Doetinchem, d.d. 18 maart 2005, opgemaakt door [deskundige].
Dit rapport houdt onder meer het volgende in, zakelijk weergegeven:
Betrokkene is langdurig verslaafd. De afgelopen jaren zijn er diverse pogingen ondernomen om hem op te laten nemen binnen klinische verslavingszorg. Gebleken is dat daartoe “justitiële dwang” nodig is.
Betrokkene staat in Apeldoorn bekend als actieve veelpleger. De kans op recidive is groot.
Geadviseerd wordt betrokkene de ISD-maatregel op te leggen. Oplegging is wenselijk dan wel noodzakelijk om de kans op terugval in gebruik en criminaliteit te verkleinen.
Betrokkene gaat akkoord met de inhoud van de rapportage en wil meewerken tenzij hij na detentie opnieuw op straat terechtkomt.
Aan alle voorwaarden, die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt, is voldaan. De rechtbank is niet gebleken van redenen om deze maatregel niet op te leggen. Zij zal daarom de officier van justitie op dit punt van de eis volgen, waarbij de rechtbank de veelheid van misdrijven waarvoor verdachte reeds is veroordeeld en overige rapporten die over verdachte zijn uitgebracht in aanmerking heeft genomen.
Om de beëindiging van de recidive van verdachte en het leveren van een bijdrage aan zijn (verslavings)problematiek alle kansen te geven en voorts ter optimale bescherming van de maatschappij, is het van groot belang dat voldoende tijd wordt genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. Daarom zal de rechtbank de maatregel voor de maximale termijn van twee jaren opleggen en de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht niet in mindering brengen op de duur van de maatregel.
De rechtbank acht een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel thans niet geïndiceerd, maar wijst op de mogelijkheden daartoe, vermeld in artikel 38s, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 38m, 38n, 38o, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Legt op de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren.
Aldus gewezen door mr. De Bie, voorzitter, mrs. Borgerhoff Mulder en Follender Grossfeld, rechters, in tegenwoordigheid van mr. De Bruijn-van der Sluijs, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 april 2005.